Home

Kennisgeving aan de personen, groepen en entiteiten die zijn geplaatst op de lijst bedoeld in artikel 2, lid 3, van Verordening (EG) nr. 2580/2001 van de Raad inzake specifieke beperkende maatregelen tegen bepaalde personen en entiteiten met het oog op de strijd tegen het terrorisme

Kennisgeving aan de personen, groepen en entiteiten die zijn geplaatst op de lijst bedoeld in artikel 2, lid 3, van Verordening (EG) nr. 2580/2001 van de Raad inzake specifieke beperkende maatregelen tegen bepaalde personen en entiteiten met het oog op de strijd tegen het terrorisme

Kennisgeving aan de personen, groepen en entiteiten die zijn geplaatst op de lijst bedoeld in artikel 2, lid 3, van Verordening (EG) nr. 2580/2001 van de Raad inzake specifieke beperkende maatregelen tegen bepaalde personen en entiteiten met het oog op de strijd tegen het terrorisme

(2007/C 90/01)

De volgende informatie wordt ter kennis gebracht van de personen, groepen en entiteiten die in Besluit 2006/379/EG van de Raad van 29 mei 2006 [1] of in Besluit 2006/1008/EG van de Raad van 21 december 2006 [2] worden vermeld.

De Raad van de Europese Unie heeft vastgesteld dat de redenen voor de plaatsing van de personen, groepen en entiteiten op de bovengenoemde lijst van personen, groepen en entiteiten waarvoor de beperkende maatregelen gelden als bepaald bij Verordening (EG) nr. 2580/2001 van de Raad van 27 december 2001 inzake specifieke beperkende maatregelen tegen bepaalde personen en entiteiten met het oog op de strijd tegen het terrorisme [3], nog altijd geldig zijn. De Raad is derhalve voornemens om die personen, groepen en entiteiten op de lijst te handhaven.

In Verordening (EG) nr. 2580/2001 van 27 december 2001 is bepaald dat alle tegoeden, andere financiële activa en economische middelen die in het bezit zijn van de betrokken personen, groepen en entiteiten, worden bevroren en dat aan deze personen, groepen of entiteiten noch direct, noch indirect tegoeden, andere financiële activa en economische middelen ter beschikking mogen worden gesteld.

De betrokken personen, groepen en entiteiten worden erop geattendeerd dat zij een verzoek tot de in de bijlage bij de verordening opgenomen bevoegde instanties van de lidstaat of lidstaten kunnen richten om een machtiging te verkrijgen om bevroren tegoeden te gebruiken voor basisbehoeften of specifieke betalingen (zie artikel 5 van de verordening). Een bijgewerkte lijst van de bevoegde instanties staat op de volgende website:

http://ec.europa.eu/comm/external_relations/cfsp/sanctions/measures.htm

De betrokken personen, groepen en entiteiten kunnen de Raad verzoeken zijn motivering voor hun handhaving op de bovengenoemde lijst aan hen mede te delen (voor zover deze niet reeds aan hen is medegedeeld). In dat verband worden de betrokken personen, groepen en entiteiten geattendeerd op de komende evaluatie van de lijst door de Raad overeenkomstig artikel 1, lid 6, van Gemeenschappelijk Standpunt 2001/931/ GBVB [4].

De betrokken personen, groepen en entiteiten kunnen de Raad ook verzoeken het besluit om hen op bovengenoemde lijst te plaatsen, te heroverwegen. Dergelijke verzoeken dienen te worden ingediend binnen een maand vanaf de datum van bekendmaking van deze kennisgeving.

Dergelijke verzoeken dienen als volgt te worden geadresseerd: Raad van de Europese Unie (Attn.: UNSCR 1373 designations), Wetstraat 175, B-1048 Brussel.

[1] PB L 144 van 31.5.2006, blz. 21.

[2] PB L 379 van 28.12.2006, blz. 123.

[3] PB L 344 van 28.12.2001, blz. 70.

[4] PB L 344 van 28.12.2001, blz. 93.

--------------------------------------------------