Onverminderd artikel 2, worden de rekeningen van de betaalorganen van de lidstaten betreffende de door het Europees Landbouwgarantiefonds (ELGF) gefinancierde uitgaven over het begrotingsjaar 2007 goedgekeurd.
2008/396/EG: Beschikking van de Commissie van 30 april 2008 inzake de goedkeuring van de rekeningen van de betaalorganen van de lidstaten betreffende de door het Europees Landbouwgarantiefonds (ELGF) gefinancierde uitgaven over het begrotingsjaar 2007 (Kennisgeving geschied onder nummer C(2008) 1711)
2008/396/EG: Beschikking van de Commissie van 30 april 2008 inzake de goedkeuring van de rekeningen van de betaalorganen van de lidstaten betreffende de door het Europees Landbouwgarantiefonds (ELGF) gefinancierde uitgaven over het begrotingsjaar 2007 (Kennisgeving geschied onder nummer C(2008) 1711)
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Verordening (EG) nr. 1290/2005 van de Raad van 21 juni 2005 betreffende de financiering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid(1), en met name op de artikelen 30 en 32,
Na raadpleging van het Comité voor de Landbouwfondsen,
Overwegende hetgeen volgt:
De rekeningen van de in artikel 6, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1290/2005 bedoelde betaalorganen moeten worden goedgekeurd op basis van de door de lidstaten ingediende jaarrekeningen, vergezeld van de nodige gegevens. Bij de goedkeuring worden de volledigheid, de juistheid en de waarheidsgetrouwheid van de ingediende rekeningen beoordeeld in het licht van de door de certificerende instanties opgestelde rapporten.
Overeenkomstig artikel 5, lid 1, van Verordening (EG) nr. 883/2006 van de Commissie(2), welke verordening met name betrekking heeft op de gegevens die de lidstaten moeten verstrekken met het oog op de maandelijkse boeking van de uitgaven die worden gefinancierd uit het Europees Landbouwgarantiefonds (ELGF), worden voor het begrotingsjaar 2007 de uitgaven in aanmerking genomen die de lidstaten hebben gedaan in de periode van 16 oktober 2006 tot en met 15 oktober 2007.
De termijn waarover de lidstaten op grond van artikel 7, lid 2, van Verordening (EG) nr. 885/2006 van de Commissie(3), bij welke verordening uitvoeringsbepalingen inzake de procedure tot goedkeuring van de ELGF-rekeningen zijn vastgesteld, beschikten voor de indiening bij de Commissie van de stukken zoals bedoeld in artikel 8, lid 1, onder c), van Verordening (EG) nr. 1290/2005 en in artikel 7, lid 1, van Verordening (EG) nr. 885/2006, is verstreken.
De Commissie heeft de verstrekte gegevens gecontroleerd en heeft de lidstaten vóór 31 maart 2008 in kennis gesteld van de resultaten van haar verificaties en van de aan te brengen wijzigingen.
Overeenkomstig artikel 10, lid 1, eerste en tweede alinea, van Verordening (EG) nr. 885/2006 wordt bij de in artikel 30, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1290/2005 bedoelde beschikking tot boekhoudkundige goedkeuring van de rekeningen, onverminderd latere conformiteitsbeschikkingen op grond van artikel 31, lid 1, van die verordening, het als ten laste van het ELGF erkende bedrag van de gedurende het betrokken begrotingsjaar in elke lidstaat verrichte uitgaven vastgesteld op basis van de in artikel 8, lid 1, onder c), van Verordening (EG) nr. 1290/2005 bedoelde rekeningen en de verlagingen en schorsingen van maandelijkse betalingen voor het betrokken begrotingsjaar, met inbegrip van de in artikel 9, lid 4, tweede alinea, van Verordening (EG) nr. 883/2006 bedoelde verlagingen. Overeenkomstig artikel 154 van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen(4) wordt het resultaat van de goedkeuringsbeschikking, dat is het eventuele verschil tussen enerzijds de totale uitgaven die overeenkomstig artikel 151, lid 1, en artikel 152 van die verordening in de rekeningen over het betrokken begrotingsjaar zijn geboekt, en anderzijds de totale uitgaven die de Commissie in die goedkeuringsbeschikking in aanmerking neemt, in een enkel artikel opgenomen als een meer- of minderuitgave.
De verrichte verificaties in aanmerking genomen, stellen voor sommige betaalorganen de jaarrekeningen en de begeleidende stukken de Commissie in staat om een besluit te nemen over de volledigheid, de juistheid en de waarheidsgetrouwheid van de ingediende jaarrekeningen. Nadere bijzonderheden over de betrokken bedragen zijn te vinden in het syntheseverslag dat samen met deze beschikking aan het Comité voor de Landbouwfondsen werd voorgelegd.
De verrichte verificaties in aanmerking genomen, zijn de door sommige betaalorganen verstrekte gegevens van dien aard dat nog aanvullend onderzoek nodig is, zodat de rekeningen van die betaalorganen niet bij deze beschikking kunnen worden goedgekeurd.
In artikel 9 van Verordening (EG) nr. 883/2006 is bepaald dat voor de uitgaven die de lidstaten hebben verricht met een vertraging zoals aldaar aangegeven, de maandelijkse betalingen worden verlaagd, zulks overeenkomstig artikel 14 van Verordening (EG) nr. 2040/2000 van de Raad van 26 september 2000 betreffende de begrotingsdiscipline(5) en artikel 17 van Verordening (EG) nr. 1290/2005. Evenwel moet volgens artikel 9, lid 4, van Verordening (EG) nr. 883/2006 met eventuele overschrijdingen van termijnen in de maanden augustus, september en oktober rekening worden gehouden in de beschikking tot boekhoudkundige goedkeuring van de rekeningen, tenzij die overschrijdingen vóór de laatste beschikking betreffende de maandelijkse betalingen van het begrotingsjaar werden geconstateerd. Een deel van de door sommige lidstaten voor de bovengenoemde periode gedeclareerde uitgaven was na de uiterste datum verricht en voor sommige van de betrokken maatregelen heeft de Commissie geen verzachtende omstandigheden aanvaard. Daarom moeten de betrokken verlagingen bij deze beschikking worden vastgesteld. Overeenkomstig artikel 31 van Verordening (EG) nr. 1290/2005 zal op een later tijdstip een beschikking worden gegeven waarbij voor die verlagingen en eventuele andere uitgaven die na de gestelde termijn blijken te zijn verricht, definitief wordt bepaald welke uitgaven van communautaire financiering worden uitgesloten.
De Commissie heeft reeds op grond van artikel 14 van Verordening (EG) nr. 2040/2000, artikel 17 van Verordening (EG) nr. 1290/2005 en artikel 9 van Verordening (EG) nr. 883/2006 een aantal van de als uitgaven voor het begrotingsjaar 2007 te boeken maandelijkse betalingen verlaagd of geschorst. In het licht van het voorgaande dienen de betrokken bedragen, om te voorkomen dat deze te vroeg of slechts tijdelijk worden terugbetaald, niet bij de onderhavige beschikking te worden erkend, onverminderd nader onderzoek overeenkomstig artikel 31 van Verordening (EG) nr. 1290/2005.
In artikel 10, lid 2, eerste alinea, van Verordening (EG) nr. 885/2006 is bepaald dat het bedrag dat als gevolg van de in lid 1, eerste alinea, van dat artikel bedoelde beschikking tot boekhoudkundige goedkeuring van de rekeningen moet worden ingevorderd bij of betaald aan elke lidstaat, wordt vastgesteld door de maandelijkse betalingen voor het betrokken begrotingsjaar, in het onderhavige geval 2007, af te trekken van de overeenkomstig lid 1 van dat artikel voor datzelfde jaar erkende uitgaven. Dit bedrag moet worden afgetrokken van of opgeteld bij de maandelijkse betaling voor de uitgaven die zijn gedaan in de tweede maand na de beschikking tot goedkeuring van de rekeningen.
Overeenkomstig artikel 32, lid 5, van Verordening (EG) nr. 1290/2005 worden de financiële gevolgen van het achterwege blijven van een in verband met onregelmatigheden te verrichten invordering voor 50 % door de betrokken lidstaat en voor 50 % door de Gemeenschapsbegroting gedragen, indien die invordering niet heeft plaatsgevonden binnen vier jaar na de datum van het eerste administratieve of gerechtelijke proces-verbaal, of binnen acht jaar na die datum als over de terugvordering een zaak is aangespannen bij nationale rechtbanken. In artikel 32, lid 3, van die verordening is bepaald dat de lidstaten de Commissie bij de indiening van de jaarrekeningen een samenvattend overzicht van de in verband met onregelmatigheden ingeleide terugvorderingsprocedures moeten bezorgen. Uitvoeringsbepalingen met betrekking tot de verplichting van de lidstaten de nog niet teruggekregen bedragen mee te delen zijn vastgesteld bij Verordening (EG) nr. 885/2006. In bijlage III bij die verordening zijn de modellen opgenomen voor de tabellen 1 en 2 die de lidstaten in 2008 moesten indienen. Op basis van de door de lidstaten ingevulde tabellen moet de Commissie een beschikking geven over de financiële gevolgen van het na respectievelijk vier of acht jaar nog steeds achterwege blijven van invordering van in verband met onregelmatigheden terug te betalen bedragen. Een dergelijke beschikking staat niet in de weg aan latere conformiteitsbeschikkingen op grond van artikel 32, lid 8, van Verordening (EG) nr. 1290/2005.
Overeenkomstig artikel 32, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1290/2005 kunnen de lidstaten besluiten de terugvordering niet voort te zetten. Een dergelijk besluit kan alleen worden genomen indien het totaal van de reeds gemaakte en de nog te verwachten terugvorderingskosten hoger is dan het terug te vorderen bedrag of indien de invordering onmogelijk blijkt als gevolg van de overeenkomstig het nationale recht geconstateerde en erkende insolventie van de debiteur of van de personen die juridisch aansprakelijk zijn voor de onregelmatigheid. Als dat besluit is genomen binnen vier jaar na de datum van het eerste administratieve of gerechtelijke proces-verbaal, of binnen acht jaar na die datum indien over de terugvordering een zaak is aangespannen bij nationale rechtbanken, worden de financiële gevolgen van het achterwege blijven van de invordering voor 100 % door de Gemeenschapsbegroting gedragen. De bedragen waarvoor de lidstaten hebben besloten de terugvordering niet voort te zetten, en de redenen voor dat besluit moeten worden vermeld in het in artikel 32, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1290/2005 bedoelde samenvattende overzicht. Die bedragen worden niet ten laste van de betrokken lidstaten gebracht en worden bijgevolg gedragen door de Gemeenschapsbegroting. De desbetreffende beschikking staat niet in de weg aan latere conformiteitsbeschikkingen op grond van artikel 32, lid 8, van de genoemde verordening.
Overeenkomstig artikel 30, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1290/2005 staat de onderhavige beschikking niet in de weg aan latere beschikkingen van de Commissie waarbij uitgaven die niet overeenkomstig de communautaire voorschriften blijken te zijn gedaan, alsnog aan communautaire financiering worden onttrokken,
HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:
Artikel 1
De bedragen die op grond van deze beschikking moeten worden ingevorderd bij of betaald aan elke lidstaat, met inbegrip van de bedragen die voortvloeien uit de toepassing van artikel 32, lid 5, van Verordening (EG) nr. 1290/2005, worden vastgesteld in bijlage I.
Artikel 2
Voor het begrotingsjaar 2007 worden de rekeningen betreffende de door het ELGF gefinancierde uitgaven die zijn ingediend door de in bijlage II genoemde betaalorganen van lidstaten, afgesplitst van de onderhavige beschikking; over die rekeningen wordt later een goedkeuringsbeschikking gegeven.
Artikel 3
Deze beschikking is gericht tot de lidstaten.
Gedaan te Brussel, 30 april 2008.
Voor de Commissie
Mariann Fischer Boel
Lid van de Commissie