Home

Beschikking van de Commissie van 6 november 2006 tot wijziging van de Beschikkingen 2003/804/EG en 2003/858/EG wat betreft de certificeringsvoorschriften voor levende weekdieren en levende vis afkomstig van aquacultuur en producten daarvan bestemd voor menselijke consumptie (Kennisgeving geschied onder nummer C(2006) 5167) (Voor de EER relevante tekst) (2006/767/EG)

Beschikking van de Commissie van 6 november 2006 tot wijziging van de Beschikkingen 2003/804/EG en 2003/858/EG wat betreft de certificeringsvoorschriften voor levende weekdieren en levende vis afkomstig van aquacultuur en producten daarvan bestemd voor menselijke consumptie (Kennisgeving geschied onder nummer C(2006) 5167) (Voor de EER relevante tekst) (2006/767/EG)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Richtlijn 91/67/EEG van de Raad van 28 januari 1991 inzake veterinairrechtelijke voorschriften voor het in de handel brengen van aquicultuurdieren en aquicultuurproducten(1), en met name op artikel 19, lid 1, artikel 20, lid 1, en artikel 21, lid 2,

Overwegende hetgeen volgt:

  1. Verordening (EG) nr. 852/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 inzake levensmiddelenhygiëne(2) stelt de algemene voorschriften inzake levensmiddelenhygiëne vast voor exploitanten van levensmiddelenbedrijven.

  2. Bij Verordening (EG) nr. 853/2004 van het Europees Parlement en de Raad(3) zijn specifieke hygiënevoorschriften voor levensmiddelen van dierlijke oorsprong vastgesteld.

  3. Bij Verordening (EG) nr. 854/2004 van het Europees Parlement en de Raad(4) zijn specifieke voorschriften vastgesteld voor de organisatie van de officiële controles van voor menselijke consumptie bestemde producten van dierlijke oorsprong.

  4. Verordening (EG) nr. 2074/2005 van de Commissie(5) stelt uitvoeringsmaatregelen vast voor bepaalde producten die onder Verordening (EG) nr. 853/2004 vallen en voor de organisatie van officiële controles overeenkomstig Verordening (EG) nr. 854/2002 en Verordening (EG) nr. 882/2004 van het Europees Parlement en de Raad(6), tot afwijking van Verordening (EG) nr. 852/2004 en tot wijziging van de Verordeningen (EG) nr. 853/2004 en (EG) nr. 854/2004.

  5. Bij Richtlijn 95/70/EG van de Raad(7) zijn minimale communautaire maatregelen vastgesteld ter bestrijding van bepaalde ziekten van tweekleppige weekdieren.

  6. Bij Richtlijn 91/67/EEG zijn veterinairrechtelijke voorschriften vastgesteld voor het in de handel brengen van aquicultuurdieren en aquicultuurproducten.

  7. Bij Beschikking 2003/804/EG van de Commissie van 14 november 2003 tot vaststelling van veterinairrechtelijke voorschriften en certificeringsvoorschriften voor de invoer van weekdieren en van eieren en gameten daarvan, bestemd voor verdere groei, afkweek, heruitzetting of menselijke consumptie(8) en bij Beschikking 2003/858/EG van de Commissie van 21 november 2003 tot vaststelling van veterinairrechtelijke voorschriften en certificeringsvoorschriften voor de invoer van levende vis en van eieren en gameten daarvan bestemd voor de kweek, en van levende vis afkomstig van aquacultuur en producten daarvan bestemd voor menselijke consumptie(9) zijn de certificeringsvoorschriften vastgesteld voor levende weekdieren en levende vis afkomstig van aquacultuur en producten daarvan bestemd voor menselijke consumptie.

  8. Om de certificeringsprocedure voor deze producten te vereenvoudigen zijn de in deze beschikkingen vastgestelde voorschriften inzake veterinaire certificering verwerkt in de overeenkomstig Verordening (EG) nr. 853/2004 opgestelde gezondheidscertificaten voor zendingen die voor menselijke consumptie bestemd zijn.

  9. De Beschikkingen 2003/804/EG en 2003/858/EG moeten daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd, waarbij ook rekening moet worden gehouden met richtlijn COM(2005) 362 van de Raad betreffende veterinairrechtelijke voorschriften voor aquacultuurdieren en de producten daarvan en betreffende de preventie en bestrijding van bepaalde ziekten bij waterdieren(10).

  10. De in deze beschikking vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid,

HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:

Artikel 1 Wijziging van Beschikking 2003/804/EG

Beschikking 2003/804/EG wordt als volgt gewijzigd:

  1. Artikel 4 wordt vervangen door:

    1.

    De lidstaten staan alleen toe dat levende weekdieren voor menselijke consumptie op hun grondgebied worden ingevoerd als:

    1. het derde land van verzending is opgenomen in de lijst van Beschikking 2006/766/EG van de Commissie(*);

    2. bij de zending een gezamenlijk dier- en volksgezondheidscertificaat is gevoegd dat beantwoordt aan het model van Verordening (EG) nr. 2074/2005;

    3. de zending voldoet aan de bepalingen inzake verpakking en etikettering van Verordening (EG) nr. 853/2004.

    2.

    Als weekdieren opnieuw in communautaire wateren moeten worden uitgezet of ondergedompeld, moet de zending ook aan de bepalingen van artikel 3, lid 1, voldoen.

  2. Artikel 5 wordt vervangen door:

    1.

    Zendingen van weekdiersoorten die vatbaar zijn voor één of meer van de in bijlage D bij Richtlijn 95/70/EG vermelde ziekten, moeten niet alleen aan de voorschriften van artikel 4 voldoen maar ook:

    1. afkomstig zijn van een bron zonder onopgehelderde abnormale mortaliteit en door de bevoegde autoriteit in het derde land van oorsprong als vrij van de ziekten in kwestie worden erkend in overeenstemming met het Gemeenschapsrecht of de relevante norm van het Internationaal Bureau voor besmettelijke veeziekten (OIE), of

    2. worden geïmporteerd als verwerkte of onverwerkte producten zoals gedefinieerd in artikel 2, lid 1, van Verordening (EG) nr. 852/2004, of

    3. rechtstreeks worden verzonden naar een erkend invoercentrum waar de weekdieren verder worden verwerkt onverminderd bijlage III, sectie VII, van Verordening (EG) nr. 853/2004 en artikel 6 van Verordening (EG) nr. 854/2004.

    2.

    Zendingen van voor besmetting met Bonamia ostrea en/of Marteilia refringens vatbare weekdiersoorten die worden ingevoerd in lidstaten of gebieden die ziektevrij zijn verklaard of in het kader van een programma deze status willen verwerven overeenkomstig artikel 5 of artikel 10 van Richtlijn 91/67/EEG, moeten niet alleen aan de voorschriften van artikel 4 voldoen maar ook aan de volgende voorschriften:

    1. de bron moet door de bevoegde autoriteit in het derde land van oorsprong als vrij van de relevante ziekte worden erkend in overeenstemming met het Gemeenschapsrecht of de relevante norm van het OIE, of

    2. de zending moet worden geïmporteerd als verwerkte of onverwerkte producten zoals gedefinieerd in artikel 2, lid 1, van Verordening (EG) nr. 852/2004, of

    3. de zending moet rechtstreeks worden verzonden naar een erkend invoercentrum waar de weekdieren verder worden verwerkt onverminderd bijlage III, sectie VII, van Verordening (EG) nr. 853/2004 en artikel 6 van Verordening (EG) nr. 854/2004.

    3.

    Dit artikel is niet van toepassing als de weekdieren overeenkomstig Verordening (EG) nr. 853/2004 zijn verpakt en geëtiketteerd om aan de eindconsument te worden verkocht.”.

  3. Punt 2 van deel A van bijlage V wordt vervangen door:

    Levensvatbare weekdieren mogen erkende invoercentra alleen verlaten als ze overeenkomstig Verordening (EG) nr. 853/2004 zijn verpakt en geëtiketteerd om aan de eindconsument te worden verkocht.”.

„Artikel 4 Voorschriften voor de invoer van levende weekdieren voor menselijke consumptie

1.

De lidstaten staan alleen toe dat levende weekdieren voor menselijke consumptie op hun grondgebied worden ingevoerd als:

  1. het derde land van verzending is opgenomen in de lijst van Beschikking 2006/766/EG van de Commissie(*);

  2. bij de zending een gezamenlijk dier- en volksgezondheidscertificaat is gevoegd dat beantwoordt aan het model van Verordening (EG) nr. 2074/2005;

  3. de zending voldoet aan de bepalingen inzake verpakking en etikettering van Verordening (EG) nr. 853/2004.

2.

Als weekdieren opnieuw in communautaire wateren moeten worden uitgezet of ondergedompeld, moet de zending ook aan de bepalingen van artikel 3, lid 1, voldoen.

„Artikel 5 Aanvullende voorschriften voor de invoer van bepaalde levende weekdieren voor menselijke consumptie

1.

Zendingen van weekdiersoorten die vatbaar zijn voor één of meer van de in bijlage D bij Richtlijn 95/70/EG vermelde ziekten, moeten niet alleen aan de voorschriften van artikel 4 voldoen maar ook:

  1. afkomstig zijn van een bron zonder onopgehelderde abnormale mortaliteit en door de bevoegde autoriteit in het derde land van oorsprong als vrij van de ziekten in kwestie worden erkend in overeenstemming met het Gemeenschapsrecht of de relevante norm van het Internationaal Bureau voor besmettelijke veeziekten (OIE), of

  2. worden geïmporteerd als verwerkte of onverwerkte producten zoals gedefinieerd in artikel 2, lid 1, van Verordening (EG) nr. 852/2004, of

  3. rechtstreeks worden verzonden naar een erkend invoercentrum waar de weekdieren verder worden verwerkt onverminderd bijlage III, sectie VII, van Verordening (EG) nr. 853/2004 en artikel 6 van Verordening (EG) nr. 854/2004.

2.

Zendingen van voor besmetting met Bonamia ostrea en/of Marteilia refringens vatbare weekdiersoorten die worden ingevoerd in lidstaten of gebieden die ziektevrij zijn verklaard of in het kader van een programma deze status willen verwerven overeenkomstig artikel 5 of artikel 10 van Richtlijn 91/67/EEG, moeten niet alleen aan de voorschriften van artikel 4 voldoen maar ook aan de volgende voorschriften:

  1. de bron moet door de bevoegde autoriteit in het derde land van oorsprong als vrij van de relevante ziekte worden erkend in overeenstemming met het Gemeenschapsrecht of de relevante norm van het OIE, of

  2. de zending moet worden geïmporteerd als verwerkte of onverwerkte producten zoals gedefinieerd in artikel 2, lid 1, van Verordening (EG) nr. 852/2004, of

  3. de zending moet rechtstreeks worden verzonden naar een erkend invoercentrum waar de weekdieren verder worden verwerkt onverminderd bijlage III, sectie VII, van Verordening (EG) nr. 853/2004 en artikel 6 van Verordening (EG) nr. 854/2004.

3.

Dit artikel is niet van toepassing als de weekdieren overeenkomstig Verordening (EG) nr. 853/2004 zijn verpakt en geëtiketteerd om aan de eindconsument te worden verkocht.”.

Artikel 2 Wijziging van Beschikking 2003/858/EG

Beschikking 2003/858/EG wordt als volgt gewijzigd:

  1. Artikel 5, lid 1, wordt vervangen door:

    1.

    De lidstaten staan alleen toe dat voor menselijke consumptie bestemde visproducten afkomstig van aquacultuur op hun grondgebied worden ingevoerd als:

    1. het derde land van verzending is opgenomen in de lijst van Beschikking 2006/766/EG) van de Commissie(*);

    2. bij de zending een gezamenlijk dier- en volksgezondheidscertificaat is gevoegd dat beantwoordt aan het model van Verordening (EG) nr. 2074/2005;

    3. de zending voldoet aan de bepalingen inzake verpakking en etikettering van Verordening (EG) nr. 853/2004.

  2. Artikel 6 wordt vervangen door:

    1.

    Zendingen van vissoorten die vatbaar zijn voor ISA en/of EHN, moeten niet alleen aan de voorschriften van artikel 5 voldoen maar ook aan de volgende voorschriften:

    1. de bron moet door de bevoegde autoriteit in het derde land van oorsprong als vrij van de ziekten in kwestie worden erkend in overeenstemming met het Gemeenschapsrecht of de relevante norm van het OIE (het Internationaal Bureau voor besmettelijke veeziekten), of

    2. de vis moet voor de verzending gestript worden, of

    3. de zending moet rechtstreeks worden verzonden naar een erkend invoercentrum waar de vis verder wordt verwerkt.

    2.

    Zendingen van voor VHS en/of IHN vatbare vissoorten die worden ingevoerd in lidstaten of gebieden die ziektevrij zijn verklaard of in het kader van een programma deze status willen verwerven overeenkomstig artikel 5 of artikel 10 van Richtlijn 91/67/EEG, moeten niet alleen aan de voorschriften van artikel 5 voldoen maar ook aan de volgende voorschriften:

    1. de bron moet door de bevoegde autoriteit in het derde land van oorsprong als vrij van de relevante ziekte worden erkend in overeenstemming met het Gemeenschapsrecht of de relevante norm van het OIE, of

    2. de vis moet voor de verzending gestript worden, of

    3. de zending moet rechtstreeks worden verzonden naar een erkend invoercentrum waar de vis verder wordt verwerkt.”

  3. De bijlagen IV en V worden geschrapt.

„Artikel 5 Voorwaarden voor de invoer van voor menselijke consumptie bestemde visproducten afkomstig van aquacultuur

„Artikel 6 Aanvullende voorwaarden voor de invoer van bepaalde voor menselijke consumptie bestemde visproducten afkomstig van aquacultuur

Artikel 3

Artikel 4