De douane-instanties wordt overeenkomstig artikel 14, lid 5, van Verordening (EG) nr. 384/96 opdracht gegeven, de nodige maatregelen te nemen om de invoer in de Gemeenschap te registreren van bereide of verduurzaamde mandarijnen, tangerines en satsuma's daaronder begrepen, clementines, wilkings en andere dergelijke kruisingen van citrusvruchten, zonder toegevoegde alcohol, ook indien met toegevoegde suiker of andere zoetstoffen, zoals omschreven onder GN-post 2008, van oorsprong uit de Volksrepubliek China, ingedeeld onder de GN-codes 2008 30 55, 2008 30 75 en ex20083090 (Taric-codes 2008309061, 2008309063, 2008309065, 2008309067 en 2008309069). Deze registratie wordt negen maanden na de datum van inwerkingtreding van deze verordening beëindigd.
Verordening (EG) nr. 1295/2007 van de Commissie van 5 november 2007 tot onderwerping aan registratieplicht van de invoer van bepaalde bereide en verduurzaamde citrusvruchten (mandarijnen en dergelijke) van oorsprong uit de Volksrepubliek China
Verordening (EG) nr. 1295/2007 van de Commissie van 5 november 2007 tot onderwerping aan registratieplicht van de invoer van bepaalde bereide en verduurzaamde citrusvruchten (mandarijnen en dergelijke) van oorsprong uit de Volksrepubliek China
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Verordening (EG) nr. 384/96 van de Raad van 22 december 1995 betreffende beschermende maatregelen tegen invoer met dumping uit landen die geen lid zijn van de Europese Gemeenschap(1) („de basisverordening”), en met name op artikel 10, lid 4, en artikel 14, lid 5,
Na raadpleging van het raadgevend comité,
Overwegende hetgeen volgt:
De Commissie heeft overeenkomstig artikel 14, lid 5, van de basisverordening een verzoek ontvangen om de invoer van bepaalde bereide en verduurzaamde citrusvruchten (mandarijnen en dergelijke) van oorsprong uit de Volksrepubliek China aan registratieplicht te onderwerpen,
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Alle belanghebbenden wordt verzocht binnen twintig dagen na de bekendmaking van deze verordening hun standpunt schriftelijk uiteen te zetten en bewijsmateriaal te verstrekken of te verzoeken om te worden gehoord.
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op 9 november 2007.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 5 november 2007.
Voor de Commissie
Peter Mandelson
Lid van de Commissie