Verordening (EG) nr. 1438/2003 wordt als volgt gewijzigd:
-
Artikel 2 wordt als volgt gewijzigd:
-
Lid 1 wordt vervangen door:
„GTa1” of de „totale tonnage van de vaartuigen die tussen 1 januari 2003 en 31 december 2006 met overheidssteun aan de vloot zijn onttrokken”: de totale tonnage van de vaartuigen die met overheidssteun aan de vloot zijn onttrokken tussen 1 januari 2003 en 31 december 2006. In de in artikel 4 vastgestelde formule voor het referentieniveau in tonnage wordt met deze waarde slechts rekening gehouden voor de hoeveelheid capaciteit bovenop de vermindering in tonnage die nodig was om te voldoen aan de referentieniveaus uit hoofde van artikel 12, lid 1, van Verordening (EG) nr. 2371/2002.
Voor de nieuwe lidstaten wordt onder „GTa1” of de „totale tonnage van de vaartuigen die tussen 1 januari 2003 en 31 december 2006 met overheidssteun aan de vloot zijn onttrokken” verstaan de totale tonnage van de vaartuigen die met overheidssteun aan de vloot zijn onttrokken tussen de datum van toetreding en 31 december 2006.”.
-
Lid 3 wordt vervangen door:
„GTa2” of de „totale tonnage van de vaartuigen die na 31 december 2006 met overheidssteun aan de vloot zijn onttrokken”: de totale tonnage van de vaartuigen die met overheidssteun aan de vloot zijn onttrokken tussen 1 januari 2007 en de datum waarvoor GTt is berekend. In de in artikel 4 vastgestelde formule voor het referentieniveau in tonnage wordt met deze waarde slechts rekening gehouden voor de hoeveelheid capaciteit bovenop de vermindering in tonnage die nodig was om te voldoen aan de referentieniveaus uit hoofde van artikel 12, lid 1, van Verordening (EG) nr. 2371/2002.”.
-
Lid 11 wordt vervangen door:
„nieuwe lidstaten”: een lidstaat die na 1 januari 2003 tot de Gemeenschap is toegetreden.”.
-
Het volgende lid 12 wordt toegevoegd:
„kWr” of „het totale vermogen van de motoren die, onder voorwaarde van een vermogensvermindering, met overheidssteun zijn vervangen”: het totale vermogen van de motoren die na 31 december 2006 met overheidssteun zijn vervangen overeenkomstig artikel 25, lid 3, onder b) en c), van Verordening (EG) nr. 1198/2006 van de Raad(*).
-
-
Artikel 4 wordt vervangen door:
1.Voor elke lidstaat, met uitzondering van de nieuwe lidstaten, is het referentieniveau in tonnage op een tijdstip na 1 januari 2003 (R(GT)t) gelijk aan het in bijlage I voor die lidstaat bepaalde referentieniveau op 1 januari 2003 (R(GT)03),
-
verminderd met:
-
99 % van de totale tonnage van de vaartuigen die tussen 1 januari 2003 en 31 december 2006 met overheidssteun aan de vloot zijn onttrokken (GTa1),
-
96 % van de totale tonnage van de vaartuigen die na 31 december 2006 met overheidssteun aan de vloot zijn onttrokken (GTa2);
-
-
en vermeerderd met: de totale tonnageverhoging die is toegekend op grond van artikel 11, lid 5, van Verordening (EG) nr. 2371/2002 (GTS).
Deze referentieniveaus worden berekend volgens de volgende formule:
R(GT)t = R(GT)03 – 0,99 GTa1 – 0,96 GTa2 + GTS
Wanneer nieuwe vangstcapaciteit aan de vloot wordt toegevoegd overeenkomstig artikel 13, lid 1, onder b) ii), van Verordening (EG) nr. 2371/2002, worden de in de tweede alinea vermelde referentieniveaus overeenkomstig de onderstaande formule verminderd met 35 % van de totale tonnage van de vaartuigen van meer dan 100 GT die aan de vloot zijn toegevoegd met na 31 december 2002 toegekende overheidssteun (GT100):
R(GT)t = R(GT)03 – 0,99 GTa1 – 0,96 GTa2 – 0,35 GT100 + GTS
2.Voor elke lidstaat, met uitzondering van de nieuwe lidstaten, is het referentieniveau in motorvermogen op een tijdstip na 1 januari 2003 (R(kW)t) gelijk aan het in bijlage I voor die lidstaat bepaalde referentieniveau op 1 januari 2003 (R(kW)03), verminderd met het totale vermogen van de vaartuigen die na 31 december 2002 met overheidssteun aan de vloot zijn onttrokken (kWa) en met 20 % van het totale vermogen van de motoren die, onder voorwaarde van een vermogensvermindering, met overheidssteun zijn vervangen (kWr).
Deze referentieniveaus worden berekend volgens de volgende formule:
R(kW)t = R(kW)03 – kWa – 0,2 kWr
Wanneer nieuwe vangstcapaciteit aan de vloot wordt toegevoegd overeenkomstig artikel 13, lid 1, onder b) ii), van Verordening (EG) nr. 2371/2002, worden de in de tweede alinea vermelde referentieniveaus overeenkomstig de onderstaande formule verminderd met 35 % van het totale vermogen van de vaartuigen van meer dan 100 GT die aan de vloot zijn toegevoegd met na 31 december 2002 toegekende overheidssteun (KW100):
R(kW)t = R(kW)03 – kWa – 0,2 kWr – 0,35 kW100”.
-
-
Artikel 5 wordt geschrapt.
-
Artikel 6 wordt vervangen door:
Behalve voor de nieuwe lidstaten wordt voor de toepassing van artikel 7 de vangstcapaciteit in tonnage (GT03) en vermogen (kW03) op 1 januari 2003 bepaald rekening houdende — overeenkomstig bijlage II — met de vaartuigen die op grond van een administratief besluit dat de betrokken lidstaat tussen 1 januari 1998 en 31 december 2002 heeft genomen overeenkomstig de toen geldende wetgeving, en met name overeenkomstig de nationale regeling voor toevoeging/onttrekking die aan de Commissie is gemeld overeenkomstig artikel 6, lid 2, van Besluit 97/413/EG(*), aan de vloot zijn toegevoegd binnen vijf jaar na de datum van dat administratieve besluit.
-
Artikel 6 bis wordt vervangen door:
Voor de nieuwe lidstaten wordt voor de toepassing van artikel 7 bis de vangstcapaciteit in tonnage (GTacc) en vermogen (kWacc) op de datum van toetreding bepaald rekening houdende — overeenkomstig bijlage III — met de vaartuigen die op grond van een administratief besluit dat de betrokken lidstaat hoogstens vijf jaar vóór de datum van toetreding heeft genomen, aan de vloot zijn toegevoegd binnen vijf jaar na de datum van dat administratieve besluit.”.
-
Artikel 7 wordt vervangen door:
1.Om te voldoen aan artikel 13 van Verordening (EG) nr. 2371/2002 moet elke lidstaat, met uitzondering van de nieuwe lidstaten, ervoor zorgen dat de vangstcapaciteit in tonnage (GTt) steeds ten hoogste gelijk is aan de vangstcapaciteit op 1 januari 2003 (GT03),
-
verminderd met:
-
99 % van de totale tonnage van de vaartuigen die tussen 1 januari 2003 en 31 december 2006 met overheidssteun aan de vloot zijn onttrokken (GTa1),
-
96 % van de totale tonnage van de vaartuigen die na 31 december 2006 met overheidssteun aan de vloot zijn onttrokken (GTa2),
-
35 % van de totale tonnage van de vaartuigen van meer dan 100 GT die aan de vloot zijn toegevoegd met na 31 december 2002 toegekende overheidssteun (GT100);
-
-
en vermeerderd met:
-
de totale tonnageverhoging die is toegekend op grond van artikel 11, lid 5, van Verordening (EG) nr. 2371/2002 (GTS),
-
het resultaat van de hermeting van de vloot (Δ(GT-GRT)).
-
Elke lidstaat zorgt ervoor dat aan de volgende formule wordt voldaan:
GTt ≤ GT03 – 0,99 GTa1 – 0,96 GTa2 – 0,35 GT100 + GTS + Δ(GT-GRT)
2.Om te voldoen aan artikel 13 van Verordening (EG) nr. 2371/2002 moet elke lidstaat, met uitzondering van de nieuwe lidstaten, ervoor zorgen dat de vangstcapaciteit in vermogen (kWt) steeds ten hoogste gelijk is aan de vangstcapaciteit op 1 januari 2003 (kW03), verminderd met:
-
het totale vermogen van de vaartuigen die na 31 december 2002 met overheidssteun aan de vloot zijn onttrokken (kWa),
-
20 % van het totale vermogen van de motoren die, onder voorwaarde van een vermogensvermindering, met overheidssteun zijn vervangen (kWr),
-
35 % van het totale vermogen van de vaartuigen van meer dan 100 GT die aan de vloot zijn toegevoegd met na 31 december 2002 toegekende overheidssteun (kW100).
Elke lidstaat zorgt ervoor dat aan de volgende formule wordt voldaan:
kWt ≤ kW03 – kWa – 0,2 kWr – 0,35 kW100”
-
-
Artikel 7 bis wordt vervangen door:
1.Om te voldoen aan artikel 13 van Verordening (EG) nr. 2371/2002 moet elke nieuwe lidstaat ervoor zorgen dat de vangstcapaciteit in tonnage (GTt) steeds ten hoogste gelijk is aan de vangstcapaciteit op de datum van toetreding (GTacc),
-
verminderd met:
-
voor de nieuwe lidstaten die op 1 mei 2004 tot de Gemeenschap zijn toegetreden, 98,5 % van de totale tonnage van de vaartuigen die tussen die datum en 31 december 2006 met overheidssteun aan de vloot zijn onttrokken (GTa1),
-
voor elke nieuwe lidstaat 96 % van de totale tonnage van de vaartuigen die na 31 december 2006 met overheidssteun aan de vloot zijn onttrokken (GTa2),
-
voor elke nieuwe lidstaat 35 % van de totale tonnage van de vaartuigen van meer dan 100 GT die aan de vloot zijn toegevoegd met overheidssteun die op of na de datum van toetreding is toegekend (GT100);
-
-
en vermeerderd met:
-
de totale tonnageverhoging die is toegekend op grond van artikel 11, lid 5, van Verordening (EG) nr. 2371/2002 (GTS),
-
het resultaat van de hermeting van de vloot (Δ(GT-GRT)).
-
Elke nieuwe lidstaat zorgt ervoor dat aan de volgende formule wordt voldaan:
GTt ≤ GTacc – 0,985 GTa1 – 0,96 GTa2 – 0,35 GT100 + GTS + Δ(GT-GRT).
2.Om te voldoen aan artikel 13 van Verordening (EG) nr. 2371/2002 moet elke nieuwe lidstaat ervoor zorgen dat de vangstcapaciteit in vermogen (kWt) steeds ten hoogste gelijk is aan de vangstcapaciteit op de datum van toetreding (kWacc), verminderd met:
-
het totale vermogen van de vaartuigen die op of na de datum van toetreding met overheidssteun aan de vloot zijn onttrokken (kWa),
-
20 % van het totale vermogen van de motoren die, onder voorwaarde van een vermogensvermindering, met overheidssteun zijn vervangen (kWr),
-
35 % van het totale vermogen van de vaartuigen van meer dan 100 GT die aan de vloot zijn toegevoegd met overheidssteun die op of na de datum van toetreding is toegekend (kW100).
Elke nieuwe lidstaat zorgt ervoor dat aan de volgende formule wordt voldaan:
kWt ≤ kWacc – kWa – 0,2 kWr – 0,35 kW100”.
-
-
Bijlage II wordt gewijzigd overeenkomstig bijlage I bij deze verordening.
-
Bijlage III wordt vervangen door de tekst in bijlage II bij deze verordening.