Home

Verordening (EG) nr. 249/2006 van de Commissie van 13 februari 2006 tot wijziging van de Verordeningen (EG) nr. 2430/1999, (EG) nr. 937/2001, (EG) nr. 1852/2003 en (EG) nr. 1463/2004 wat betreft de voorwaarden voor de verlening van vergunningen voor het gebruik van bepaalde toevoegingsmiddelen in de diervoeding, behorende tot de groep Coccidiostatica en andere geneeskrachtige stoffen (Voor de EER relevante tekst)

Verordening (EG) nr. 249/2006 van de Commissie van 13 februari 2006 tot wijziging van de Verordeningen (EG) nr. 2430/1999, (EG) nr. 937/2001, (EG) nr. 1852/2003 en (EG) nr. 1463/2004 wat betreft de voorwaarden voor de verlening van vergunningen voor het gebruik van bepaalde toevoegingsmiddelen in de diervoeding, behorende tot de groep Coccidiostatica en andere geneeskrachtige stoffen (Voor de EER relevante tekst)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1831/2003 van het Europees Parlement en de Raad van 22 september 2003 betreffende toevoegingsmiddelen voor diervoeding(1), en met name op artikel 13, lid 3,

Overwegende hetgeen volgt:

  1. Artikel 13, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1831/2003 voorziet in de mogelijkheid tot wijziging van de voorwaarden van de vergunning voor een toevoegingsmiddel op grond van een verzoek van de vergunninghouder.

  2. Voor het gebruik van het toevoegingsmiddel halofuginone-hydrobromide 6 g/kg („Stenorol”), behorende tot de groep „Coccidiostatica en andere geneeskrachtige stoffen” is een vergunning voor tien jaar voor legkippen verleend bij Verordening (EG) nr. 2430/1999 van de Commissie(2). De vergunning werd gebonden aan de persoon die verantwoordelijk is voor het in het verkeer brengen van het toevoegingsmiddel.

  3. Voor het gebruik van het toevoegingsmiddel salinomycine-natrium 120 g/kg („Sacox 120”), behorende tot de groep „Coccidiostatica en andere geneeskrachtige stoffen” is een vergunning voor tien jaar voor mestkonijnen verleend bij Verordening (EG) nr. 937/2001 van de Commissie(3). De vergunning werd gebonden aan de persoon die verantwoordelijk is voor het in het verkeer brengen van het toevoegingsmiddel.

  4. Voor het gebruik van het toevoegingsmiddel salinomycine-natrium 120 g/kg („Sacox 120 microGranulate”), behorende tot de groep „Coccidiostatica en andere geneeskrachtige stoffen” is een vergunning voor tien jaar voor opfokleghennen verleend bij Verordening (EG) nr. 1852/2003 van de Commissie(4). De vergunning werd gebonden aan de persoon die verantwoordelijk is voor het in het verkeer brengen van het toevoegingsmiddel.

  5. Voor het gebruik van het toevoegingsmiddel salinomycine-natrium 120 g/kg („Sacox 120 microGranulate”), behorende tot de groep „Coccidiostatica en andere geneeskrachtige stoffen” is een vergunning voor tien jaar voor mestkippen verleend bij Verordening (EG) nr. 1463/2004 van de Commissie(5). De vergunning werd gebonden aan de persoon die verantwoordelijk is voor het in het verkeer brengen van het toevoegingsmiddel en kwam in de plaats van de vorige vergunning voor dit toevoegingsmiddel, die niet persoonsgebonden was.

  6. De vergunninghouders, Hoechst Roussel Vet GmbH en Intervet International bv, hebben krachtens artikel 13, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1831/2003 aanvragen ingediend om de naam van de persoon die verantwoordelijk is voor het in het verkeer brengen van de in de overwegingen 2 tot en met 5 vermelde toevoegingsmiddelen te wijzigen. Tezamen met de aanvraag hebben zij gegevens verstrekt waaruit blijkt dat de rechten voor het in de handel brengen van die toevoegingsmiddelen met ingang van 1 augustus 2005 zijn overgedragen op Huvepharma nv.

  7. De toewijzing van een vergunning voor een toevoegingsmiddel die is gebonden aan een persoon die verantwoordelijk is voor het in het verkeer brengen daarvan aan een andere persoon is gebaseerd op een louter administratieve procedure en vereiste geen nieuwe beoordeling van de toevoegingsmiddelen. De Europese Autoriteit voor voedselveiligheid is in kennis gesteld van de aanvraag.

  8. Om Huvepharma nv in staat te stellen gebruik te maken van zijn eigendomsrechten is het nodig dat de naam van de persoon die verantwoordelijk is voor het in het verkeer brengen van de toevoegingsmiddelen dienovereenkomstig wordt gewijzigd.

  9. De Verordeningen (EG) nr. 2430/1999, (EG) nr. 937/2001, (EG) nr. 1852/2003 en (EG) nr. 1463/2004 moeten daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd.

  10. Er moet worden voorzien in een overgangsperiode tijdens welke bestaande voorraden kunnen worden opgebruikt.

  11. De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

In kolom 2 van de vermeldingen voor E 764 van bijlage I bij Verordening (EG) nr. 2430/1999 worden de woorden „Hoechst Roussel Vet GmbH” vervangen door de woorden „Huvepharma nv”.

Artikel 2

In kolom 2 van de vermeldingen voor E 766 van bijlage IV bij Verordening (EG) nr. 937/2001 worden de woorden „Intervet International bv” vervangen door de woorden „Huvepharma nv”.

Artikel 3

In kolom 2 van de vermeldingen voor E 766 van de bijlage bij Verordening (EG) nr. 1852/2003 worden de woorden „Intervet International bv” vervangen door de woorden „Huvepharma nv”.

Artikel 4

In kolom 2 van de vermeldingen voor E 766 van de bijlage bij Verordening (EG) nr. 1463/2004 worden de woorden „Intervet International bv” vervangen door de woorden „Huvepharma nv”.

Artikel 5

Artikel 6