De lijst van de producten waarvoor bij uitvoer de in artikel 33 van Verordening (EG) nr. 1254/1999 bedoelde restitutie wordt toegekend, de bedragen van deze restitutie en de bestemmingen worden vastgesteld in de bijlage bij deze verordening.
Verordening (EG) nr. 393/2005 van de Commissie van 9 maart 2005 tot vaststelling van de uitvoerrestituties in de sector rundvlees
Verordening (EG) nr. 393/2005 van de Commissie van 9 maart 2005 tot vaststelling van de uitvoerrestituties in de sector rundvlees
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Verordening (EG) nr. 1254/1999 van de Raad van 17 mei 1999 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector rundvlees(1), inzonderheid op artikel 33, lid 12,
Overwegende hetgeen volgt:
Krachtens artikel 33 van Verordening (EG) nr. 1254/1999 kan het verschil tussen de prijzen van de in artikel 1 van die verordening bedoelde producten op de wereldmarkt en die in de Gemeenschap worden overbrugd door een restitutie bij uitvoer.
De voorwaarden voor de toekenning van bijzondere restituties bij uitvoer van bepaalde soorten rundvlees en bepaalde soorten conserven naar bepaalde bestemmingen zijn vastgesteld bij de Verordeningen (EEG) nr. 32/82(2), (EEG) nr. 1964/82(3), (EEG) nr. 2388/84(4), (EEG) nr. 2973/79(5) en (EG) nr. 2051/96(6) van de Commissie.
De toepassing van deze voorschriften en criteria op de te verwachten marktsituatie in de sector rundvlees leidt tot het vaststellen van de restitutie zoals hierna volgt.
Wat levende dieren betreft, is het met het oog op vereenvoudiging van de restitutieregeling dienstig geen restituties toe te kennen voor categorieën waarvoor de handel met derde landen insignificant is. Bovendien moet, in verband met de algemene bekommernis om het welzijn van dieren, de toekenning van uitvoerrestituties voor levende voor de slacht bestemde dieren maximaal worden beperkt. Uitvoerrestituties voor dergelijke dieren mogen bijgevolg slechts worden toegekend met betrekking tot derde landen die om culturele en/of godsdienstige redenen traditioneel aanzienlijke aantallen dieren voor de slacht invoeren. Wat betreft levende dieren voor fokdoeleinden, dienen, om elk misbruik te voorkomen, de uitvoerrestituties voor raszuivere fokrunderen te worden beperkt tot vaarzen en koeien van niet meer dan 30 maanden oud.
Er moeten restituties worden toegekend bij uitvoer naar bepaalde bestemmingen van bepaalde aanbiedingsvormen van vers en gekoeld vlees zoals vermeld in de bijlage onder GN-code 0201, van bepaalde aanbiedingsvormen van bevroren vlees zoals vermeld in de bijlage onder GN-code 0202, van bepaalde slachtafvallen zoals vermeld in de bijlage onder GN-code 0206, en van bepaalde andere bereidingen en conserven van vlees of van slachtafvallen zoals vermeld in de bijlage onder GN-code 1602 50 10.
Met betrekking tot vlees van runderen, zonder been, gezouten en gedroogd, bestaan er traditionele handelsstromen naar Zwitserland. Om deze handelsstromen te handhaven, is het dienstig de restitutie vast te stellen op een bedrag dat het verschil dekt tussen de prijzen op de Zwitserse markt en de prijzen bij uitvoer uit de lidstaten.
Voor bepaalde andere aanbiedingsvormen en conserven van vlees of van slachtafvallen zoals vermeld in de bijlage onder de GN-codes 1602 50 31 tot en met 1602 50 80, kan de deelname door de Gemeenschap aan de internationale handel worden gehandhaafd door de nu geldende restituties verder toe te kennen.
Voor de overige producten in de sector rundvlees verdient vaststelling van een restitutie geen aanbeveling vanwege de geringe omvang waarin de Gemeenschap daarmee aan de wereldhandel deelneemt.
Bij Verordening (EEG) nr. 3846/87 van de Commissie(7), is de landbouwproductennomenclatuur voor de uitvoerrestituties vastgesteld en de restituties zijn vastgesteld op basis van de in die nomenclatuur vastgelegde productcodes.
Voor bevroren vlees moeten dezelfde restitutiebedragen worden toegekend als voor vers of gekoeld vlees van andere runderen dan volwassen mannelijke runderen.
Voor een scherpere controle op de producten van GN-code 1602 50 moet worden bepaald dat sommige van deze producten slechts voor een restitutie in aanmerking komen wanneer zij zijn vervaardigd in het kader van de regeling zoals bedoeld in artikel 4 van Verordening (EEG) nr. 565/80 van de Raad van 4 maart 1980 betreffende de vooruitbetaling van de uitvoerrestituties voor landbouwproducten(8).
Het is wenselijk de toekenning van de restitutie te beperken tot producten die zijn toegelaten tot het vrije verkeer in de Gemeenschap. Om in aanmerking te komen voor een restitutie, moeten producten zijn voorzien van het keurmerk dat is voorgeschreven bij respectievelijk de Richtlijnen 64/433/EEG(9), 94/65/EG(10) en 77/99/EEG(11) van de Raad.
Op grond van de bepalingen van artikel 6, lid 2, van Verordening (EEG) nr. 1964/82 wordt de bijzondere restitutie verlaagd als de voor uitvoer bestemde hoeveelheid vlees zonder been minder dan 95 %, doch niet minder dan 85 % (in gewicht) van de totale hoeveelheid door de uitbening verkregen deelstukken bedraagt.
De in het kader van de Europaovereenkomsten tussen de Europese Gemeenschap en de geassocieerde Midden- en Oost-Europese landen gevoerde onderhandelingen over het toestaan van aanvullende concessies beogen met name de liberalisering van de handel in producten die onder de gemeenschappelijke marktordening voor rundvlees vallen. In het licht hiervan is onder andere besloten niet langer een restitutie toe te kennen voor producten die bestemd zijn voor uitvoer naar Roemenië. Derhalve moet dit land worden geschrapt als bestemming waarvoor een restitutie kan worden toegekend en moet worden bepaald dat de afschaffing van restituties bij uitvoer naar dit land niet mag leiden tot het ontstaan van een gedifferentieerde restitutie bij uitvoer naar andere landen.
De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité van beheer voor rundvlees,
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
De producten moeten voldoen aan de respectieve voorwaarden voor het keurmerk zoals bedoeld in:
-
bijlage I, hoofdstuk XI, van Richtlijn 64/433/EEG;
-
bijlage I, hoofdstuk VI, van Richtlijn 94/65/EG;
-
bijlage B, hoofstuk VI, van Richtlijn 77/99/EEG.
Artikel 2
In het in artikel 6, lid 2, derde alinea, van Verordening (EEG) nr. 1964/82 bedoelde geval wordt de restitutie voor de producten van productcode 0201 30 00 9100 verminderd met 14,00 EUR/100 kg.
Artikel 3
Het niet vaststellen van een uitvoerrestitutie voor Roemenië geldt niet als differentiëring van de restitutie.
Artikel 4
Deze verordening treedt in werking op de dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.