Home

Beschikking van de Commissie van 18 december 2006 waarbij Roemenië wordt gemachtigd om de toepassing van bepaalde bepalingen van Richtlijn 2002/53/EG van de Raad wat betreft het in de handel brengen van zaaizaad van bepaalde rassen van landbouwgewassen uit te stellen (Kennisgeving geschied onder nummer C(2006) 6568) (Voor de EER relevante tekst)

Beschikking van de Commissie van 18 december 2006 waarbij Roemenië wordt gemachtigd om de toepassing van bepaalde bepalingen van Richtlijn 2002/53/EG van de Raad wat betreft het in de handel brengen van zaaizaad van bepaalde rassen van landbouwgewassen uit te stellen (Kennisgeving geschied onder nummer C(2006) 6568) (Voor de EER relevante tekst)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag betreffende de toetreding van Bulgarije en Roemenië, en met name op artikel 4, lid 3,

Gelet op de Akte van toetreding van Bulgarije en Roemenië, en met name op artikel 42,

Overwegende hetgeen volgt:

  1. Krachtens artikel 42 van de Toetredingsakte kan de Commissie overgangsmaatregelen vaststellen indien deze noodzakelijk zijn om de overgang te vergemakkelijken van het bestaande stelsel in Bulgarije en Roemenië naar het stelsel dat voortvloeit uit de toepassing van de communautaire voorschriften op veterinair en fytosanitair gebied. Deze voorschriften omvatten de bepalingen inzake het in de handel brengen van zaaizaad.

  2. Richtlijn 2002/53/EG van de Raad van 13 juni 2002 betreffende de gemeenschappelijke rassenlijst van landbouwgewassen(1) bepaalt dat zaaizaad van door de richtlijn bestreken rassen van landbouwgewassen, als bedoeld in artikel 1, lid 1, van Richtlijn 2002/53/EG, alleen in de handel mag worden gebracht indien aan de voorschriften van artikel 4, lid 1, en de artikelen 7 en 11 van die richtlijn is voldaan.

  3. Het in de handel brengen van zaaizaad van bepaalde rassen zou in Roemenië met ingang van de toetredingsdatum moeten worden verboden, tenzij een afwijking van deze bepalingen wordt toegestaan.

  4. Om Roemenië in staat te stellen de nodige maatregelen vast te stellen en uit te voeren om ervoor te zorgen dat de desbetreffende rassen overeenkomstig de beginselen van het communautaire stelsel zijn goedgekeurd, moet dit land worden gemachtigd om de toepassing van Richtlijn 2002/53/EG, wat betreft het op zijn grondgebied in de handel brengen van zaaizaad van de rassen die uit hoofde van andere beginselen dan die van die richtlijn in zijn lijst zijn opgesomd en waarop het officiële verzoek van Roemenië van 28 september 2006 betrekking heeft, voor een periode van drie jaar volgend op de toetredingsdatum uit te stellen.

  5. De in deze beschikking vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor teeltmateriaal voor land-, tuin- en bosbouw,

HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:

Artikel 1

In afwijking van artikel 4, lid 1, en de artikelen 7 en 11 van Richtlijn 2002/53/EG mag Roemenië de toepassing van die richtlijn, wat betreft het op zijn grondgebied in de handel brengen van zaaizaad van de rassen die zijn opgesomd in de bijlage bij deze beschikking, voor een periode van drie jaar volgend op de toetredingsdatum uitstellen.

Tijdens die periode wordt dergelijk zaaizaad uitsluitend in de handel gebracht op het grondgebied van Roemenië. Elk etiket of document, van officiële of andere aard, dat is vastgehecht aan de verpakkingen zaaizaad of dat deze verpakkingen volgens de bepalingen van deze beschikking vergezelt, geeft duidelijk aan dat het zaaizaad alleen bedoeld is om op het grondgebied van Roemenië in de handel te worden gebracht.

Artikel 2

Deze beschikking is van toepassing onder voorbehoud van en met ingang van de datum van inwerkingtreding van het Verdrag betreffende de toetreding van Bulgarije en Roemenië.

Artikel 3

Deze beschikking is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Brussel, op 18 december 2006.

Voor de Commissie

Markos Kyprianou

Lid van de Commissie

BIJLAGE