Home

Beschikking van de Commissie van 4 april 2007 tot wijziging van Beschikking 2003/249/EG wat betreft de verlenging van de duur van de tijdelijke afwijkingen van sommige bepalingen van Richtlijn 2000/29/EG van de Raad voor aardbeiplanten (Fragaria L.), bestemd voor opplant, met uitzondering van zaden, van oorsprong uit Chili (Kennisgeving geschied onder nummer C(2007) 1455) (2007/221/EG)

Beschikking van de Commissie van 4 april 2007 tot wijziging van Beschikking 2003/249/EG wat betreft de verlenging van de duur van de tijdelijke afwijkingen van sommige bepalingen van Richtlijn 2000/29/EG van de Raad voor aardbeiplanten (Fragaria L.), bestemd voor opplant, met uitzondering van zaden, van oorsprong uit Chili (Kennisgeving geschied onder nummer C(2007) 1455) (2007/221/EG)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Richtlijn 2000/29/EG van de Raad van 8 mei 2000 betreffende de beschermende maatregelen tegen het binnenbrengen en de verspreiding in de Gemeenschap van voor planten en voor plantaardige producten schadelijke organismen(1), en met name op artikel 15, lid 1,

Overwegende hetgeen volgt:

  1. Krachtens Richtlijn 2000/29/EG mogen voor opplant bestemde aardbeiplanten (Fragaria L.), met uitzondering van zaden, van oorsprong uit niet-Europese landen, met uitzondering van de mediterrane landen, Australië, Nieuw-Zeeland, Canada en de continentale staten van de Verenigde Staten van Amerika, in beginsel niet in de Gemeenschap worden binnengebracht. Krachtens die richtlijn kan evenwel van deze regel worden afgeweken als vaststaat dat er geen gevaar is voor verspreiding van schadelijke organismen.

  2. Bij Beschikking 2003/249/EG van de Commissie(2) worden de lidstaten gemachtigd om voor aardbeiplanten (Fragaria L.), bestemd voor opplant, met uitzondering van zaden, van oorsprong uit Chili, tijdelijk af te wijken van sommige bepalingen van Richtlijn 2000/29/EG.

  3. De omstandigheden op grond waarvan de machtiging tot afwijking is verleend, zijn nog niet veranderd en er is geen nieuwe informatie op grond waarvan de specifieke voorwaarden zouden moeten worden herzien.

  4. Daarom moeten de lidstaten worden gemachtigd onder specifieke voorwaarden het binnenbrengen van dergelijke planten op hun grondgebied voor een beperkte periode toe te staan.

  5. De in deze beschikking vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Plantenziektekundig Comité,

HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:

Artikel 1

Aan artikel 1, tweede alinea, van Beschikking 2003/249/EG worden de volgende punten e) tot en met h) toegevoegd:

  1. 1 juni 2007 tot en met 30 september 2007;

  2. 1 juni 2008 tot en met 30 september 2008;

  3. 1 juni 2009 tot en met 30 september 2009;

  4. 1 juni 2010 tot en met 30 september 2010.”.

Artikel 2

Deze beschikking is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Brussel, 4 april 2007.

Voor de Commissie

Markos Kyprianou

Lid van de Commissie