Home

Beschikking nr. 2113/2005/EG van het Europees Parlement en de Raad van 14 december 2005 tot wijziging van Beschikking nr. 2256/2003/EG met het oog op de verlenging tot en met 2006 van het programma voor de verspreiding van goede praktijken en de monitoring van de acceptatie van informatie- en communicatietechnologieën (ICT's) (Voor de EER relevante tekst)

Beschikking nr. 2113/2005/EG van het Europees Parlement en de Raad van 14 december 2005 tot wijziging van Beschikking nr. 2256/2003/EG met het oog op de verlenging tot en met 2006 van het programma voor de verspreiding van goede praktijken en de monitoring van de acceptatie van informatie- en communicatietechnologieën (ICT's) (Voor de EER relevante tekst)

HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 157, lid 3,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité(1),

Na raadpleging van het Comité van de Regio's,

Handelend volgens de procedure van artikel 251 van het Verdrag(2),

Overwegende hetgeen volgt:

  1. Bij Beschikking nr. 2256/2003/EG(3) is het programma Modinis voor de monitoring van het actieplan eEuropa 2005, de verspreiding van goede praktijken en de verbetering van de netwerk- en informatiebeveiliging vastgesteld voor de periode van 1 januari 2003 tot en met 31 december 2005.

  2. Beschikking nr. 2256/2003/EG is gewijzigd bij Beschikking nr. 787/2004/EG teneinde de referentiebedragen aan te passen in verband met de uitbreiding van de Europese Unie.

  3. In zijn resolutie van 9 december 2004 over een blik op de toekomst van de informatie- en communicatietechnologie (ICT)(4) heeft de Raad de Commissie verzocht voorbereidingen te treffen voor de follow-up van het actieplan eEuropa 2005, als belangrijk onderdeel van de nieuwe agenda voor de informatiemaatschappij na 2005.

  4. In de mededeling van de Commissie „Uitdagingen voor de Europese informatiemaatschappij na 2005” van 19 november 2004 wordt een analyse gemaakt van de uitdagingen voor een strategie voor de Europese informatiemaatschappij in de periode tot 2010. In de mededeling wordt gepleit voor een ruimer gebruik van ICT en voor blijvende aandacht voor ICT-gerelateerde kwesties in het beleid, hetgeen betekent dat er behoefte is aan monitoring en uitwisseling van goede praktijken. De mededeling diende als uitgangspunt voor een bezinning die in 2005 geleid heeft tot een nieuw initiatief voor de informatiemaatschappij, dat in 2006 van start moet gaan.

  5. In de mededeling van de Commissie van 2 februari 2005 aan de Europese Voorjaarsraad, „Samen werken aan werkgelegenheid en groei — Een nieuwe start voor de Lissabon-strategie”, is een nieuw initiatief „i2010: De Europese Informatiemaatschappij” aangekondigd, dat erop gericht is de acceptatie van de informatie- en communicatietechnologieën (ICT's) te stimuleren.

  6. In de mededeling van de Commissie „i2010: Een Europese informatiemaatschappij voor groei en werkgelegenheid” van 1 juni 2005 worden de voornaamste beleidsprioriteiten voor een vijfjarige strategie voor de bevordering van een open en concurrerende digitale economie ontvouwd. Door de uitwisseling van goede praktijken te bevorderen en de acceptatie van op ICT gebaseerde diensten te volgen, zal blijvende steun worden gegeven aan de dialoog met de betrokkenen en de lidstaten, met name via de open coördinatiemethode.

  7. In het voorstel voor een besluit van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van een kaderprogramma voor concurrentievermogen en innovatie (2007-2013) worden voorstellen gedaan voor een kaderprogramma voor communautaire maatregelen op het gebied van concurrentievermogen en innovatie die gericht zijn op integratie van specifieke maatregelen van de Gemeenschap op het gebied van ondernemerschap, het midden- en kleinbedrijf, het concurrentievermogen van de industrie, innovatie, informatie- en communicatietechnologie, milieutechnologieën en intelligente energie, waaronder de maatregelen van Beschikking nr. 2256/2003/EG.

  8. Bij Verordening (EG) nr. 808/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 21 april 2004 betreffende communautaire statistieken over de informatiemaatschappij(5) is een gemeenschappelijk kader voor systematische productie van communautaire statistieken over de informatiemaatschappij ingevoerd. Deze statistieken omvatten informatie die nodig is voor de benchmarking van eEuropa, zijn relevant voor de structurele indicatoren voor de monitoring van de prestaties van de lidstaten en zijn nodig voor het creëren van een uniforme basis voor de analyse van de informatiemaatschappij.

  9. In de 12 maanden tussen de afloop van het actieplan eEuropa 2005 en de geplande start van het kaderprogramma in 2007 dient de acceptatie van de ICT in de economie te worden gevolgd en gesteund door benchmarking-activiteiten en statistische analyse op basis van structurele indicatoren, alsmede door de uitwisseling van goede praktijken voort te zetten. De acties op het gebied van benchmarking, goede praktijken en beleidscoördinatie die in 2006 in het kader van het programma plaatsvinden, worden erop gericht de doelstellingen van de genoemde mededelingen van de Commissie van 2 februari 2005 en 1 juni 2005 te bereiken.

  10. Deze mechanismen voor monitoring en uitwisseling van ervaringen, benchmarking-activiteiten, verspreiding van goede praktijken en analyse van de economische en maatschappelijke consequenties van de informatiemaatschappij dienen in 2006 te worden gecontinueerd teneinde de doelstellingen van de mededelingen van de Commissie van 2 februari 2005, gericht op het bevorderen van de acceptatie van ICT's als verderzetting van de eEuropa-agenda, en van 1 juni 2005 te bereiken.

  11. Beschikking nr. 2256/2003/EG dient derhalve te worden gewijzigd,

HEBBEN DE VOLGENDE BESCHIKKING VASTGESTELD:

Artikel 1

Beschikking nr. 2256/2003/EG wordt als volgt gewijzigd:

  1. Het volgende artikel wordt ingevoegd:

    1.

    In 2006 blijft het programma de acceptatie en het gebruik van informatie- en communicatietechnologieën (ICT) in de gehele economie, alsmede de verspreiding van goede praktijken volgen op basis van de volgende doelstellingen:

    1. de prestaties van en in de lidstaten bewaken, deze met de beste prestaties in de wereld vergelijken, waar mogelijk gebruikmakend van officiële statistieken;

    2. de inspanningen van de lidstaten steunen om de toepassing van ICT op nationaal, regionaal of lokaal niveau te stimuleren door het analyseren van goede praktijken en, als complementaire interactie, door het ontwikkelen van mechanismen voor uitwisseling van ervaringen;

    3. de economische en maatschappelijke consequenties van de informatiemaatschappij analyseren teneinde beleidsdiscussies te vergemakkelijken, met name op het punt van concurrentievermogen, groei en werkgelegenheid, alsmede maatschappelijke integratie.

    2.

    De activiteiten in het kader van het programma hebben een sectoroverschrijdend karakter en vormen een aanvulling op activiteiten van de Gemeenschap op andere terreinen. Geen van deze activiteiten mag een doublure vormen van werkzaamheden die in het kader van andere programma's van de Gemeenschap plaatsvinden. De acties inzake benchmarking, goede praktijken en beleidscoördinatie in het kader van het programma, moeten bijdragen tot de realisatie van de doelstellingen van de mededeling van de Commissie van 2 februari 2005 aan de Europese Voorjaarsraad: „Samen werken aan werkgelegenheid en groei — Een nieuwe start voor de Lissabon-strategie”, die erop gericht zijn de acceptatie van ICT te stimuleren als verderzetting van de eEuropa-agenda en in het bijzonder breedband, e-overheid, e-business, e-gezondheidszorg en e-leren te stimuleren, alsmede de doelstellingen van de mededeling van de Commissie van 1 juni 2005: „i2010: Een Europese informatiemaatschappij voor groei en werkgelegenheid”, waarmee een open en concurrerende digitale economie wordt bevorderd.

    3.

    Het programma dient tevens als gemeenschappelijk raamwerk voor complementaire interactie tussen de diverse nationale, regionale en lokale instanties op Europees niveau.”

  2. Het volgende artikel wordt ingevoegd:

    Teneinde de in artikel 1 bis genoemde doelstellingen te bereiken, worden de volgende acties ondernomen:

    1. Actie 1

      Monitoring en vergelijking van prestaties:

      • inzameling en analyse van gegevens op basis van de benchmarking-indicatoren als bepaald in de Resolutie van de Raad van 18 februari 2003 inzake de uitvoering van het actieplan eEuropa 2005, waaronder, voorzover van toepassing, regionale indicatoren, en Verordening (EG) nr. 808/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 21 april 2004 betreffende communautaire statistieken over de informatiemaatschappij(*).

    2. Actie 2

      Verspreiding van goede praktijken:

      • studies ter inventarisatie van goede praktijken op nationaal, regionaal en lokaal niveau die bijdragen tot een succesvolle acceptatie van ICT in de gehele economie;

      • ondersteuning van specifieke conferenties, seminars en workshops, en verspreidings-, voorlichtings- en communicatieactiviteiten ter ondersteuning van de doelstellingen van de mededeling van de Commissie van 2 februari 2005 aan de Europese Voorjaarsraad: „Samen werken aan werkgelegenheid en groei — Een nieuwe start voor de Lissabon-strategie”, die erop gericht zijn de acceptatie van ICT te stimuleren als verderzetting van de eEuropa-agenda, alsmede die van de mededeling van de Commissie van 1 juni 2005: „i2010: Een Europese informatiemaatschappij voor groei en werkgelegenheid”, waarmee een open en concurrerende digitale economie wordt bevorderd, teneinde de samenwerking en uitwisseling van ervaringen en goede praktijken als gedefinieerd in artikel 1 bis, lid 1, onder b), te bevorderen.

    3. Actie 3

      Analyse en strategische discussie:

      • ondersteuning van de werkzaamheden van deskundigen op sociaal en economisch gebied teneinde de Commissie te voorzien van materiaal voor toekomstgerichte beleidsanalyses.

  3. In artikel 4 wordt de eerste alinea vervangen door:

    „Het programma bestrijkt de periode van 1 januari 2003 tot en met 31 december 2006.

    Het financiële referentiebedrag voor de uitvoering van dit programma bedraagt 30 160 000 EUR.”

  4. De bijlage wordt vervangen door de tekst in de bijlage bij deze beschikking.

„Artikel 1 bis

1.

In 2006 blijft het programma de acceptatie en het gebruik van informatie- en communicatietechnologieën (ICT) in de gehele economie, alsmede de verspreiding van goede praktijken volgen op basis van de volgende doelstellingen:

  1. de prestaties van en in de lidstaten bewaken, deze met de beste prestaties in de wereld vergelijken, waar mogelijk gebruikmakend van officiële statistieken;

  2. de inspanningen van de lidstaten steunen om de toepassing van ICT op nationaal, regionaal of lokaal niveau te stimuleren door het analyseren van goede praktijken en, als complementaire interactie, door het ontwikkelen van mechanismen voor uitwisseling van ervaringen;

  3. de economische en maatschappelijke consequenties van de informatiemaatschappij analyseren teneinde beleidsdiscussies te vergemakkelijken, met name op het punt van concurrentievermogen, groei en werkgelegenheid, alsmede maatschappelijke integratie.

2.

De activiteiten in het kader van het programma hebben een sectoroverschrijdend karakter en vormen een aanvulling op activiteiten van de Gemeenschap op andere terreinen. Geen van deze activiteiten mag een doublure vormen van werkzaamheden die in het kader van andere programma's van de Gemeenschap plaatsvinden. De acties inzake benchmarking, goede praktijken en beleidscoördinatie in het kader van het programma, moeten bijdragen tot de realisatie van de doelstellingen van de mededeling van de Commissie van 2 februari 2005 aan de Europese Voorjaarsraad: „Samen werken aan werkgelegenheid en groei — Een nieuwe start voor de Lissabon-strategie”, die erop gericht zijn de acceptatie van ICT te stimuleren als verderzetting van de eEuropa-agenda en in het bijzonder breedband, e-overheid, e-business, e-gezondheidszorg en e-leren te stimuleren, alsmede de doelstellingen van de mededeling van de Commissie van 1 juni 2005: „i2010: Een Europese informatiemaatschappij voor groei en werkgelegenheid”, waarmee een open en concurrerende digitale economie wordt bevorderd.

3.

Het programma dient tevens als gemeenschappelijk raamwerk voor complementaire interactie tussen de diverse nationale, regionale en lokale instanties op Europees niveau.”

„Artikel 2 bis

Teneinde de in artikel 1 bis genoemde doelstellingen te bereiken, worden de volgende acties ondernomen:

  1. Actie 1

    Monitoring en vergelijking van prestaties:

    • inzameling en analyse van gegevens op basis van de benchmarking-indicatoren als bepaald in de Resolutie van de Raad van 18 februari 2003 inzake de uitvoering van het actieplan eEuropa 2005, waaronder, voorzover van toepassing, regionale indicatoren, en Verordening (EG) nr. 808/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 21 april 2004 betreffende communautaire statistieken over de informatiemaatschappij(*).

  2. Actie 2

    Verspreiding van goede praktijken:

    • studies ter inventarisatie van goede praktijken op nationaal, regionaal en lokaal niveau die bijdragen tot een succesvolle acceptatie van ICT in de gehele economie;

    • ondersteuning van specifieke conferenties, seminars en workshops, en verspreidings-, voorlichtings- en communicatieactiviteiten ter ondersteuning van de doelstellingen van de mededeling van de Commissie van 2 februari 2005 aan de Europese Voorjaarsraad: „Samen werken aan werkgelegenheid en groei — Een nieuwe start voor de Lissabon-strategie”, die erop gericht zijn de acceptatie van ICT te stimuleren als verderzetting van de eEuropa-agenda, alsmede die van de mededeling van de Commissie van 1 juni 2005: „i2010: Een Europese informatiemaatschappij voor groei en werkgelegenheid”, waarmee een open en concurrerende digitale economie wordt bevorderd, teneinde de samenwerking en uitwisseling van ervaringen en goede praktijken als gedefinieerd in artikel 1 bis, lid 1, onder b), te bevorderen.

  3. Actie 3

    Analyse en strategische discussie:

    • ondersteuning van de werkzaamheden van deskundigen op sociaal en economisch gebied teneinde de Commissie te voorzien van materiaal voor toekomstgerichte beleidsanalyses.

Artikel 2

Deze beschikking treedt in werking op de dag van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Artikel 3

BIJLAGE

„BIJLAGEMeerjarenprogramma voor de monitoring van eEuropa, verspreiding van goede praktijken en de verbetering van de netwerk- en informatiebeveiliging (Modinis)