Home

Besluit 2005/966/GBVB van de Raad van 14 november 2005 betreffende de sluiting van een Overeenkomst tussen de Europese Unie en de Zwitserse Bondsstaat betreffende de deelname van de Zwitserse Bondsstaat aan de waarnemingsmissie van de Europese Unie in Atjeh (Indonesië) (waarnemingsmissie in Atjeh — WMA)

Besluit 2005/966/GBVB van de Raad van 14 november 2005 betreffende de sluiting van een Overeenkomst tussen de Europese Unie en de Zwitserse Bondsstaat betreffende de deelname van de Zwitserse Bondsstaat aan de waarnemingsmissie van de Europese Unie in Atjeh (Indonesië) (waarnemingsmissie in Atjeh — WMA)

[Tekst geldig vanaf 14-11-2005]

31.12.2005   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 349/31


VERTALING

OVEREENKOMST

tussen de Europese Unie en de Zwitserse Bondsstaat betreffende de deelname van de Zwitserse Bondsstaat aan de waarnemingsmissie van de Europese Unie in Atjeh (Indonesië) (waarnemingsmissie in Atjeh — WMA)

DE EUROPESE UNIE (EU),

enerzijds, en

DE ZWITSERSE BONDSSTAAT

anderzijds,

hierna te noemen „de partijen”,

REKENING HOUDEND MET

het op 15 augustus 2005 ondertekende Memorandum van overeenstemming tussen de regering van Indonesië (RvI) en de Beweging Vrij Atjeh (GAM) betreffende een vreedzame, alomvattende en duurzame oplossing voor het conflict in Atjeh, dat met name voorziet in de oprichting van een waarnemingsmissie in Atjeh (WMA),

de overeenkomst tussen de RvI en de Europese Unie van 3 oktober 2005 betreffende de taken, de status, de voorrechten en de immuniteiten van de WMA en de leden ervan,

de uitnodiging aan de Zwitserse Bondsstaat om deel te nemen aan de WMA,

de aanvaarding van de Zwitserse Bondsstaat om deel te nemen aan de WMA,

de aanneming door de Raad van de Europese Unie van Gemeenschappelijk Optreden 2005/643/GBVB van 9 september 2005 inzake de waarnemingsmissie van de Europese Unie in Atjeh (Indonesië) (waarnemingsmissie in Atjeh — WMA),

het besluit van het Politiek en Veiligheidscomité van 20 september 2005 betreffende de aanvaarding van de bijdrage van de Zwitserse Bondsstaat aan de WMA,

ZIJN HET VOLGENDE OVEREENGEKOMEN:

Artikel 1

Deelname aan de WMA

1.   De Zwitserse Bondsstaat sluit zich aan bij Gemeenschappelijk Optreden 2005/643/GBVB van 9 september 2005 inzake de waarnemingsmissie van de Europese Unie in Atjeh (Indonesië) (waarnemingsmissie in Atjeh — WMA), en bij ieder gemeenschappelijk optreden of besluit waarbij de Raad van de Europese Unie besluit de WMA te verlengen overeenkomstig de bepalingen van deze overeenkomst en de eventueel vereiste uitvoeringsregelingen.

2.   De deelname van de Zwitserse Bondsstaat aan de WMA doet geen afbreuk aan de autonome besluitvorming van de Europese Unie.

3.   De Zwitserse Bondsstaat draagt er zorg voor dat zijn personeel dat aan de WMA deelneemt, zijn taak uitoefent overeenkomstig

a)

Gemeenschappelijk Optreden 2005/643/GBVB en de eventuele latere wijzigingen daarvan;

b)

het operatieplan (OPLAN);

c)

de uitvoeringsmaatregelen.

4.   Het personeel dat door de Zwitserse Bondsstaat voor de WMA gedetacheerd wordt, laat zich bij de uitvoering van zijn taken en in zijn handelen uitsluitend leiden door het belang van de WMA.

5.   De Zwitserse Bondsstaat informeert te gelegener tijd het hoofd van de missie van de WMA en het secretariaat-generaal van de Raad van de Europese Unie over elke wijziging in zijn bijdrage aan de WMA.

6.   Het voor de WMA gedetacheerde personeel wordt door een bevoegde autoriteit van de Zwitserse Bondsstaat medisch gekeurd, ingeënt en medisch geschikt verklaard voor de taak. Het voor de WMA gedetacheerde personeel verstrekt een afschrift van deze verklaring.

Artikel 2

Status van het personeel

1.   De status van het personeel dat door de Zwitserse Bondsstaat naar de WMA wordt uitgezonden, wordt geregeld door de overeenkomst betreffende de status van de missie die wordt gesloten door de Europese Unie en de RvI.

2.   Onverminderd de in lid 1 bedoelde overeenkomst betreffende de status van de missie oefent de Zwitserse Bondsstaat bevoegdheid uit ten aanzien van zijn personeel dat aan de WMA deelneemt.

3.   De Zwitserse Bondsstaat is verantwoordelijk voor de afhandeling van schadevorderingen van of aangaande leden van zijn personeel met betrekking tot de deelname aan de WMA. De Zwitserse Bondsstaat stelt overeenkomstig zijn wet- en regelgeving in voorkomend geval een, inzonderheid juridische of disciplinaire, vordering in tegen leden van zijn personeel.

4.   De Zwitserse Bondsstaat legt bij de ondertekening van deze overeenkomst een verklaring af inzake het afzien van schadevorderingen tegen een aan de WMA deelnemend land. Een voorbeeld van een dergelijke verklaring is aan deze overeenkomst gehecht.

5.   De Europese Unie draagt er zorg voor dat haar lidstaten bij de ondertekening van deze overeenkomst een verklaring afleggen inzake het afzien van schadevorderingen wat betreft de deelname van de Zwitserse Bondsstaat aan WMA. Een voorbeeld van een dergelijke verklaring is aan deze overeenkomst gehecht.

Artikel 3

Gerubriceerde informatie

De Zwitserse Bondsstaat neemt de nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat gerubriceerde EU-informatie wordt beschermd overeenkomstig de beveiligingsvoorschriften van de Raad van de Europese Unie, vervat in Besluit 2001/264/EG van de Raad van 19 maart 2001 (1), en overeenkomstig verdere richtsnoeren van de bevoegde autoriteiten, waaronder het hoofd van de missie van de WMA.

Artikel 4

Commandostructuur

1.   Alle leden van het aan de WMA deelnemende personeel blijven volledig onder bevel van hun nationale autoriteiten.

2.   De nationale autoriteiten dragen de operationele controle over aan het hoofd van de missie van de WMA, dat het bevel voert via een hiërarchische commando- en controlestructuur.

3.   Het hoofd van de missie leidt de WMA en draagt zorg voor de dagelijkse leiding ervan.

4.   Overeenkomstig de in artikel 1, lid 1, bedoelde rechtsinstrumenten heeft de Zwitserse Bondsstaat bij de dagelijkse leiding van de operatie dezelfde rechten en verplichtingen als de aan de operatie deelnemende lidstaten van de Europese Unie.

5.   Het hoofd van de missie van de WMA is verantwoordelijk voor het tuchtrechtelijk toezicht op het personeel van de WMA. De betrokken nationale autoriteit neemt zo nodig tuchtrechtelijke maatregelen.

6.   Een contactpersoon voor het nationaal contingent (NPC) wordt door de Zwitserse Bondsstaat aangesteld om zijn nationaal contingent in de WMA te vertegenwoordigen. De NPC rapporteert over nationale aangelegenheden aan het hoofd van de missie van de WMA en is verantwoordelijk voor de dagelijkse discipline van het contingent.

7.   Het besluit om de WMA te beëindigen wordt door de Europese Unie genomen na overleg met de Zwitserse Bondsstaat, voorzover de Zwitserse Bondsstaat op het ogenblik dat de operatie wordt beëindigd nog steeds deelneemt aan de WMA.

Artikel 5

Financiële aspecten

1.   De Zwitserse Bondsstaat draagt alle kosten in verband met zijn deelname aan de operatie, met uitzondering van de kosten die vallen onder de gemeenschappelijke financiering zoals omschreven in de operationele begroting van de operatie.

2.   In geval van overlijden, lichamelijk letsel, verlies of schade geleden door natuurlijke personen of rechtspersonen van het land/de landen waar de operatie plaatsvindt, betaalt de Zwitserse Bondsstaat, wanneer zijn aansprakelijkheid is vastgesteld, schadevergoeding onder de voorwaarden, genoemd in de overeenkomst betreffende de status van de missie als bedoeld in artikel 2, lid 1.

Artikel 6

Bijdrage aan de operationele begroting

1.   De Zwitserse Bondsstaat draagt bij aan de financiering van de operationele begroting van de WMA.

2.   Het hoofd van de missie van de WMA en de bevoegde bestuurlijke diensten van de Zwitserse Bondsstaat treffen een praktische regeling voor de betaling van de bijdragen van de Zwitserse Bondsstaat. Die regeling bevat onder meer bepalingen inzake:

a)

het betrokken bedrag;

b)

de regelingen voor de betaling van de financiële bijdrage;

c)

de auditprocedure.

Artikel 7

Regelingen voor de uitvoering van de overeenkomst

Onverminderd artikel 6, lid 2, worden de voor de uitvoering van deze overeenkomst noodzakelijke technische en administratieve regelingen getroffen door de secretaris-generaal van de Raad van de Europese Unie/hoge vertegenwoordiger voor het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid, en de bevoegde autoriteiten van de Zwitserse Bondsstaat.

Artikel 8

Niet-naleving

Indien een van de partijen de in de voorgaande artikelen neergelegde verplichtingen niet nakomt, heeft de andere partij het recht om deze overeenkomst te beëindigen met inachtneming van een opzeggingstermijn van één maand.

Artikel 9

Geschillenbeslechting

Geschillen met betrekking tot de uitlegging of de toepassing van deze overeenkomst worden langs diplomatieke weg opgelost tussen de partijen.

Artikel 10

Inwerkingtreding

1.   Deze overeenkomst treedt in werking op de eerste dag van de maand volgend op de wederzijdse kennisgeving van de partijen dat de voor dit doel noodzakelijke interne procedures zijn afgerond.

2.   Deze overeenkomst wordt voorlopig toegepast vanaf de datum van de ondertekening.

3.   Deze overeenkomst blijft van kracht zolang de deelname van de Zwitserse Bondsstaat aan de operatie duurt.

Gedaan te Brussel, Image, in de Engelse taal in twee exemplaren.

Voor de Europese Unie

Voor de Zwitserse Bondsstaat


(1)  PB L 101 van 11.4.2001, blz. 1.


VERKLARINGEN

als bedoeld in artikel 2, lid 4, en artikel 5 van de overeenkomst

Verklaring van de lidstaten van de Europese Unie:

„De lidstaten van de Europese Unie die Gemeenschappelijk Optreden 2005/643/GBVB van de Europese Unie van 9 september 2005 inzake de waarnemingsmissie van de Europese Unie in Atjeh (Indonesië) (waarnemingsmissie in Atjeh — WMA) uitvoeren, zullen, voorzover hun nationale rechtsstelsel dit toelaat, zoveel mogelijk afzien van schadevorderingen tegen de Zwitserse Bondsstaat wegens lichamelijk letsel of dood van een lid van hun personeel, c.q. schade aan of verlies van middelen die hun eigendom zijn en die door de crisisbeheersingsoperatie van de Europese Unie zijn gebruikt, wanneer het letsel, het overlijden, de schade of het verlies:

door personeel van de Zwitserse Bondsstaat werd veroorzaakt bij de uitvoering van zijn taken in het kader van de crisisbeheersingsoperatie van de Europese Unie, behalve in gevallen van grove nalatigheid of opzettelijk wangedrag, of

voortvloeide uit het gebruik van middelen van de Zwitserse Bondsstaat, mits die middelen gebruikt werden in het kader van de operatie, en behalve in gevallen van grove nalatigheid of opzettelijk wangedrag van het uit de Zwitserse Bondsstaat afkomstige personeel van de crisisbeheersingsoperatie van de Europese Unie dat die middelen gebruikte.”

Verklaring van de Zwitserse Bondsstaat:

„De Zwitserse Bondsstaat, die zich aansluit bij Gemeenschappelijk Optreden 2005/643/GBVB van de Europese Unie van 9 september 2005 inzake de waarnemingsmissie van de Europese Unie in Atjeh (Indonesië) (waarnemingsmissie in Atjeh — WMA), zal, voorzover zijn nationale rechtsstelsel dit toelaat, zoveel mogelijk afzien van schadevorderingen tegen elk ander aan de EU-crisisbeheersingsoperatie deelnemend land wegens lichamelijk letsel of dood van een lid van zijn personeel, c.q. schade aan of verlies van middelen die zijn eigendom zijn en die door de crisisbeheersingsoperatie van de Europese Unie zijn gebruikt, wanneer het letsel, het overlijden, de schade of het verlies:

door personeel werd veroorzaakt bij de uitvoering van zijn taken in het kader van de crisisbeheersingsoperatie van de Europese Unie, behalve in gevallen van grove nalatigheid of opzettelijk wangedrag, of

voortvloeide uit het gebruik van middelen die eigendom zijn van aan de crisisbeheersingsoperaties van de Europese Unie deelnemende landen, op voorwaarde dat deze middelen ten behoeve van de operatie zijn gebruikt, behalve in gevallen van grove nalatigheid of opzettelijk wangedrag van het personeel van de crisisbeheersingsoperatie van de Europese Unie dat die middelen gebruikte.”