Home

Beschikking van de Commissie van 22 oktober 2007 waarbij een door Ierland gevraagde afwijking krachtens Richtlijn 91/676/EEG van de Raad inzake de bescherming van water tegen verontreiniging door nitraten uit agrarische bronnen wordt toegestaan (Kennisgeving geschied onder nummer C(2007) 5095) (Slechts de tekst in de Engelse taal is authentiek) (2007/697/EG)

Beschikking van de Commissie van 22 oktober 2007 waarbij een door Ierland gevraagde afwijking krachtens Richtlijn 91/676/EEG van de Raad inzake de bescherming van water tegen verontreiniging door nitraten uit agrarische bronnen wordt toegestaan (Kennisgeving geschied onder nummer C(2007) 5095) (Slechts de tekst in de Engelse taal is authentiek) (2007/697/EG)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Richtlijn 91/676/EEG van de Raad van 12 december 1991 inzake de bescherming van water tegen verontreiniging door nitraten uit agrarische bronnen(1), en met name op bijlage III, punt 2, derde alinea,

Overwegende hetgeen volgt:

  1. Wanneer een lidstaat voornemens is een andere hoeveelheid dierlijke mest per hectare per jaar op of in de bodem te brengen dan is bepaald in bijlage III, punt 2, tweede alinea, eerste zin en onder a), van Richtlijn 91/676/EEG, moet deze hoeveelheid zodanig worden vastgesteld dat geen afbreuk wordt gedaan aan de verwezenlijking van de in artikel 1 van die richtlijn genoemde doelstellingen en moet deze hoeveelheid worden gemotiveerd op basis van objectieve criteria zoals, in het onderhavige geval, lange groeiperiodes en gewassen met een hoge stikstofopname.

  2. Op 12 november 2004 heeft Ierland een verzoek tot afwijking uit hoofde van bijlage III, punt 2, derde alinea, van Richtlijn 91/676/EEG bij de Commissie ingediend. Op 18 oktober 2006 is een geactualiseerde versie van dit verzoek ingediend, gebaseerd op de herziene nationale wetgeving (European Communities (Good Agricultural Practice for the Protection of Waters) Regulations, 2006 (Statutory Instrument Number 378 of 2006)).

  3. De gevraagde afwijking betreft het voornemen van Ierland om toestemming te geven om op landbouwbedrijven met ten minste 80 % grasland 250 kg stikstof uit dierlijke mest per hectare per jaar op of in de bodem te brengen. Maximaal 10 000 rundveehouderijen in Ierland, d.w.z. 8 % van alle bedrijven, 8 % van de benutte landbouwgrond en 20 % van de grootvee-eenheden, zouden onder de afwijking kunnen vallen.

  4. De Ierse wetgeving tot uitvoering van Richtlijn 91/676/EEG, de European Communities (Good Agricultural Practice for the Protection of Waters) Regulations, 2006 (Statutory Instrument Number 378 of 2006), is eveneens van toepassing op de gevraagde afwijking.

  5. In de Ierse wetgeving tot uitvoering van Richtlijn 91/676/EEG wordt de maximale mestgift voor zowel stikstof als fosfaat vastgesteld. Deze maximale mestgift wordt gedifferentieerd op basis van het stikstof- en fosfaatgehalte van de bodem en houdt derhalve rekening met de bijdrage van stikstof en fosfaat uit de bodem.

  6. Uit het derde verslag over de uitvoering van de nitraatrichtlijn in Ierland en de recente verslagen van het Bureau voor milieubescherming over de periode 2001-2003 die bij de Commissie zijn ingediend, blijkt dat de gemiddelde gemeten nitraatconcentratie in het grondwater in de orde van grootte van 2,5 mg N/l ligt en dat op slechts 2 % van de bemonsteringspunten een concentratie van meer dan 50 mg nitraat/l werd gemeten. Uit de gegevens over de waterkwaliteit in rivieren in de periode 2000-2003 blijkt dat de gemiddelde waarde in de Eurowaternet-meetstations 6,9 mg nitraat/l bedraagt.

  7. Op 70 % van de grondwatermonitoringlocaties blijkt de nitraatconcentratie een stabiele of dalende tendens te vertonen; in de rivieren is in 2001-2003 in vergelijking met de vorige rapportageperiode 1995-1997 een verbetering van de kwaliteit geregistreerd en is de daling van de waterkwaliteit die sinds het eind van de jaren tachtig was geconstateerd, omgebogen. Ook is een afname van het aantal hypertrofe meren geconstateerd.

  8. Ierland past overeenkomstig artikel 3, lid 5, van Richtlijn 91/676/EEG op zijn hele grondgebied een actieprogramma toe overeenkomstig de European Communities (Good Agricultural Practice for the Protection of Waters) Regulations, 2006 (Statutory Instrument Number 378 of 2006).

  9. De omvang van de veestapel en het gebruik van kunstmest zijn het afgelopen decennium afgenomen. De daling was in de periode 1997-2004 voor runderen, varkens en schapen respectievelijk 7 %, 3 % en 17 %. De gemiddelde stikstofbelasting door dierlijke mest was in 2004 103 kg/ha en dit is een significante afname in vergelijking met de 140 kg/ha in 1998. De gemiddelde belasting met fosfor (P) was 16 kg/ha. Het gebruik van stikstofkunstmest daalde in de periode van 1999 tot 2005 met 21 %, het gebruik van fosfaatkunstmest in de periode van 1995 tot 2005 met 37 %.

  10. In Ierland wordt 90 % van de landbouwgrond als grasland gebruikt en dan met name soorten grasland die zeer geschikt zijn voor de graslandproductie. In totaal valt 47 % van het oppervlak van graslandbedrijven onder de extensieve landbouw en dit heeft derhalve een relatief lage veebezetting en een lage mestgift, 36 % valt onder milieuprogramma’s voor de landbouw (de Rural Environment Protection Scheme, REP Scheme) en slechts 7 % valt onder de intensieve landbouw; 10 % wordt voor de akkerbouw gebruikt. Het gemiddelde gebruik van kunstmest op grasland is 82 kg stikstof/ha en 7,6 kg fosfor/ha.

  11. Het Ierse klimaat wordt gekenmerkt door een gelijkmatig over het jaar verdeelde regenval en een betrekkelijk klein jaarlijks temperatuurbereik, hetgeen bevorderlijk is voor een lange groeiperiode voor gras, die varieert van 330 dagen per jaar in het zuidwesten tot ongeveer 250 dagen per jaar in het noordoosten.

  12. Uit de bij de Ierse kennisgeving ingediende technische en wetenschappelijke documenten blijkt dat de voorgestelde hoeveelheid van 250 kg stikstof uit mest van graasvee per hectare per jaar op landbouwbedrijven met ten minste 80 % grasland gerechtvaardigd is op basis van objectieve criteria zoals lange groeiperiodes en gewassen met een hoge stikstofopname.

  13. De Commissie is derhalve van mening dat de door Ierland aangevraagde hoeveelheid dierlijke mest geen afbreuk zal doen aan de verwezenlijking van de doelstellingen van Richtlijn 91/676/EEG, mits aan bepaalde strenge voorwaarden wordt voldaan.

  14. Deze beschikking dient van toepassing te zijn in samenhang met het actieprogramma van Ierland, de European Communities (Good Agricultural Practice for the Protection of Waters) Regulations, 2006 (Statutory Instrument Number 378 of 2006).

  15. De in deze beschikking vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het bij artikel 9 van Richtlijn 91/676/EEG ingestelde Nitraatcomité,

HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:

Artikel 1

De door Ierland bij brief van 18 oktober 2006 gevraagde afwijking, waarmee wordt beoogd een grotere hoeveelheid dierlijke mest toe te staan dan in bijlage III, punt 2, tweede alinea, eerste zin en onder a), van Richtlijn 91/676/EEG wordt bepaald, wordt onder de in deze beschikking neergelegde voorwaarden toegestaan.

Artikel 2 Definities

In deze beschikking wordt verstaan onder:

  1. „graslandbedrijf”: een landbouwbedrijf waar 80 % of meer van de landbouwgrond die voor het op- of inbrengen van mest beschikbaar is, gras is;

  2. „graasvee”: runderen (met uitzondering van mestkalveren), schapen, herten, geiten en paarden;

  3. „gras”: blijvend grasland of tijdelijk grasland (tijdelijk betekent dat de betrokken grond gedurende minder dan vier jaar grasland is).

Artikel 3 Toepassingsgebied

Deze beschikking geldt op individuele basis en met inachtneming van de in de artikelen 4, 5 en 6 vastgestelde voorwaarden voor graslandbedrijven.

Artikel 4 Jaarlijkse toestemming en verbintenis

1.

Landbouwers die van een afwijking gebruik willen maken, dienen jaarlijks een aanvraag in bij de bevoegde instanties.

2.

Tegelijk met de in lid 1 bedoelde jaarlijkse aanvraag verklaren zij schriftelijk dat zij zich ertoe verbinden aan de in de artikelen 5 en 6 vastgestelde voorwaarden te voldoen.

3.

De bevoegde instanties zorgen ervoor dat op alle aanvragen voor afwijkingen administratieve controle wordt uitgevoerd. Wanneer uit de door de nationale instanties uitgevoerde controle van de in lid 1 bedoelde aanvragen blijkt dat niet aan de in de artikelen 5 en 6 vastgestelde voorwaarden wordt voldaan, wordt de aanvrager daarvan in kennis gesteld. In dit geval wordt de aanvraag als afgewezen beschouwd.

Artikel 5 Op- of inbrengen van dierlijke en andere meststoffen

Artikel 6 Landbeheer

Artikel 7 Andere maatregelen

Artikel 8 Monitoring

Artikel 9 Controles

Artikel 10 Rapportage

Artikel 11 Toepassing

Artikel 12