Richtlijn 2005/91/EG van de Commissie van 16 december 2005 tot wijziging van Richtlijn 2003/90/EG houdende bepalingen ter uitvoering van artikel 7 van Richtlijn 2002/53/EG van de Raad met betrekking tot de kenmerken waartoe het onderzoek van bepaalde rassen van landbouwgewassen zich ten minste moet uitstrekken, en de minimumeisen voor dat onderzoek (Voor de EER relevante tekst)
Richtlijn 2005/91/EG van de Commissie van 16 december 2005 tot wijziging van Richtlijn 2003/90/EG houdende bepalingen ter uitvoering van artikel 7 van Richtlijn 2002/53/EG van de Raad met betrekking tot de kenmerken waartoe het onderzoek van bepaalde rassen van landbouwgewassen zich ten minste moet uitstrekken, en de minimumeisen voor dat onderzoek (Voor de EER relevante tekst)
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Richtlijn 2002/53/EG van de Raad van 13 juni 2002 betreffende de gemeenschappelijke rassenlijst van landbouwgewassen(1), en met name op artikel 7, lid 2, onder a) en b),
Overwegende hetgeen volgt:
Richtlijn 2003/90/EG van de Commissie(2) is vastgesteld om ervoor te zorgen dat de rassen die de lidstaten in hun nationale rassenlijsten opnemen, aan de richtsnoeren van het Communautair Bureau voor plantenrassen (CBP) voldoen wat betreft de kenmerken waartoe het onderzoek van de rassen zich ten minste moet uitstrekken en de minimumeisen voor dat onderzoek, voorzover deze richtsnoeren zijn vastgesteld. Voor andere rassen bepaalt die richtlijn dat de richtsnoeren van de Internationale Unie tot bescherming van kweekproducten (UPOV) van toepassing zijn.
Het CBP heeft sindsdien richtsnoeren voor een aantal andere soorten opgesteld.
Richtlijn 2003/90/EG moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd.
De in deze richtlijn vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor teeltmateriaal voor land-, tuin- en bosbouw,
HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:
Artikel 1
De bijlagen I en II bij Richtlijn 2003/90/EG worden vervangen door de bijlage bij deze richtlijn.
Artikel 2
In het geval van onderzoeken die vóór 1 april 2006 zijn begonnen, mogen de lidstaten beslissen om de tekst van Richtlijn 2003/90/EG zoals vóór de wijziging bij deze richtlijn toe te passen.
Artikel 3
De lidstaten dienen uiterlijk op 31 maart 2006 de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen vast te stellen en bekend te maken om aan deze richtlijn te voldoen. Zij delen de Commissie de tekst van die bepalingen onverwijld mede, alsmede een tabel ter weergave van het verband tussen die bepalingen en deze richtlijn.
Zij passen die bepalingen toe vanaf 1 april 2006.
Wanneer de lidstaten die bepalingen aannemen, wordt in die bepalingen zelf of bij de officiële bekendmaking daarvan naar deze richtlijn verwezen. De regels voor die verwijzing worden vastgesteld door de lidstaten.
Artikel 4
Deze richtlijn treedt in werking op de zevende dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.