Home

Beschikking van de Commissie van 16 januari 2008 waarbij aan de lidstaten toestemming wordt verleend om de geldigheidsduur van voorlopige toelatingen voor de nieuwe werkzame stoffen benthiavalicarb, proquinazid en zilverthiosulfaat te verlengen (Kennisgeving geschied onder nummer C(2008) 9) (Voor de EER relevante tekst) (2008/56/EG)

Beschikking van de Commissie van 16 januari 2008 waarbij aan de lidstaten toestemming wordt verleend om de geldigheidsduur van voorlopige toelatingen voor de nieuwe werkzame stoffen benthiavalicarb, proquinazid en zilverthiosulfaat te verlengen (Kennisgeving geschied onder nummer C(2008) 9) (Voor de EER relevante tekst) (2008/56/EG)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Richtlijn 91/414/EEG van de Raad van 15 juli 1991 betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen(1), en met name op artikel 8, lid 1, vierde alinea,

Overwegende hetgeen volgt:

  1. Overeenkomstig artikel 6, lid 2, van Richtlijn 91/414/EEG heeft België in april 2002 van Kumiai Chemicals Industry Co. Ltd een aanvraag ontvangen voor de opname van de werkzame stof benthiavalicarb in bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG. Bij Beschikking 2003/35/EG van de Commissie(2) is bevestigd dat het dossier volledig is en geacht wordt in beginsel te voldoen aan de voorschriften inzake gegevens en informatie van de bijlagen II en III bij die richtlijn.

  2. In januari 2004 heeft het Verenigd Koninkrijk een aanvraag van DuPont (UK) Ltd met betrekking tot proquinazid ontvangen. Bij Beschikking 2004/686/EG van de Commissie(3) is bevestigd dat het dossier volledig is en geacht wordt in beginsel te voldoen aan de voorschriften inzake gegevens en informatie van de bijlagen II en III bij die richtlijn.

  3. In januari 2003 heeft Nederland van Enhold bv een aanvraag betreffende zilverthiosulfaat ontvangen. Bij Beschikking 2003/850/EG van de Commissie(4) is bevestigd dat het dossier volledig is en geacht wordt in beginsel te voldoen aan de voorschriften inzake gegevens en informatie van de bijlagen II en III bij die richtlijn.

  4. De bevestiging dat de dossiers volledig zijn, was nodig om deze grondig te kunnen onderzoeken en om de lidstaten de mogelijkheid te geven gewasbeschermingsmiddelen die de betrokken werkzame stoffen bevatten, voorlopig toe te laten voor een periode van ten hoogste drie jaar, met inachtneming van de voorwaarden van artikel 8, lid 1, van Richtlijn 91/414/EEG en met name de voorwaarde dat de werkzame stoffen en het gewasbeschermingsmiddel worden onderworpen aan een gedetailleerde evaluatie aan de hand van de voorschriften van de richtlijn.

  5. De uitwerking van deze werkzame stoffen op de gezondheid van de mens en het milieueffect ervan zijn overeenkomstig artikel 6, leden 2 en 4, van Richtlijn 91/414/EEG beoordeeld voor de door de aanvrager voorgestelde toepassingen. De als rapporteur optredende lidstaten hebben het ontwerpevaluatieverslag over elk van deze stoffen bij de Commissie ingediend, en wel op 10 mei 2004 voor benthiavalicarb, 9 juni 2006 voor proquinazid en 9 november 2005 voor zilverthiosulfaat.

  6. Nadat de als rapporteur optredende lidstaten de ontwerpevaluatieverslagen hadden ingediend, bleek het nodig de aanvragers om aanvullende informatie te vragen en moesten de als rapporteur optredende lidstaten deze informatie bestuderen en beoordelen. Daardoor is het onderzoek van de dossiers nog aan de gang en kan de evaluatie niet binnen de bij Richtlijn 91/414/EEG vastgestelde termijn worden afgerond.

  7. Aangezien de evaluatie tot nu toe geen aanleiding geeft tot onmiddellijke bezorgdheid, moet aan de lidstaten toestemming worden gegeven om de voorlopige toelatingen die zijn verleend voor gewasbeschermingsmiddelen die de desbetreffende werkzame stoffen bevatten, overeenkomstig artikel 8 van Richtlijn 91/414/EEG voor een periode van 24 maanden te verlengen, zodat het onderzoek van de dossiers kan worden voortgezet. Verwacht wordt dat voor benthiavalicarb, proquinazid en zilverthiosulfaat 24 maanden zullen volstaan om de evaluatie en de besluitvorming met betrekking tot de eventuele opname in bijlage I af te ronden.

  8. De in deze beschikking vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid,

HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:

Artikel 1

De lidstaten mogen de geldigheidsduur van de voorlopige toelatingen voor gewasbeschermingsmiddelen die benthiavalicarb, proquinazid of zilverthiosulfaat bevatten, verlengen met ten hoogste 24 maanden te rekenen vanaf de datum van vaststelling van deze beschikking.

Artikel 2

Deze beschikking is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Brussel, 16 januari 2008.

Voor de Commissie

Markos Kyprianou

Lid van de Commissie