Home

Verordening (EG) nr. 1051/2005 van de Commissie van 5 juli 2005 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1622/1999 houdende toepassingsbepalingen van Verordening (EG) nr. 2201/96 van de Raad wat de opslagregeling voor krenten (basisproduct) en rozijnen (basisproduct) en voor gedroogde vijgen (basisproduct) betreft

Verordening (EG) nr. 1051/2005 van de Commissie van 5 juli 2005 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1622/1999 houdende toepassingsbepalingen van Verordening (EG) nr. 2201/96 van de Raad wat de opslagregeling voor krenten (basisproduct) en rozijnen (basisproduct) en voor gedroogde vijgen (basisproduct) betreft

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 2201/96 van de Raad van 28 oktober 1996 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector verwerkte producten op basis van groenten en fruit(1), en met name op artikel 9, lid 8,

Overwegende hetgeen volgt:

  1. Bij artikel 9 van Verordening (EG) nr. 2201/96 is voor krenten (basisproduct) en rozijnen (basisproduct) en voor gedroogde vijgen (basisproduct) een regeling ingesteld voor opslag in de laatste twee maanden van het desbetreffende verkoopseizoen. Deze regeling voorziet in de erkenning van de opslagbureaus en in de betaling aan die buraus van opslagsteun en van een financiële vergoeding. Bij Verordening (EG) nr. 1622/1999 van de Commissie(2) zijn de voorwaarden vastgesteld waaraan de opslagbureaus moeten voldoen om te kunnen worden erkend, met name ten aanzien van de middelen die worden aangewend om een goede bewaring van het opgeslagen product te garanderen.

  2. Bij artikel 2, lid 2, tweede alinea, tweede streepje, van Verordening (EG) nr. 1622/1999 zijn tot het einde van het verkoopseizoen 2003/2004 geldende overgangsmaatregelen vastgesteld voor gedroogde vijgen (basisproduct).

  3. In een deel van het verkoopseizoen 2004/2005 waren de weersomstandigheden ongunstig, wat de ontwikkeling van de vruchten nadelig heeft beïnvloed. Als gevolg daarvan hebben sommige producenten ten dele vruchten geoogst die iets kleiner zijn dan de norm voorschrijft, maar die voldoen aan de overige kwaliteitseisen om geschikt te zijn voor menselijke consumptie. Om te voorkomen dat de betrokken hoeveelheden tot vijgenpasta moeten worden verwerkt, wat een aanzienlijk economisch verlies zou betekenen, moeten de genoemde overgangsmaatregelen dus worden verlengd, maar moet daarbij voor het verkoopseizoen 2004/2005 een tussengelegen minimumgrootte worden vastgesteld.

  4. In artikel 4 van Verordening (EG) nr. 1622/1999 is bepaald dat de producten die in het bezit zijn van de opslagbureaus, worden verkocht bij inschrijving. Wat gedroogde vijgen (basisproduct) betreft, is de voorgeschreven bestemming een door de bevoegde autoriteit in het inschrijvingsbericht nader aan te geven specifiek industrieel gebruik. Omdat deze afzetmogelijkheid economisch niet erg interessant is, zoals blijkt uit het feit dat bij de inschrijvingen geen enkel bod is ingediend, dient de bevoegde autoriteiten de mogelijkheid te worden geboden om het scala van mogelijke bestemmingen van de producten die moeten worden uitgeslagen, uit te breiden met rechtstreekse vervoedering en met toepassing in procédés voor verwerking tot compost en voor biologische afbraak.

  5. Bepaald moet worden welke procedures voor deze nieuwe gebruiksmogelijkheden gelden wat de fysieke controle en de controle aan de hand van stukken bij de in- en de uitslag betreft.

  6. Verordening (EG) nr. 1622/1999 moet dienovereenkomstig worden gewijzigd.

  7. De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité van beheer voor verwerkte producten op basis van groenten en fruit,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Verordening (EG) nr. 1622/1999 wordt als volgt gewijzigd:

  1. In artikel 2 wordt lid 2 vervangen door:

    „2.

    De producten worden bij de opslagbureaus geleverd in stapelbare kisten van kunststof. Tot respectievelijk het einde van het verkoopseizoen 2001/2002 en het einde van het verkoopseizoen 2004/2005 mogen krenten (basisproduct) en rozijnen (basisproduct) enerzijds en gedroogde vijgen (basisproduct) anderzijds echter in andere geschikte recipiënten worden geleverd.

    De geleverde producten moeten:

    • wat krenten (basisproduct) en rozijnen (basisproduct) betreft, aan de minimumeisen van de bijlage bij Verordening (EG) nr. 1621/1999 voldoen;

    • wat gedroogde vijgen (basisproduct) betreft, aan de minimumeisen van bijlage II bij Verordening (EG) nr. 1573/1999 van de Commissie(*) voldoen en ten minste behoren tot de groottesortering van 180 vruchten per kg voor de periode tot het einde van het verkoopseizoen 2004/2005, en 150 vruchten per kg voor de latere verkoopseizoenen.

  2. Artikel 4 wordt als volgt gewijzigd:

    1. in lid 1 wordt punt a) vervangen door:

      1. wat gedroogde vijgen (basisproduct) betreft, voor een specifiek industrieel gebruik of voor een gebruik zoals bedoeld in lid 3, welke vormen van gebruik nader moeten worden aangegeven in het inschrijvingsbericht;”;

    2. het volgende lid 3 wordt toegevoegd:

      „3.

      Na de Commissie te hebben meegedeeld om welke gegronde redenen de in lid 2 bedoelde vormen van gebruik niet konden worden toegepast, kunnen de lidstaten toestaan dat de opslagbureaus gedroogde vijgen (basisproduct) bestemmen voor de volgende vormen van gebruik:

      1. verstrekking aan dieren;

      2. toepassing in procédés voor verwerking tot compost en voor biologische afbraak waarbij de nodige zorg wordt gedragen voor het milieu, en met name voor de kwaliteit van het water en van het landschap.”.

  3. Artikel 10 wordt als volgt gewijzigd:

    1. aan lid 1 wordt de volgende alinea toegevoegd:

      „Wat de in artikel 4, lid 3, bedoelde vormen van gebruik betreft, hebben de in de eerste alinea, onder b) en c), van het onderhavige lid bedoelde controles voor elke partij betrekking op 100 % van de in het verkoopseizoen uitgeslagen producten. Na die controles worden de uitgeslagen producten in aanwezigheid van de bevoegde autoriteit onder de door de lidstaat bepaalde voorwaarden gedenatureerd.”;

    2. lid 2 wordt vervangen door:

      „2.

      De bevoegde autoriteit trekt de erkenning in wanneer aan een van de voorwaarden voor de erkenning niet meer wordt voldaan. In dat geval worden voor het lopende verkoopseizoen geen opslagsteun en geen financiële vergoeding toegekend en moeten de reeds betaalde bedragen worden terugbetaald, vermeerderd met rente over de periode tussen de betaling en de terugbetaling.

      Het percentage van deze rente is de in de C-reeks van het Publicatieblad van de Europese Unie bekendgemaakte door de Europese Centrale Bank voor haar verrichtingen in euro toegepaste rentevoet die gold op de datum van de onverschuldigde betaling, verhoogd met drie procentpunten.”.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de derde dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 5 juli 2005.

Voor de Commissie

Mariann Fischer Boel

Lid van de Commissie