Home

Verordening (EG) nr. 850/2007 van de Commissie van 19 juli 2007 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 378/2005 tot vaststelling van gedetailleerde voorschriften voor de uitvoering van Verordening (EG) nr. 1831/2003 van het Europees Parlement en de Raad, wat betreft de verplichtingen en taken van het communautaire referentielaboratorium betreffende vergunningsaanvragen voor toevoegingsmiddelen voor diervoeding (Voor de EER relevante tekst)

Verordening (EG) nr. 850/2007 van de Commissie van 19 juli 2007 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 378/2005 tot vaststelling van gedetailleerde voorschriften voor de uitvoering van Verordening (EG) nr. 1831/2003 van het Europees Parlement en de Raad, wat betreft de verplichtingen en taken van het communautaire referentielaboratorium betreffende vergunningsaanvragen voor toevoegingsmiddelen voor diervoeding (Voor de EER relevante tekst)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1831/2003 van het Europees Parlement en de Raad van 22 september 2003 betreffende toevoegingsmiddelen voor diervoeding(1), en met name op artikel 21, derde alinea,

Overwegende hetgeen volgt:

  1. Verordening (EG) nr. 1831/2003 stelt een communautaire procedure vast voor het verlenen van vergunningen voor het in de handel brengen en het gebruik van toevoegingsmiddelen voor diervoeding. Zij bepaalt dat wie een vergunning voor een toevoegingsmiddel voor diervoeding of voor een nieuw gebruik van een toevoegingsmiddel aanvraagt, bij de Commissie een vergunningsaanvraag overeenkomstig die verordening indient („de aanvraag”).

  2. Verordening (EG) nr. 1831/2003 voorziet bovendien in de oprichting van een communautair referentielaboratorium („CRL”) voor de uitvoering van bepaalde verplichtingen en taken overeenkomstig bijlage II bij die verordening. In die verordening wordt ook bepaald dat het CRL kan worden bijgestaan door een consortium van nationale referentielaboratoria.

  3. Verordening (EG) nr. 378/2005 stelt gedetailleerde voorschriften voor de uitvoering van Verordening (EG) nr. 1831/2003 vast wat de aanvragen en de verplichtingen en taken van het CRL betreft.

  4. Artikel 4, lid 1, van Verordening (EG) nr. 378/2005 bepaalt dat het CRL van de aanvrager een bijdrage in de kosten voor elke aanvraag vraagt („bijdrage in de kosten”). Bovendien bevat bijlage II bij die verordening een lijst van het consortium van nationale referentielaboratoria.

  5. Het bedrag van de bijdrage in de kosten is sinds de inwerkingtreding van Verordening (EG) nr. 378/2005 niet aangepast en moet worden verhoogd, rekening houdend met de sindsdien opgedane ervaring.

  6. Tsjechië, Ierland, Hongarije en Finland hebben de Commissie meegedeeld dat de naam of bepaalde bijzonderheden van hun nationaal referentielaboratorium dat deel uitmaakt van het consortium, zijn gewijzigd. Bijgevolg moet de lijst in bijlage II bij Verordening (EG) nr. 378/2005 worden vervangen door de lijst in de bijlage bij deze verordening.

  7. Verordening (EG) nr. 378/2005 moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd.

  8. De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Verordening (EG) nr. 378/2005 wordt als volgt gewijzigd:

  1. In artikel 4 wordt lid 1 vervangen door:

    „1.

    Het CRL vraagt van de aanvrager een bijdrage in de kosten van 6 000 EUR voor elke aanvraag („de bijdrage in de kosten”).”.

  2. Bijlage II wordt vervangen door de tekst in de bijlage bij deze verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 19 juli 2007.

Voor de Commissie

Markos Kyprianou

Lid van de Commissie

BIJLAGE

Gemeenschappelijk Centrum voor Onderzoek van de Europese Commissie. Instituut voor Referentiemateriaal en Metingen. Geel, België.

  • Federaal Voedingslabo Tervuren (AFSCA-FAVV), Tervuren,

  • Vlaamse Instelling voor Technologisch Onderzoek (VITO), Mol.

  • Ústřední kontrolní a zkušební ústav zemědělský (ÚKZÚZ), Praha.

  • Plantedirektoratets Laboratorium, Lyngby.

  • Schwerpunktlabor Futtermittel des Bayerischen Landesamtes für Gesundheit und Lebensmittelsicherheit (LGL), Oberschleißheim,

  • Landwirtschaftliche Untersuchungs- und Forschungsanstalt (LUFA) Speyer, Speyer,

  • Sächsische Landesanstalt für Landwirtschaft, Fachbereich 8 — Landwirtschaftliches Untersuchungswesen, Leipzig,

  • Thüringer Landesanstalt für Landwirtschaft (TLL), Abteilung Untersuchungswesen. Jena.

  • Põllumajandusuuringute Keskus (PMK), Jääkide ja saasteainete labor, Saku, Harjumaa,

  • Põllumajandusuuringute Keskus (PMK), Taimse materjali analüüsi labor, Saku, Harjumaa.

  • The State Laboratory, Kildare.

  • Laboratorio Arbitral Agroalimentario, Ministerio de Agricultura, Pesca y Alimentación, Madrid,

  • Laboratori Agroalimentari, Departament d’Agricultura, Ramaderia i Pesca, Generalitat de Catalunya, Cabrils.

  • Laboratoire de Rennes, Direction générale de la concurrence, de la consommation et de la répression des fraudes (DGCCRF), Rennes.

  • Istituto Superiore di Sanità, Dipartimento di Sanità alimentare ed animale, Roma,

  • Centro di referenza nazionale per la sorveglianza ed il controllo degli alimenti per gli animali (CReAA), Torino.

  • Εργαστήριο Ελέγχου Ζωοτροφών, Τμήμα Γεωργίας, Λευκωσία.

  • Valsts veterinārmedicīnas diagnostikas centrs (VVMDC), Rīga.

  • Nacionalinė veterinarijos laboratorija, Vilnius,

  • Klaipėdos apskrities VMVT laboratorija, Klaipėda.

  • Laboratoire de contrôle et d'essais — ASTA, Ettelbruck.

  • Mezőgazdasági Szakigazgatási Hivatal (MgSzH) Élelmiszer- és Takarmánybiztonsági Igazgatóság, Központi Takarmányvizsgáló Laboratórium – Nemzeti Referencia Laboratórium, Budapest.

  • RIKILT-Instituut voor Voedselveiligheid, Wageningen,

  • Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM), Bilthoven.

  • Österreichische Agentur für Gesundheit und Ernährungssicherheit (AGES), Wien.

  • Instytut Zootechniki w Krakowie, Krajowe Laboratorium Pasz, Lublin,

  • Państwowy Instytut Weterynaryjny, Puławy.

  • Laboratorio Nacional de Investigação Veterinária, Lisboa.

  • Univerza v Ljubljani, Veterinarska fakulteta. Nacionalni veterinarski inštitut, Enota za patologijo prehrane in higieno okolja, Ljubljana,

  • Kmetijski inštitut Slovenije, Ljubljana.

  • Skúšobné laboratórium – Oddelenie analýzy krmív, Ústredný kontrolný a skúšobný ústav poľnohospodársky, Bratislava.

  • Elintarviketurvallisuusvirasto/Livsmedelssäkerhetsverket (Evira), Helsinki/Helsingfors.

  • Foderavdelningen, Statens Veterinärmedicinska Anstalt (SVA), Uppsala.

  • The Laboratory of the Government Chemist, Teddington.

  • LabNett AS, Agricultural Chemistry Laboratory, Stjørdal.”

„BIJLAGE II