Beschikking van de Commissie van 9 oktober 2008 betreffende de toewijzing aan het Verenigd Koninkrijk van extra zeedagen in ICES-sector VIIe (Kennisgeving geschied onder nummer C(2008) 5657) (Slechts de tekst in de Engelse taal is authentiek) (2008/794/EG)
Beschikking van de Commissie van 9 oktober 2008 betreffende de toewijzing aan het Verenigd Koninkrijk van extra zeedagen in ICES-sector VIIe (Kennisgeving geschied onder nummer C(2008) 5657) (Slechts de tekst in de Engelse taal is authentiek) (2008/794/EG)
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Verordening (EG) nr. 40/2008 van de Raad van 16 januari 2008 tot vaststelling, voor 2008, van de vangstmogelijkheden voor sommige visbestanden en groepen visbestanden welke in de wateren van de Gemeenschap en, voor vaartuigen van de Gemeenschap, in andere wateren met vangstbeperkingen van toepassing zijn, en tot vaststelling van de bij de visserij in acht te nemen voorschriften(1), en met name op punt 9 van bijlage IIC,
Gezien het door het Verenigd Koninkrijk ingediende verzoek,
Overwegende hetgeen volgt:
In punt 7 van bijlage IIC bij Verordening (EG) nr. 40/2008 is het maximumaantal dagen (192) vastgesteld waarop vaartuigen van de Gemeenschap met een lengte over alles gelijk aan of groter dan 10 m, die boomkorren met een maaswijdte gelijk aan of groter dan 80 mm, dan wel staande netten met inbegrip van kieuwnetten, schakelnetten en warnetten met een maaswijdte van minder dan 220 mm aan boord hebben, in de periode van 1 februari 2008 tot en met 31 januari 2009 aanwezig mogen zijn in ICES-sector VIIe.
Op grond van punt 9 van de genoemde bijlage kan de Commissie, op basis van de definitieve beëindiging van visserijactiviteiten sinds 1 januari 2004, extra zeedagen toekennen waarop een vaartuig met de genoemde boomkorren of staande netten aan boord in dat gebied aanwezig mag zijn.
Uit de door het Verenigd Koninkrijk meegedeelde gegevens blijkt dat de visserijinspanning van de vaartuigen die sinds 1 januari 2004 hun activiteiten hebben beëindigd, met uitsluiting van de onttrekking waarmee de vorige jaren reeds rekening is gehouden, gelijk is aan 3,36 % van de visserijinspanning in 2003, het jaar dat wordt aangehouden als referentieperiode voor de in het gebied aanwezige vaartuigen die boomkorren met een maaswijdte gelijk aan of groter dan 80 mm aan boord hebben.
Gelet op de verstrekte gegevens moeten, bij toepassing van de in punt 9.1 van de genoemde bijlage vastgestelde berekeningsmethode, voor de periode van 1 februari 2008 tot en met 31 januari 2009 aan het Verenigd Koninkrijk zes extra zeedagen in het gebied worden toegewezen voor vaartuigen die de genoemde boomkorren aan boord hebben.
Voor de duidelijkheid geeft deze beschikking het totale aantal extra dagen weer dat aan het Verenigd Koninkrijk is toegewezen, en wordt dus rekening gehouden met de 22 extra zeedagen in het gebied die reeds zijn toegewezen bij de Beschikkingen 2006/461/EG(2) en 2007/487/EG(3) van de Commissie betreffende de toewijzing aan het Verenigd Koninkrijk van extra dagen aanwezigheid in ICES-sector VIIe, aangezien die extra dagen in 2008 toegewezen blijven.
De in deze beschikking vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité voor de visserij en de aquacultuur,
HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:
Artikel 1
Het in tabel I van bijlage IIC bij Verordening (EG) nr. 40/2008 vastgestelde maximumaantal zeedagen (192) waarop een vissersvaartuig dat de vlag van het Verenigd Koninkrijk voert en boomkorren met een maaswijdte gelijk aan of groter dan 80 mm aan boord heeft, aanwezig mag zijn in ICES-sector VIIe, wordt verhoogd met 28. Het maximumaantal zeedagen bedraagt dus 220 in plaats van 192.
Artikel 2
Deze beschikking is gericht tot het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland.
Gedaan te Brussel, 9 oktober 2008.
Voor de Commissie
Joe Borg
Lid van de Commissie