Verordening (EG) nr. 1584/2005 van de Commissie van 29 september 2005 houdende vaststelling van de restituties die van toepassing zijn op bepaalde zuivelproducten, uitgevoerd in de vorm van goederen die niet onder bijlage I bij het Verdrag vallen
Verordening (EG) nr. 1584/2005 van de Commissie van 29 september 2005 houdende vaststelling van de restituties die van toepassing zijn op bepaalde zuivelproducten, uitgevoerd in de vorm van goederen die niet onder bijlage I bij het Verdrag vallen
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Verordening (EG) nr. 1255/1999 van de Raad van 15 mei 1999 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector melk en zuivelproducten(1), en met name op artikel 31, lid 3,
Overwegende hetgeen volgt:
Overeenkomstig artikel 31, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1255/1999 kan het verschil tussen de prijzen van de in artikel 1, onder a), b), c), d), e) en g), van die verordening bedoelde producten in de internationale handel enerzijds en de prijzen in de Gemeenschap anderzijds door een restitutie bij de uitvoer worden overbrugd.
In Verordening (EG) nr. 1043/2005 van de Commissie van 30 juni 2005 houdende tenuitvoerlegging van Verordening (EG) nr. 3448/93 van de Raad wat betreft de regeling aangaande de toekenning van restituties bij uitvoer en de criteria voor de vaststelling van het restitutiebedrag betreffende bepaalde landbouwproducten, uitgevoerd in de vorm van goederen die niet onder bijlage I van het Verdrag vallen(2), is aangegeven voor welke producten een restitutie moet worden vastgesteld wanneer ze worden uitgevoerd in de vorm van goederen bedoeld in bijlage II bij Verordening (EG) nr. 1255/1999.
Overeenkomstig artikel 14, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1043/2005 moet de restitutievoet per 100 kg van elk van de betrokken basisproducten maandelijks worden vastgesteld.
Voor bepaalde melkproducten die worden uitgevoerd in de vorm van goederen die niet onder bijlage I bij het Verdrag vallen, bestaat evenwel het gevaar dat, indien vooraf hoge restituties worden vastgesteld, de verplichtingen die met betrekking tot deze restituties zijn aangegaan, op het spel worden gezet. Om dat gevaar te voorkomen dienen passende voorzorgsmaatregelen te worden genomen, zonder evenwel contracten op lange termijn uit te sluiten. De vaststelling van specifieke restitutiebedragen voor het vooraf vaststellen van de restituties voor deze producten moet het mogelijk maken beide doelstellingen te verwezenlijken.
In artikel 15, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1043/2005 is bepaald dat voor de vaststelling van de restitutie in voorkomend geval rekening moet worden gehouden met de restituties bij de productie en de steunmaatregelen of andere maatregelen van gelijke werking die voor de in bijlage I bij Verordening (EG) nr. 1043/2005 vermelde basisproducten of daarmee gelijkgestelde producten in alle lidstaten worden toegepast uit hoofde van de verordening houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de betrokken sector.
Ingevolge artikel 12, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1255/1999 wordt steun verleend aan in de Gemeenschap geproduceerde en tot caseïne verwerkte ondermelk, indien deze melk en de daarvan vervaardigde caseïne aan bepaalde eisen voldoen.
Verordening (EG) nr. 2571/97 van de Commissie van 15 december 1997 betreffende de verkoop tegen verlaagde prijs van boter en de toekenning van de steun voor room, boter en boterconcentraat bestemd voor de vervaardiging van banketbakkerswerk, consumptie-ijs en andere voedingsmiddelen(3) voorziet in de levering van boter en room tegen verlaagde prijs aan de fabrikanten van bepaalde koopwaren.
De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité van beheer voor melk en zuivelproducten,
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
De restitutiebedragen die van toepassing zijn op de in bijlage I bij Verordening (EG) nr. 1043/2005 en in artikel 1 van Verordening (EG) nr. 1255/1999 opgenomen basisproducten die worden uitgevoerd in de vorm van in bijlage II bij Verordening (EG) nr. 1255/1999 vermelde goederen, worden vastgesteld zoals bepaald in de bijlage bij deze verordening.
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op 30 september 2005.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 29 september 2005.
Voor de Commissie
Günter Verheugen
Vice-voorzitter
BIJLAGE
GN-code | Omschrijving | Restituties | |
---|---|---|---|
Bij vaststelling vooraf van de restituties | Overige gevallen | ||
(EUR/100 kg) | |||
ex04021019 | Melk in poeder, in korrels of in andere vaste vorm, zonder toegevoegde suiker of andere zoetstoffen, met een vetgehalte van minder dan 1,5 gewichtspercenten (PG 2): | ||
in geval van uitvoer van goederen van GN-code 3501 | — | — | |
in geval van uitvoer van andere goederen | 10,00 | 10,00 | |
ex04022119 | Melk in poeder, in korrels of in andere vaste vorm, zonder toegevoegde suiker of andere zoetstoffen, met een vetgehalte van 26 gewichtspercenten (PG 3): | ||
bij uitvoer van producten, bevattende boter of room in de vorm van een aan PG 3 gelijkgesteld product, tegen verlaagde prijs krachtens Verordening (EG) nr. 2571/97 | 21,99 | 21,99 | |
in geval van uitvoer van andere goederen | 52,10 | 52,10 | |
ex04 05 10 | Boter met een vetgehalte van 82 gewichtspercenten (PG 6): | ||
bij uitvoer van producten, bevattende boter of room tegen verlaagde prijs, vervaardigd overeenkomstig het bepaalde in Verordening (EG) nr. 2571/97 | 46,00 | 46,00 | |
in geval van uitvoer van goederen behorende tot GN-code 2106 90 98, met een vetgehalte van 40 of meer gewichtspercenten | 99,25 | 99,25 | |
in geval van uitvoer van andere goederen | 92,00 | 92,00 |