Richtlijn 2005/4/EG van de Commissie van 19 januari 2005 tot wijziging van Richtlijn 2001/22/EG tot vaststelling van bemonsteringswijzen en analysemethoden voor de officiële controle op de maximumgehalten aan lood, cadmium, kwik en 3-MCPD in levensmiddelen (Voor de EER relevante tekst)
Richtlijn 2005/4/EG van de Commissie van 19 januari 2005 tot wijziging van Richtlijn 2001/22/EG tot vaststelling van bemonsteringswijzen en analysemethoden voor de officiële controle op de maximumgehalten aan lood, cadmium, kwik en 3-MCPD in levensmiddelen (Voor de EER relevante tekst)
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Richtlijn 85/591/EEG van de Raad van 20 december 1985 betreffende de invoering van communautaire bemonsteringswijzen en analysemethoden voor de controle van voor menselijke voeding bestemde levensmiddelen(1), en met name op artikel 1,
Overwegende hetgeen volgt:
Richtlijn 2001/22/EG van de Commissie van 8 maart 2001 legt de bemonsteringswijzen en analysemethoden voor de officiële controle op de maximumgehalten aan lood, cadmium, kwik en 3-MCPD in levensmiddelen(2) vast.
Er dient geactualiseerde standaardinformatie betreffende verontreinigingen in levensmiddelen te worden opgenomen, met name om rekening te houden met de meetonzekerheid van de analyse.
Het is met het oog op een geharmoniseerde handhaving in de hele Europese Unie van groot belang dat de analyseresultaten op uniforme wijze gerapporteerd en geïnterpreteerd worden.
Richtlijn 2001/22/EG moet derhalve dienovereenkomstig gewijzigd worden.
De in deze richtlijn vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid,
HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:
Artikel 1
Bijlage I bij Richtlijn 2001/22/EG wordt gewijzigd overeenkomstig bijlage I bij deze richtlijn.
Bijlage II bij Richtlijn 2001/22/EG wordt gewijzigd overeenkomstig bijlage II bij deze richtlijn.
Artikel 2
De lidstaten doen de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in werking treden om uiterlijk binnen een termijn van twaalf maanden vanaf de datum van inwerkingtreding aan deze richtlijn te voldoen. Zij delen de Commissie die bepalingen onverwijld mede, alsmede een transponeringstabel ter weergave van het verband tussen die bepalingen en deze richtlijn.
Wanneer de lidstaten die bepalingen aannemen, wordt in die bepalingen zelf of bij de officiële bekendmaking daarvan naar deze richtlijn verwezen. De regels voor deze verwijzing worden vastgesteld door de lidstaten.
De lidstaten delen de Commissie de tekst van de belangrijkste bepalingen van intern recht mede die zij op het onder deze richtlijn vallende gebied vaststellen.
Artikel 3
Deze richtlijn treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen.
Deze richtlijn is gericht tot de lidstaten.
Gedaan te Brussel, 19 januari 2005.
Voor de Commissie
Markos Kyprianou
Lid van de Commissie