Home

2007/512/EG: Besluit van de Raad van 15 februari 2007 betreffende de ondertekening, namens de Europese Gemeenschap, en de voorlopige toepassing van een regeling tussen de Europese Gemeenschap enerzijds en de Republiek IJsland en het Koninkrijk Noorwegen anderzijds inzake de wijze waarop deze twee staten worden betrokken bij het Europees Agentschap voor het beheer van de operationele samenwerking aan de buitengrenzen van de lidstaten van de Europese Unie

2007/512/EG: Besluit van de Raad van 15 februari 2007 betreffende de ondertekening, namens de Europese Gemeenschap, en de voorlopige toepassing van een regeling tussen de Europese Gemeenschap enerzijds en de Republiek IJsland en het Koninkrijk Noorwegen anderzijds inzake de wijze waarop deze twee staten worden betrokken bij het Europees Agentschap voor het beheer van de operationele samenwerking aan de buitengrenzen van de lidstaten van de Europese Unie

Besluit van de Raad

van 15 februari 2007

betreffende de ondertekening, namens de Europese Gemeenschap, en de voorlopige toepassing van een regeling tussen de Europese Gemeenschap enerzijds en de Republiek IJsland en het Koninkrijk Noorwegen anderzijds inzake de wijze waarop deze twee staten worden betrokken bij het Europees Agentschap voor het beheer van de operationele samenwerking aan de buitengrenzen van de lidstaten van de Europese Unie

(2007/512/EG)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 62, punt 2, onder a), en artikel 66, juncto artikel 300, lid 2, eerste alinea, eerste zin,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

(1) Volgens artikel 21, lid 3, van Verordening (EG) nr. 2007/2004 van de Raad van 26 oktober 2004 tot oprichting van een Europees Agentschap voor het beheer van de operationele samenwerking aan de buitengrenzen van de lidstaten van de Europese Unie [1] dienen de landen die betrokken zijn bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis, in het agentschap te participeren. Nadere bijzonderheden van hun deelname aan de werkzaamheden van het agentschap dienen te worden uitgewerkt in afzonderlijke tussen de Gemeenschap en die landen te sluiten regelingen.

(2) Nadat op 7 oktober 2004 aan de Commissie een machtiging was verleend, is met de Republiek IJsland en het Koninkrijk Noorwegen onderhandeld over een regeling inzake de wijze waarop deze twee staten worden betrokken bij het Europees Agentschap voor het beheer van de operationele samenwerking aan de buitengrenzen van de lidstaten van de Europese Unie.

(3) Onder voorbehoud van de sluiting van de regeling op een latere datum, dient de op 18 mei 2005 geparafeerde regeling te worden ondertekend en de aangehechte gemeenschappelijke verklaring te worden goedgekeurd. De regeling dient voorlopig te worden toegepast.

(4) Overeenkomstig de artikelen 1 en 2 van het aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap gehechte protocol betreffende de positie van Denemarken neemt Denemarken niet deel aan de aanneming van onderhavig besluit en is dit niet bindend voor, noch van toepassing in deze lidstaat. Aangezien dit besluit evenwel een uitwerking van het Schengenacquis behelst op grond van de bepalingen van het derde deel, titel IV, van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, dient Denemarken overeenkomstig artikel 5 van voornoemd protocol binnen een termijn van zes maanden na de datum van vaststelling van dit besluit, te beslissen of het dit in zijn nationale wetgeving zal omzetten.

(5) Onderhavig besluit houdt een ontwikkeling in van de bepalingen van het Schengenacquis waaraan het Verenigd Koninkrijk overeenkomstig Besluit 2000/365/EG van de Raad van 29 mei 2000 betreffende het verzoek van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland deel te mogen nemen aan enkele van de bepalingen van het Schengenacquis [2] niet deelneemt. Het Verenigd Koninkrijk neemt derhalve niet deel aan de aanneming van onderhavig besluit en dit is niet bindend voor, noch van toepassing in deze lidstaat.

(6) Onderhavig besluit houdt een ontwikkeling in van de bepalingen van het Schengenacquis waaraan Ierland overeenkomstig Besluit 2002/192/EG van de Raad van 28 februari 2002 betreffende het verzoek van Ierland deel te mogen nemen aan enkele van de bepalingen van het Schengenacquis [3] niet deelneemt. Ierland neemt derhalve niet deel aan de aanneming van onderhavig besluit en dit is niet bindend voor, noch van toepassing in deze lidstaat,

BESLUIT:

Artikel 1

De Regeling tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek IJsland en het Koninkrijk Noorwegen inzake de wijze waarop deze staten worden betrokken bij het Europees Agentschap voor het beheer van de operationele samenwerking aan de buitengrenzen van de lidstaten van de Europese Unie wordt namens de Gemeenschap ondertekend en de gemeenschappelijke verklaring goedgekeurd.

De tekst van de regeling en de gemeenschappelijke verklaring zijn aan dit besluit gehecht.

Artikel 2

De voorzitter van de Raad is gemachtigd de persoon aan te wijzen die bevoegd is om namens de Europese Gemeenschap de regeling te ondertekenen onder voorbehoud van sluiting.

Artikel 3

Overeenkomstig artikel 9, lid 2, van de regeling wordt de regeling voorlopig toegepast in afwachting van de voltooiing van de voor de sluiting ervan vereiste procedures [4].

Gedaan te Brussel, 15 februari 2007.

Voor de Raad

De voorzitter

W. Schäuble

[1] PB L 349 van 25.11.2004, blz. 1.

[2] PB L 131 van 1.6.2000, blz. 43.

[3] PB L 64 van 7.3.2002, blz. 20.

[4] De datum van ondertekening van de regeling wordt door het secretariaat-generaal van de Raad bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie.

--------------------------------------------------