Home

Verordening (EG) nr. 1730/2006 van de Commissie van 23 november 2006 tot verlening van een vergunning voor benzoëzuur (VevoVitall) als toevoegingsmiddel voor diervoeding (Voor de EER relevante tekst)

Verordening (EG) nr. 1730/2006 van de Commissie van 23 november 2006 tot verlening van een vergunning voor benzoëzuur (VevoVitall) als toevoegingsmiddel voor diervoeding (Voor de EER relevante tekst)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1831/2003 van het Europees Parlement en de Raad van 22 september 2003 betreffende toevoegingsmiddelen voor diervoeding(1), en met name op artikel 9, lid 2,

Overwegende hetgeen volgt:

  1. De toelating van toevoegingsmiddelen voor diervoeding, met inbegrip van de toelatingsgronden en -procedure, is geregeld bij Verordening (EG) nr. 1831/2003.

  2. Overeenkomstig artikel 7 van Verordening (EG) nr. 1831/2003 is een aanvraag voor een vergunning voor het in de bijlage opgenomen preparaat ingediend. De krachtens artikel 7, lid 3, van die verordening vereiste gegevens en bescheiden zijn bij de aanvraag verstrekt.

  3. De aanvraag betreft de toelating van het preparaat benzoëzuur (VevoVitall) als toevoegingsmiddel in de categorie „zoötechnische toevoegingsmiddelen” voor gespeende biggen.

  4. De Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA) heeft in haar advies van 9 december 2005 geconcludeerd dat benzoëzuur (VevoVitall) geen ongunstige gevolgen heeft voor de diergezondheid, de menselijke gezondheid of het milieu(2). Ook kwam zij tot de conclusie dat aan benzoëzuur (VevoVitall) geen andere risico's verbonden zijn die op grond van artikel 5, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1831/2003 de verlening van een vergunning in de weg zouden staan. Volgens het advies verbetert het gebruik van het preparaat de prestatieparameters, zoals gewichtstoename of voederconversie, bij biggen. De EFSA beveelt aan om passende maatregelen te nemen met het oog op de veiligheid van de gebruiker. Specifieke eisen voor monitoring na het in de handel brengen, acht de EFSA niet nodig. De EFSA heeft ook het rapport over de analysemethode voor het toevoegingsmiddel geverifieerd dat door het bij Verordening (EG) nr. 1831/2003 ingestelde communautaire referentielaboratorium was ingediend. Uit de beoordeling van het preparaat blijkt dat aan de voorwaarden voor vergunningverlening van artikel 5 van Verordening (EG) nr. 1831/2003 is voldaan. Het gebruik van het preparaat zoals omschreven in de bijlage moet daarom worden toegestaan.

  5. De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Voor het in de bijlage beschreven preparaat, dat behoort tot de categorie „zoötechnische toevoegingsmiddelen” en de functionele groep „andere zoötechnische toevoegingmiddelen”, wordt onder de in die bijlage vastgestelde voorwaarden een vergunning voor gebruik als toevoegingsmiddel voor diervoeding verleend.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 23 november 2006.

Voor de Commissie

Markos Kyprianou

Lid van de Commissie

BIJLAGE

Identificatienummer van het toevoegingsmiddel

Naam van de vergunninghouder

Toevoegingsmiddel

(handelsnaam)

Maximumgehalte van het element (Se) in mg/kg volledig diervoeder met een vochtgehalte van 12 %

Diersoort of -categorie

Maximumleeftijd

Minimum

Maximum

Andere bepalingen

Einde van de vergunningperiode

mg werkzame stof/kg volledig diervoeder

Categorie zoötechnische toevoegingsmiddelen. Functionele groep: andere zoötechnische toevoegingsmiddelen (verbetering van prestatieparameters: gewichtstoename of voederconversie)

4 d 210

DSM Special Products

Benzoëzuur

(VevoVitall)

  • Samenstelling toevoegingsmiddel:

    Benzoëzuur (≥ 99,9 %)

  • Karakterisering van de werkzame stof:

    benzeencarbonzuur, fenylcarbonzuur C7H6O2

    CAS-nummer: 65-85-0

    Maximumgehalte in: ftaalzuur: ≤ 100 mg/kg

    bifenyl: ≤ 100 mg/kg

    zware metalen: ≤ 10 mg/kg

    arseen: ≤ 2 mg/kg

  • Analysemethode(1)

    reversed-phase HPLC met UV-detectie

Biggen

(gespeend)

5 000

5 000

In aanvullende diervoeders voor biggen mag het gehalte aan benzoëzuur niet meer zijn dan 10 000 mg/kg.

In de gebruiksaanwijzing vermelden:

  • „Te gebruiken voor dieren tot 25 kg”

  • „Aanvullende diervoeders die benzoëzuur bevatten, mogen niet als zodanig aan biggen worden vervoederd”

  • „Het toevoegingsmiddel dient in de vorm van een voormengsel te worden verwerkt in mengvoeders”

  • „Veiligheid van de gebruiker: er moeten maatregelen worden genomen om de vorming van inadembaar stof van dit toevoegingsmiddel zo veel mogelijk te beperken. Er is een veiligheidsinformatieblad (VIB) beschikbaar”

14.12.2016