Advies van de Commissie van 1 augustus 2007 betreffende het plan voor de lozing van radioactieve afvalstoffen ten gevolge van de wijziging van het systeem voor vloeibare radioactieve afvalstoffen in de kerncentrale van Ignalina in Litouwen

2.8.2007

Publicatieblad van de Europese Unie

C 180/2

ADVIES VAN DE COMMISSIE

van 1 augustus 2007

betreffende het plan voor de lozing van radioactieve afvalstoffen ten gevolge van de wijziging van het systeem voor vloeibare radioactieve afvalstoffen in de kerncentrale van Ignalina in Litouwen

(Alleen de Litouwse tekst is authentiek)

(2007/C 180/02)

Op 3 februari 2006 heeft de Europese Commissie, overeenkomstig artikel 37 van het Euratom-Verdrag, van de regering van Litouwen algemene gegevens ontvangen betreffende het plan voor de lozing van radioactieve afvalstoffen ten gevolge van de wijziging van het systeem voor vloeibare radioactieve afvalstoffen in de kerncentrale van Ignalina in Litouwen.

Op basis van deze gegevens en de aanvullende op 23 maart 2006, 15 mei 2006, 17 oktober 2006 en 22 februari 2007 door de Commissie aangevraagde en op 7 september 2006 en 13 april 2007 door de Litouwse autoriteiten verstrekte informatie brengt de Commissie, na raadpleging van de groep van deskundigen, het volgende advies uit:

1.	de afstand tussen de installatie en de meest nabije grens met een andere lidstaat, namelijk Letland, is ongeveer 9 km;

2.	bij een normale exploitatie veroorzaakt de geplande wijziging geen blootstelling aan straling die schadelijk is voor de gezondheid van inwoners van andere lidstaten;

3.	de geplande wijziging heeft geen gevolgen op het gebied van de vaste radioactieve afvalstoffen die bij de exploitatie van de bestaande centrale ontstaan;

in het geval van een niet-geplande lozing van radioactieve afvalstoffen, ten gevolge van een ongeval van het type en de omvang als bedoeld in de algemene gegevens, zal de stralingsdosis die ten gevolge van de geplande wijziging wordt ontvangen in andere lidstaten naar verwachting geen schadelijk effect hebben op de volksgezondheid.

Concluderend is de Commissie van mening dat de uitvoering van het plan voor de lozing van radioactieve afvalstoffen ten gevolge van de wijziging van het systeem voor vloeibare radioactieve afvalstoffen in de kerncentrale van Ignalina in Litouwen, zowel bij normale bedrijfsvoering als bij een ongeval van het type en de omvang als bedoeld in de algemene gegevens, niet het risico doet ontstaan van radioactieve besmetting van het water, de bodem of het luchtruim van een andere lidstaat.

De Commissie merkt echter op dat op 1 januari, vooruitlopend op de sluiting van de kerncentrale van Ignalina, een nieuwe lozingsvergunning is verleend. Aangezien naar aanleiding van de buitenbedrijfstelling van de kerncentrale van Ignalina nieuwe algemene gegevens zullen moeten worden verstrekt, beveelt de Commissie aan dat het feitelijke lozingsniveau van de kerncentrale van Ignalina niet hoger komt te liggen dan de grenswaarden die zijn vastgelegd in de vorige lozingsvergunning.