Home

Verordening (EG) nr. 1541/2006 van de Commissie van 13 oktober 2006 tot vaststelling van de coëfficiënt die het mogelijk maakt de in artikel 3 van Verordening (EG) nr. 493/2006 bedoelde drempel voor onttrekking aan de markt vast te stellen

Verordening (EG) nr. 1541/2006 van de Commissie van 13 oktober 2006 tot vaststelling van de coëfficiënt die het mogelijk maakt de in artikel 3 van Verordening (EG) nr. 493/2006 bedoelde drempel voor onttrekking aan de markt vast te stellen

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 318/2006 van de Raad van 20 februari 2006 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector suiker(1),

Gelet op Verordening (EG) nr. 493/2006 van de Commissie van 27 maart 2006 inzake overgangsmaatregelen in het kader van de hervorming van de gemeenschappelijke ordening der markten in de sector suiker, en tot wijziging van de Verordeningen (EG) nr. 1265/2001 en (EG) nr. 314/2002(2), en met name op artikel 3, lid 2, onder b),

Overwegende hetgeen volgt:

  1. In artikel 3 van Verordening (EG) nr. 493/2006 is bepaald dat voor elke onderneming het deel van de productie van suiker, isoglucose of inulinestroop van het verkoopseizoen 2006/2007 dat binnen het quotum zoals toegekend op grond van de in bijlage IV bij die verordening vastgestelde quota maar boven een bepaalde drempel wordt geproduceerd, wordt beschouwd als onttrokken aan de markt in de zin van artikel 19 van Verordening (EG) nr. 318/2006.

  2. Ten behoeve van de vaststelling van de betrokken drempel moet uiterlijk op 15 oktober 2006 een coëfficiënt worden vastgesteld door het totaal van de quota waarvan voor het verkoopseizoen 2006/2007 in de betrokken lidstaat afstand is gedaan overeenkomstig artikel 3 van Verordening (EG) nr. 320/2006 van de Raad van 20 februari 2006 tot instelling van een tijdelijke regeling voor de herstructurering van de suikerindustrie in de Europese Gemeenschap en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1290/2005 betreffende de financiering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid(3), te delen door het in bijlage IV bij Verordening (EG) nr. 493/2006 voor die lidstaat vastgestelde quotum.

  3. Voor de vaststelling van die coëfficiënt moet rekening worden gehouden met de mededeling van de Commissie van 29 september 2006 over de geschatte beschikbaarheid van financiële middelen voor de toekenning van herstructureringssteun voor het verkoopseizoen 2006/2007 in het kader van de toepassing van Verordening (EG) nr. 320/2006 van de Raad tot instelling van een tijdelijke regeling voor de herstructurering van de suikerindustrie in de Europese Gemeenschap(4), welke mededeling is vastgesteld overeenkomstig artikel 10, lid 2, van Verordening (EG) nr. 968/2006 van de Commissie van 27 juni 2006 houdende uitvoeringsbepalingen voor Verordening (EG) nr. 320/2006 van de Raad tot instelling van een tijdelijke regeling voor de herstructurering van de suikerindustrie in de Europese Gemeenschap(5).

  4. Derhalve dient de coëfficiënt te worden vastgesteld die het mogelijk maakt om de drempel voor onttrekking aan de markt voor het verkoopseizoen 2006/2007 vast te stellen,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De in artikel 3, lid 2, onder b), van Verordening (EG) nr. 493/2006 bedoelde coëfficiënt wordt per lidstaat als volgt vastgesteld:

  1. België: 0,1945;

  2. Spanje: 0,0863;

  3. Frankrijk (Europees Frankrijk): 0,0074;

  4. Ierland: 1,0000;

  5. Italië: 0,4936;

  6. Nederland: 0,0848;

  7. Portugal: 0,4422;

  8. Zweden: 0,1156;

  9. overige lidstaten: 0,0000.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de derde dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 13 oktober 2006.

Voor de Commissie

Mariann Fischer Boel

Lid van de Commissie