Home

Verordening (EG) nr. 1870/2006 van de Raad van 11 december 2006 betreffende de handel in bepaalde ijzer- en staalproducten tussen de Gemeenschap en de Republiek Kazachstan

Verordening (EG) nr. 1870/2006 van de Raad van 11 december 2006 betreffende de handel in bepaalde ijzer- en staalproducten tussen de Gemeenschap en de Republiek Kazachstan

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 133,

Gelet op het Toetredingsverdrag van Bulgarije en Roemenië, en met name op artikel 4, lid 3,

Gelet op de Toetredingsakte van Bulgarije en Roemenië, en met name op artikel 56,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

  1. Artikel 17, lid 1, van de Partnerschaps- en samenwerkingsovereenkomst tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten en de Republiek Kazachstan(1) bepaalt dat de handel in bepaalde ijzer- en staalproducten moet worden geregeld bij een specifieke overeenkomst betreffende kwantitatieve regelingen.

  2. De huidige overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de regering van de Republiek Kazachstan betreffende de handel in bepaalde ijzer- en staalproducten(2), die op 19 juli 2005 werd ondertekend, loopt op 31 december 2006 af.

  3. Uit inleidende besprekingen tussen de partijen is gebleken dat beide voornemens zijn voor 2007 en de daaropvolgende jaren een nieuwe overeenkomst te sluiten.

  4. In afwachting van de ondertekening en de inwerkingtreding van de nieuwe overeenkomst moeten kwantitatieve beperkingen voor het jaar 2007 worden vastgesteld.

  5. Aangezien de omstandigheden waarop de kwantitatieve beperkingen voor 2006 waren gebaseerd onveranderd zijn, is het passend de kwantitatieve beperkingen voor het jaar 2007 op hetzelfde niveau als voor 2006 vast te stellen.

  6. Er dient te worden voorzien in middelen voor het beheer van deze regeling in de Gemeenschap, zodanig dat door zo veel mogelijk gelijkaardige bepalingen in deze regeling de invoering van de nieuwe overeenkomst vergemakkelijkt wordt.

  7. Er dient te worden voorzien in controle van de oorsprong van de betrokken producten en in passende regelingen voor administratieve samenwerking daartoe.

  8. Producten die in een vrije zone worden ondergebracht of die worden ingevoerd met toepassing van de regeling douane-entrepots, de regeling tijdelijke invoer of de regeling actieve veredeling (schorsingssysteem), dienen niet te worden afgeboekt op de voor deze producten vastgestelde hoeveelheden.

  9. Voor de doeltreffende toepassing van deze verordening is voor het in het vrije verkeer brengen in de Gemeenschap van de betrokken producten een communautaire invoervergunning vereist.

  10. Om te waarborgen dat de kwantitatieve beperkingen niet worden overschreden, dient een procedure voor het beheer daarvan te worden ingesteld, waarbij de bevoegde autoriteiten van de lidstaten pas invoervergunningen afgeven nadat zij van de Commissie bevestiging hebben verkregen dat met inachtneming van de kwantitatieve beperkingen nog voldoende ruimte beschikbaar is,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

1.

Deze verordening is van 1 januari 2007 tot en met 31 december 2007 van toepassing op de invoer in de Gemeenschap van de in bijlage I vermelde ijzer- en staalproducten uit de Republiek Kazachstan.

2.

De ijzer- en staalproducten worden ingedeeld in de in bijlage I vastgestelde productgroepen.

3.

De indeling van de in bijlage I vermelde producten geschiedt op basis van de gecombineerde nomenclatuur (GN), ingesteld bij Verordening (EEG) nr. 2658/87 van de Raad(3).

4.

De oorsprong van de in lid 1 bedoelde producten wordt vastgesteld overeenkomstig de ter zake in de Gemeenschap geldende bepalingen.

Artikel 2

1.

De invoer in de Gemeenschap van de in bijlage I vermelde ijzer- en staalproducten uit de Republiek Kazachstan is onderworpen aan de in bijlage V vastgestelde kwantitatieve beperkingen. Bij het in de Gemeenschap in het vrije verkeer brengen van de in bijlage I vermelde producten van oorsprong uit de Republiek Kazachstan dienen een in bijlage II bedoeld certificaat van oorsprong en een door de autoriteiten van de lidstaten overeenkomstig artikel 4 afgegeven invoervergunning te worden overgelegd.

2.

Teneinde te garanderen dat de hoeveelheden waarvoor invoervergunningen worden afgegeven nooit het totale kwantitatieve maximum voor elke productgroep overschrijden, geven de in bijlage IV genoemde bevoegde autoriteiten de invoervergunningen pas af nadat zij van de Commissie de bevestiging hebben verkregen dat de maximale hoeveelheden voor de betrokken productgroepen van ijzer- en staalproducten ten aanzien van het exporterende land, waarvoor één of meer importeurs aanvragen bij genoemde autoriteiten hebben ingediend, nog niet zijn bereikt.

3.

De onder geleide van een vergunning ingevoerde producten worden afgeboekt op de relevante kwantitatieve beperking die is vastgesteld in bijlage V. De goederen worden geacht te zijn verzonden op de datum waarop zij werden geladen in het vervoermiddel waarmee de uitvoer plaatsvindt.

Artikel 3

1.

De in bijlage V bedoelde kwantitatieve beperkingen zijn niet van toepassing op producten die in een vrije zone of een vrij entrepot worden ondergebracht of die worden ingevoerd onder het stelsel van douane-entrepots, de regeling tijdelijke invoer of de regeling actieve veredeling (schorsingssysteem).

2.

Wanneer de in lid 1 bedoelde producten nadien in het vrije verkeer worden gebracht, hetzij in ongewijzigde staat, hetzij na be- of verwerking, is artikel 2, lid 2, van toepassing, en worden de aldus in het vrije verkeer gebrachte producten afgeboekt van de desbetreffende in bijlage V vastgestelde hoeveelheid.

Artikel 4

1.

Voor de toepassing van artikel 2, lid 2, stellen de in bijlage IV genoemde bevoegde autoriteiten van de lidstaten, voordat zij invoervergunningen afgeven, de Commissie in kennis van de hoeveelheden waarvoor zij met originele uitvoervergunningen gestaafde aanvragen voor invoervergunningen hebben ontvangen. De Commissie geeft per omgaande aan of de aangevraagde hoeveelheden beschikbaar zijn voor invoer, in de volgorde waarin zij de kennisgevingen van de lidstaten heeft ontvangen.

2.

De in de kennisgevingen aan de Commissie vervatte aanvragen zijn geldig indien daarin voor elk geval duidelijk is vermeld: het land van uitvoer, de betrokken productcode, de in te voeren hoeveelheden, het nummer van de uitvoervergunning, het contingentjaar en de lidstaat waar de producten in het vrije verkeer zullen worden gebracht.

3.

Voor zover mogelijk geeft de Commissie de autoriteiten bevestiging van de volledige hoeveelheid die in de ter kennis gebrachte aanvragen voor elke productgroep is aangegeven.

4.

Wanneer de bevoegde instanties ervan kennisnemen dat hoeveelheden tijdens de geldigheidsduur van de invoervergunning niet worden gebruikt, delen zij dit de Commissie onmiddellijk mee. Dergelijke ongebruikte hoeveelheden worden automatisch overgeboekt naar de resterende hoeveelheden van de communautaire maximale hoeveelheid voor elke betrokken productgroep.

5.

De in de leden 1 tot en met 4 bedoelde kennisgevingen worden verricht langs elektronische weg over het voor dit doel opgezette geïntegreerde netwerk, tenzij het om dwingende technische redenen noodzakelijk is tijdelijk andere communicatiemiddelen te gebruiken.

6.

De invoervergunningen of gelijkwaardige documenten worden afgegeven overeenkomstig het bepaalde in de artikelen 12 tot en met 16.

7.

De bevoegde autoriteiten van de lidstaten melden de Commissie wanneer zij reeds afgegeven invoervergunningen of gelijkwaardige documenten annuleren in gevallen waar de overeenkomstige uitvoervergunningen door de bevoegde autoriteiten van de Republiek Kazachstan zijn ingetrokken of geannuleerd. Indien de Commissie of de bevoegde autoriteiten van een lidstaat echter door de bevoegde autoriteiten van de Republiek Kazachstan van de intrekking of annulering van een uitvoervergunning in kennis worden gesteld wanneer de betrokken producten reeds in de Gemeenschap zijn ingevoerd, worden de betrokken hoeveelheden afgeboekt op de relevante kwantitatieve beperking die is vastgesteld in bijlage V.

Artikel 5

Artikel 6

Artikel 7

Artikel 8

Artikel 9

Artikel 10

Artikel 11

Artikel 12

Artikel 13

Artikel 14

Artikel 15

Artikel 16

Artikel 17

Artikel 18

BIJLAGE I

BIJLAGE II

BIJLAGE III

BIJLAGE IV

BIJLAGE V