Onverminderd andersluidende bepalingen in deze verordening houdt het Poolse interventiebureau onder de bij Verordening (EEG) nr. 2131/93 vastgestelde voorwaarden een permanente openbare inschrijving voor de uitvoer van zachte tarwe die in zijn bezit is.
Verordening (EG) nr. 461/2005 van de Commissie van 21 maart 2005 inzake de opening van een permanente openbare inschrijving voor de uitvoer van zachte tarwe die in het bezit is van het Poolse interventiebureau
Verordening (EG) nr. 461/2005 van de Commissie van 21 maart 2005 inzake de opening van een permanente openbare inschrijving voor de uitvoer van zachte tarwe die in het bezit is van het Poolse interventiebureau
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Verordening (EG) nr. 1784/2003 van de Raad van 29 september 2003 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector granen(1), en met name op artikel 6,
Overwegende hetgeen volgt:
In Verordening (EEG) nr. 2131/93 van de Commissie(2), zijn de procedures en de voorwaarden voor de verkoop van graan door de interventiebureaus vastgesteld.
Bij de huidige marktsituatie is het dienstig een permanente inschrijving te openen voor de uitvoer van 93 084 ton zachte tarwe die in het bezit is van het Poolse interventiebureau.
Voor een regelmatig verloop van de transacties en de controles daarop moeten speciale bepalingen worden vastgesteld. Het is dienstig daartoe een zekerheidsregeling vast te stellen waarmee de beoogde doelstellingen worden bereikt zonder dat dit voor de betrokken handelaren overdreven hoge kosten meebrengt. Bijgevolg moet worden afgeweken van sommige voorschriften, en met name van Verordening (EEG) nr. 2131/93.
Wanneer door omstandigheden die aan het interventiebureau zijn toe te schrijven, het afhalen van zachte tarwe meer dan vijf dagen wordt vertraagd of het vrijgeven van een van de verlangde zekerheden wordt uitgesteld, zal de betrokken lidstaat een schadeloosstelling moeten betalen.
Om wederinvoer te voorkomen, mag uitvoer in het kader van deze inschrijving alleen geschieden naar bepaalde derde landen.
De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité van beheer voor granen,
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Artikel 2
De inschrijving heeft betrekking op een hoeveelheid van ten hoogste 93 084 ton zachte tarwe voor uitvoer naar alle derde landen, met uitzondering van Albanië, Bulgarije, Kroatië, Bosnië en Herzegovina, Servië en Montenegro(3), de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië, Liechtenstein, Roemenië en Zwitserland.
De gebieden waar de 93 084 ton zachte tarwe is opgeslagen, zijn vermeld in bijlage I.
Artikel 3
In afwijking van het bepaalde in artikel 16, derde alinea, van Verordening (EEG) nr. 2131/93 is de bij uitvoer te betalen prijs die welke in het bod is vermeld, zonder maandelijkse verhogingen.
Voor uitvoer in het kader van deze verordening worden noch uitvoerrestituties, noch uitvoerbelastingen, noch maandelijkse verhogingen toegepast.
Artikel 8, lid 2, van Verordening (EEG) nr. 2131/93 is niet van toepassing.
Artikel 4
De uitvoercertificaten zijn geldig vanaf de datum van afgifte in de zin van artikel 9 van Verordening (EEG) nr. 2131/93 tot en met het einde van de vierde daaropvolgende maand.
De offertes die in het kader van deze openbare inschrijving worden ingediend, mogen niet vergezeld gaan van aanvragen voor uitvoercertificaten in het kader van artikel 49 van Verordening (EG) nr. 1291/2000 van de Commissie(4).