Home

2006/210/EG: Besluit van de Commissie van 28 februari 2006 tot oprichting van een werkgroep van nationale regelgevingsdeskundigen van hoog niveau

2006/210/EG: Besluit van de Commissie van 28 februari 2006 tot oprichting van een werkgroep van nationale regelgevingsdeskundigen van hoog niveau

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Overwegende hetgeen volgt:

  1. Op 16 maart 2005 hechtte de Commissie haar goedkeuring aan de mededeling, getiteld „Betere regelgeving met het oog op economische groei en meer banen in de Europese Unie”(1), waarin het plan werd aangekondigd om in de loop van 2005 een werkgroep van nationale regelgevingsdeskundigen van hoog niveau op te richten om de ontwikkeling van een betere regelgeving zowel op nationaal als op EU-niveau te bevorderen.

  2. Deze werkgroep moet de Commissie advies verstrekken over betere regelgeving in het algemeen; het is niet de bedoeling dat de werkgroep advies verstrekt over initiatieven of projecten in verband met het opstellen van specifieke wetgevingsvoorstellen.

  3. De werkgroep wordt samengesteld uit nationale deskundigen van hoog niveau die door de Commissie op voorstel van de lidstaten worden aangewezen en zij staat open voor waarnemers uit de toetredende landen.

  4. Er moet bijgevolg een werkgroep van nationale regelgevingsdeskundigen van hoog niveau worden opgericht en de opdracht en de structuur ervan dienen te worden beschreven,

BESLUIT:

Artikel 1

De Commissie richt hierbij een werkgroep op, getiteld „Werkgroep van nationale regelgevingsdeskundigen van hoog niveau”, hierna „de werkgroep” genoemd.

Artikel 2 Opdracht

De Commissie kan de werkgroep om advies vragen over alle kwesties die met een verbeterd regelgevingsbeleid en de ontwikkeling op zowel nationaal als EU-niveau van daarmee verband houdende maatregelen samenhangen.

De werkgroep heeft als opdracht:

  • efficiënt contact te verzorgen tussen de Commissie en de belangrijkste overheidsdiensten, om zo de Commissie te helpen de regelgeving voor bedrijven, de industrie, de consumenten, de sociale partners en de burgers in het algemeen te verbeteren;

  • bij te dragen tot de verspreiding van zowel op EU- als nationaal niveau ontwikkelde optimale werkwijzen inzake betere regelgeving binnen de EU;

  • de samenwerking tussen de Commissie en de lidstaten te versterken met het oog op betere regelgeving op nationaal niveau; meer bepaald gezamenlijk de door de lidstaten omgezette en toegepaste EU-wetgeving te controleren (d.w.z. de invoering van extra vereisten of procedures tijdens de omzetting);

  • bij te dragen tot een coherent geheel van gemeenschappelijke indicatoren om de vooruitgang op het gebied van de kwaliteit van de regelgeving zowel op EU-niveau als in de lidstaten zelf na te gaan, als basis voor referentiepunten binnen de nationale Lissabon-programma’s;

  • de Commissie te adviseren inzake betere regelgeving, meer bepaald: vereenvoudiging; de evaluatie van de economische, sociale en milieu-impact, waaronder administratiekosten; raadplegingsprocedures; diverse mogelijke regelgevingstypen.

Artikel 3 Samenstelling — Aanwijzing

1.

De Commissie draagt de secretaris-generaal van de Commissie op de leden van de werkgroep aan te wijzen op basis van kandidaturen die door de lidstaten worden voorgesteld.

2.

De werkgroep omvat één of in uitzonderlijke gevallen(2) twee leden per lidstaat. De secretaris-generaal van de Commissie kan op voorstel van de lidstaten alternatieve leden aanwijzen en automatisch de leden vervangen die afwezig of verhinderd zijn.

3.

De volgende bepalingen zijn van toepassing:

  • de leden zijn ambtenaren van hoog niveau met ervaring op het betrokken gebied en vertegenwoordigers van een overheidsdienst;

  • de leden worden voor één jaar benoemd; hun mandaat is verlengbaar; zij blijven in functie tot zij worden vervangen of hun mandaat afloopt;

  • de leden die niet langer een efficiënte bijdrage kunnen leveren tot de discussies van de werkgroep, die hun functie neerleggen, of niet beantwoorden aan de voorwaarden als bepaald in de leden 1 of 2 van dit artikel en in artikel 287 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, kunnen voor de resterende looptijd van hun mandaat worden vervangen;

  • de namen van de aangewezen leden worden op de internetsite van de Commissie openbaar gemaakt.

Artikel 4 Werkwijze

1.

De werkgroep wordt voorgezeten door de Commissie.

2.

In overeenstemming met de Commissie kunnen op gebieden die tot de bevoegdheid van de werkgroep behoren subgroepen worden opgericht om specifieke kwesties te bespreken; zodra hun taak vervuld is, worden deze subgroepen weer opgeheven.

3.

De voorzitter kan op vergaderingen van de werkgroep of van de subgroepen waar dat nuttig of noodzakelijk is, deskundigen uitnodigen met speciale kennis over een bepaald onderwerp op de agenda, alsook waarnemers(3), ook uit toetredende landen.

4.

Informatie over de besprekingen van de werkgroep of de subgroepen mag niet openbaar worden gemaakt indien de Commissie om vertrouwelijkheid verzoekt.

5.

De werkgroep en de subgroepen komen gewoonlijk bijeen in een van de vestigingen van de Commissie en haar diensten overeenkomstig de procedure en het tijdschema waarin is voorzien. De Commissie neemt het secretariaat waar.

6.

De werkgroep hecht goedkeuring aan haar reglement van orde op basis van het door de Commissie goedgekeurde standaardreglement van orde(4).

7.

Het secretariaat van de werkgroep en van de eventuele krachtens artikel 4, lid 2, van dit besluit opgerichte subgroepen wordt door de diensten van de Commissie verzorgd.

8.

De Commissie kan elke samenvatting, conclusie, gedeeltelijke conclusie of elk werkdocument van de werkgroep in de werktaal (-talen) van de werkgroep op internet publiceren. De werkdocumenten worden gepubliceerd naar gelang van de beschikbaarheid van de verschillende taalversies.

Artikel 5 Uitgaven voor vergaderingen

Artikel 6 Inwerkingtreding