Home

Verordening (EG) nr. 1146/2007 van de Commissie van 2 oktober 2007 tot vaststelling van een programma voor de toewijzing aan de lidstaten van aan het begrotingsjaar 2008 toe te rekenen middelen voor de levering van levensmiddelen uit de interventievoorraden aan de meest behoeftigen in de Gemeenschap

Verordening (EG) nr. 1146/2007 van de Commissie van 2 oktober 2007 tot vaststelling van een programma voor de toewijzing aan de lidstaten van aan het begrotingsjaar 2008 toe te rekenen middelen voor de levering van levensmiddelen uit de interventievoorraden aan de meest behoeftigen in de Gemeenschap

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EEG) nr. 3730/87 van de Raad van 10 december 1987 houdende algemene voorschriften voor de levering van levensmiddelen uit interventievoorraden aan bepaalde organisaties met het oog op verstrekking aan de meest hulpbehoevenden in de Gemeenschap(1), en met name op artikel 6,

Gelet op Verordening (EG) nr. 2799/98 van de Raad van 15 december 1998 tot vaststelling van het agromonetaire stelsel voor de euro(2), en met name op artikel 3, lid 2,

Overwegende hetgeen volgt:

  1. Overeenkomstig artikel 2 van Verordening (EEG) nr. 3149/92 van de Commissie van 29 oktober 1992 houdende uitvoeringsbepalingen met betrekking tot de levering van levensmiddelen uit interventievoorraden aan de meest behoeftigen in de Gemeenschap(3) moet de Commissie een distributieprogramma vaststellen dat moet worden gefinancierd met de voor het begrotingsjaar 2008 beschikbare kredieten. In dat programma moet voor elk van de lidstaten die aan de actie deelnemen, met name worden bepaald welke financiële middelen maximaal beschikbaar worden gesteld voor de uitvoering van zijn deel van het programma en welke hoeveelheid van elke soort producten uit de interventievoorraden mag worden genomen.

  2. De bij het programma voor het begrotingsjaar 2008 betrokken lidstaten hebben overeenkomstig artikel 1 van Verordening (EEG) nr. 3149/92 de nodige gegevens verstrekt.

  3. Voor de verdeling van de middelen moet rekening worden gehouden met de opgedane ervaring en met de mate waarin de lidstaten gebruik hebben gemaakt van de middelen die hun in de voorgaande begrotingsjaren waren toegewezen.

  4. Artikel 2, lid 3, punt 1, onder c), van Verordening (EEG) nr. 3149/92 voorziet in de toewijzing van bedragen voor de aankoop op de markt van producten die tijdelijk niet beschikbaar zijn in de interventievoorraden. Aangezien de interventievoorraden granen, mageremelkpoeder en rijst momenteel zeer klein zijn en er reeds maatregelen zijn genomen voor de verkoop van die voorraden op de markt, respectievelijk voor de distributie ervan in het kader van Verordening (EEG) nr. 3149/92 en aangezien ook niet te verwachten is dat in 2007 nog hoeveelheden van deze levensmiddelen zullen worden aangekocht, dienen de bovenbedoelde toewijzingen te worden bepaald opdat de granen, het mageremelkpoeder en de rijst die nodig zijn voor de uitvoering van het programma voor het begrotingsjaar 2008, kunnen worden aangekocht op de markt.

  5. Artikel 7, lid 1, van Verordening (EEG) nr. 3149/92 voorziet in de overdracht tussen lidstaten van producten die niet beschikbaar zijn in de interventievoorraden van de lidstaat waar zij nodig zijn voor de uitvoering van het jaarprogramma. Derhalve dient onder de bij artikel 7 van Verordening (EEG) nr. 3149/92 vastgestelde voorwaarden toestemming te worden verleend voor de intracommunautaire overdrachten die nodig zijn voor de uitvoering van het programma voor 2008.

  6. Voor de toepassing van het programma moet het ontstaansfeit in de zin van artikel 3 van Verordening (EG) nr. 2799/98 worden geacht te hebben plaatsgevonden op de begindatum van het boekjaar voor het beheer van de interventievoorraden.

  7. Overeenkomstig artikel 2, lid 2, van Verordening (EEG) nr. 3149/92 heeft de Commissie de belangrijkste organisaties die vertrouwd zijn met de problemen van de meest behoeftigen in de Gemeenschap, in het kader van de opstelling van dit programma geraadpleegd.

  8. Het Comité van beheer voor granen heeft geen advies uitgebracht binnen de door zijn voorzitter bepaalde termijn,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Voor 2008 worden ter uitvoering van Verordening (EEG) nr. 3730/87 levensmiddelen aan de meest behoeftigen in de Gemeenschap verstrekt overeenkomstig het in bijlage I bij de onderhavige verordening vastgestelde jaarprogramma voor de verstrekking van levensmiddelen.

Artikel 2

De bedragen die aan de lidstaten worden toegewezen voor de aankoop, op de markt, van de granen, het mageremelkpoeder en de rijst die nodig zijn in het kader van het in artikel 1 bedoelde programma, worden vastgesteld in bijlage II.

Artikel 3

De intracommunautaire overdracht van de in bijlage III bij de onderhavige verordening vermelde producten wordt toegestaan onder de bij artikel 7 van Verordening (EEG) nr. 3149/92 vastgestelde voorwaarden.

Artikel 4

Voor de uitvoering van het in artikel 1 van de onderhavige verordening bedoelde jaarprogramma wordt de datum van het in artikel 3 van Verordening (EG) nr. 2799/98 bedoelde ontstaansfeit vastgesteld op 1 oktober 2007.

Artikel 5

BIJLAGE I

BIJLAGE II

BIJLAGE III