Home

Verordening (EG) nr. 1609/2006 van de Commissie van 27 oktober 2006 tot verlening van een vergunning voor het in de handel brengen van zuigelingenvoeding op basis van hydrolysaten van wei-eiwit, vervaardigd van koemelkeiwit, voor een periode van twee jaar (Voor de EER relevante tekst)

Verordening (EG) nr. 1609/2006 van de Commissie van 27 oktober 2006 tot verlening van een vergunning voor het in de handel brengen van zuigelingenvoeding op basis van hydrolysaten van wei-eiwit, vervaardigd van koemelkeiwit, voor een periode van twee jaar (Voor de EER relevante tekst)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Richtlijn 89/398/EEG van de Raad van 3 mei 1989 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten inzake voor bijzondere voeding bestemde levensmiddelen(1), en met name op artikel 4, lid 1 bis,

Na raadpleging van de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid,

Overwegende hetgeen volgt:

  1. Richtlijn 89/398/EEG heeft betrekking op levensmiddelen voor bijzondere voeding. De specifieke bepalingen voor bepaalde groepen levensmiddelen voor bijzondere voeding worden vastgesteld in bijzondere richtlijnen.

  2. Richtlijn 91/321/EEG van de Commissie van 14 mei 1991 inzake volledige zuigelingenvoeding en opvolgzuigelingenvoeding(2) is een bijzondere richtlijn, vastgesteld overeenkomstig Richtlijn 89/398/EEG. In Richtlijn 91/321/EEG worden de eisen inzake de samenstelling van zuigelingenvoeding vastgesteld.

  3. De Commissie heeft een aanvraag ontvangen voor het in de handel brengen van innovatieve zuigelingenvoeding op basis van hydrolysaten van wei-eiwit, vervaardigd van koemelk, met een eiwitgehalte dat ligt onder het minimum van 0,56 g eiwit/100 kJ (2,25 g eiwit/100 kcal), als bedoeld in punt 2.2 van bijlage I bij Richtlijn 91/321/EEG.

  4. Op 5 oktober 2005 heeft de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid haar advies uitgebracht(3). In dat advies staat dat zuigelingenvoeding op basis van hydrolysaten van wei-eiwit, vervaardigd van koemelk, met een eiwitgehalte van 0,47 g/100 kJ (1,9 g/100 kcal), veilig is en geschikt is voor gebruik als enige voedingsbron voor zuigelingen.

  5. Bijgevolg moet in afwachting van de wijziging van Richtlijn 91/321/EEG het in de handel brengen van die zuigelingenvoeding voor een periode van twee jaar worden toegestaan.

  6. De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

In afwijking van artikel 2 en artikel 4, lid 1, van Richtlijn 91/321/EEG wordt het in de handel brengen van zuigelingenvoeding op basis van hydrolysaten van koemelk, als vastgesteld in de bijlage bij deze verordening, toegestaan voor een periode van twee jaar vanaf de datum van vaststelling van deze verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 27 oktober 2006.

Voor de Commissie

Markos Kyprianou

Lid van de Commissie

BIJLAGE

Eiwitgehalte = stikstofgehalte × 6,25

Minimum

Maximum

0,44 g/100 kJ

0,7 g/100 kJ

(1,86 g/100 kcal)

(3 g/100 kcal)

Gedemineraliseerde zoete wei-eiwit, vervaardigd van koemelk na enzymatische precipitatie van caseïnen met behulp van chymosine, bestaande uit:

  1. 63 % caseïno-glycomacropeptide-vrij wei-eiwitisolaat met een minimaal eiwitgehalte van 95 % droge stof en een eiwitdenaturatie van minder dan 70 % en een maximaal asgehalte van 3 %; en

  2. 37 % zoete wei-eiwitconcentraat met een minimaal eiwitgehalte van 87 % droge stof en een eiwitdenaturatie van minder dan 70 % en een maximaal asgehalte van 3,5 %.

Hydrolyseproces in twee fasen met behulp van een trypsinepreparaat met een warmtebehandelingsstap (van 3 tot 10 minuten bij 80 tot 100 °C) tussen de twee hydrolysestappen.

Essentiële en semi-essentiële aminozuren in moedermelk, als vastgesteld in bijlage V bij Richtlijn 91/321/EEG.