Verordening (EG) nr. 181/2006 van de Commissie van 1 februari 2006 ter uitvoering van Verordening (EG) nr. 1774/2002 wat andere biologische meststoffen en bodemverbeteraars dan mest betreft en tot wijziging van die verordening (Voor de EER relevante tekst)
Verordening (EG) nr. 181/2006 van de Commissie van 1 februari 2006 ter uitvoering van Verordening (EG) nr. 1774/2002 wat andere biologische meststoffen en bodemverbeteraars dan mest betreft en tot wijziging van die verordening (Voor de EER relevante tekst)
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Verordening (EG) nr. 1774/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 3 oktober 2002 tot vaststelling van gezondheidsvoorschriften inzake niet voor menselijke consumptie bestemde dierlijke bijproducten(1), en met name op artikel 20, lid 2, artikel 22, lid 2, en artikel 32, lid 2,
Overwegende hetgeen volgt:
Verordening (EG) nr. 1774/2002 verbiedt het gebruik op weiden van andere biologische meststoffen en bodemverbeteraars dan mest. Dit verbod is in overeenstemming met het huidige binnen de Europese Unie geldende voederverbod en is bedoeld om mogelijke risico's op besmetting door weiden waarop categorie 2-materiaal en categorie 3-materiaal aanwezig zou kunnen zijn, te voorkomen. Dergelijke risico's kunnen ontstaan als gevolg van directe begrazing of van het gebruik van gras als kuilvoer of hooi voor vee. De verordening bepaalt dat maatregelen tot uitvoering van het verbod, met inbegrip van controlemaatregelen, na raadpleging van het bevoegde wetenschappelijke comité aangenomen dienen te worden.
Verscheidene wetenschappelijke comités hebben een aantal wetenschappelijke adviezen met betrekking tot het gebruik op het land van biologische meststoffen en bodemverbeteraars uitgebracht. Dit zijn het advies van 24 en 25 september 1998 van de Wetenschappelijke Stuurgroep over de veiligheid van organische meststoffen afkomstig van zoogdieren, het advies van 24 april 2001 van het Wetenschappelijk Comité voor de toxiciteit, de ecotoxiciteit en het milieu over de evaluatie van slibbehandelingen ter bestrijding van ziekteverwekkers, het advies van 10 en 11 mei 2001 van de Wetenschappelijke Stuurgroep over de veiligheid van biologische meststoffen afkomstig van materiaal van herkauwers en het advies van 3 maart 2004 van het wetenschappelijk panel voor biologische gevaren van de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid over de veiligheid ten aanzien van biologische risico's, waaronder TSE's, van het gebruik op weiden van biologische meststoffen en bodemverbeteraars.
In deze wetenschappelijke adviezen wordt de verwerking van dierlijke weefsels die mogelijk TSE-agentia bevatten in biologische meststoffen en bodemverbeteraars voor gebruik op land waar runderen kunnen komen, afgeraden. Andere materialen mogen bij de vervaardiging van biologische meststoffen en bodemverbeteraars worden gebruikt wanneer aan bepaalde gezondheidsvoorschriften betreffende verhitting en veilig bronmateriaal wordt voldaan, hetgeen eventuele risico's verder beperkt.
In het licht van deze wetenschappelijke adviezen dienen uitvoeringsbepalingen, met inbegrip van controlemaatregelen, inzake het gebruik op het land van biologische meststoffen en bodemverbeteraars alsmede gistingsresiduen en compost te worden vastgesteld.
De in deze verordening vervatte uitvoeringsbepalingen mogen geen afbreuk doen aan de thans op grond van Verordening (EG) nr. 1774/2002 van toepassing zijnde overgangsmaatregelen.
Biologische meststoffen en bodemverbeteraars moeten in de handel gebracht en uitgevoerd kunnen worden op voorwaarde dat aan de in deze verordening bepaalde voorschriften wordt voldaan.
De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid,
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1 Onderwerp en werkingssfeer
Deze verordening doet geen afbreuk aan de overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1774/2002 vastgestelde overgangsmaatregelen.
De lidstaten mogen nationale voorschriften toepassen die strenger zijn dan in deze verordening is voorzien betreffende de manier waarop biologische meststoffen en bodemverbeteraars op hun grondgebied worden gebruikt, mits die voorschriften gerechtvaardigd zijn met het oog op de gezondheid van mens en dier.
Artikel 2 Wijziging
In bijlage I bij Verordening (EG) nr. 1774/2002 wordt punt 39 vervangen door:
weiden: met gras of andere weidegewassen bedekt land dat door vee wordt begraasd of als voeder voor vee wordt gebruikt, met uitzondering van land waarop biologische meststoffen en bodemverbeteraars in overeenstemming met Verordening (EG) nr. 181/2006 van de Commissie(*) zijn gebruikt.
Artikel 3 Eisen voor biologische meststoffen en bodemverbeteraars
Biologische meststoffen en bodemverbeteraars worden uitsluitend uit categorie 2-materiaal en categorie 3-materiaal vervaardigd.
Artikel 4 Bestrijding van ziekteverwekkers en verpakking en etikettering
Biologische meststoffen en bodemverbeteraars voldoen aan de in deel I en deel II van de bijlage opgenomen eisen inzake bestrijding van ziekteverwekkers en verpakking en etikettering.