Home

Verordening (EG) nr. 55/2008 van de Raad van 21 januari 2008 tot invoering van autonome handelspreferenties voor de Republiek Moldavië en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 980/2005 en Besluit 2005/924/EG van de Commissie

Verordening (EG) nr. 55/2008 van de Raad van 21 januari 2008 tot invoering van autonome handelspreferenties voor de Republiek Moldavië en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 980/2005 en Besluit 2005/924/EG van de Commissie

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 133,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

  1. De betrekkingen tussen de Europese Unie en de Republiek Moldavië zijn gebaseerd op de Overeenkomst inzake partnerschap en samenwerking(1), die op 1 juli 1998 in werking is getreden. Een van de belangrijkste doelstellingen is de handel en investeringen en harmonische economische betrekkingen tussen de partijen te bevorderen en aldus hun duurzame economische ontwikkeling te stimuleren.

  2. In het actieprogramma in het kader van het Europese nabuurschapsbeleid voor Moldavië, dat in 2005 is goedgekeurd, heeft de Europese Unie zich ertoe verbonden na te gaan of aan Moldavië aanvullende autonome handelspreferenties kunnen worden verleend, mits dat land zijn systeem van controles en vaststelling van de oorsprong van goederen sterk verbetert. In 2006 heeft Moldavië zijn douanewetgeving hervormd en vanaf begin 2007 wordt de nieuwe wetgeving op bevredigende wijze uitgevoerd.

  3. Moldavië had een vrijhandelsregime met Roemenië tot dat land op 1 januari 2007 tot de Europese Unie toetrad. Hoewel de uitbreiding van 2007 als geheel op Moldavië nauwelijks effect had, hebben wel een paar belangrijke exportproducten van dat land eronder te lijden gehad.

  4. Krachtens Besluit 2005/924/EG van de Commissie(2) geldt voor Moldavië de bijzondere regeling voor duurzame ontwikkeling en goed bestuur (GSP+) van Verordening (EG) nr. 980/2005 van de Raad van 27 juni 2005 houdende toepassing van een schema van algemene tariefpreferenties (ATP)(3).

  5. Het algemene niveau van de invoer uit Moldavië bedraagt slechts 0,03 % van de totale communautaire invoer. De verwachting is dat een grotere openstelling van de markt de ontwikkeling van de economie van Moldavië door betere uitvoerresultaten zal ondersteunen zonder dat dit nadelige gevolgen voor de Gemeenschap heeft.

  6. Het is derhalve dienstig de autonome handelspreferenties voor Moldavië uit te breiden door alle resterende tariefplafonds voor industrieproducten af te schaffen en de toegang tot de gemeenschappelijke markt voor landbouwproducten te verbeteren.

  7. Overeenkomstig het actieprogramma in het kader van het Europees nabuurschapsbeleid zal de intensiteit van de betrekkingen tussen de Europese Unie en Moldavië afhangen van de mate van inzet van Moldavië voor gemeenschappelijke waarden en het vermogen van het land om gezamenlijk overeengekomen prioriteiten uit te voeren, waaronder de bereidheid tot daadwerkelijke economische hervormingen. Bovendien heeft Moldavië, om in aanmerking te komen voor de aanvullende tariefpreferenties uit hoofde van de GSP+-regeling, de belangrijkste verdragen inzake arbeids- en mensenrechten, bescherming van het milieu en goed bestuur geratificeerd en effectief ten uitvoer gelegd. Om ervoor te zorgen dat Moldavië de bereikte vooruitgang in stand houdt, worden de aanvullende autonome tariefpreferenties verleend op voorwaarde dat het land doorgaat met de uitvoering en naleving van de prioriteiten en voorwaarden van het actieprogramma van het ENB en de GSP+-regeling.

  8. Verder moet Moldavië, om in aanmerking te komen voor toekenning van autonome handelspreferenties, voldoen aan de toepasselijke regels inzake de oorsprong van producten en de desbetreffende procedures en moet het daadwerkelijke administratieve samenwerking met de Gemeenschap aangaan ter voorkoming van fraude.

  9. Ernstige en systematische schending van de voorwaarden voor het recht op de preferentiële regelingen, fraude of verzuim van verlening van de vereiste administratieve samenwerking voor de controle op de oorsprong van goederen en verzuim van Moldavië om zich te blijven inzetten voor de uitvoering van de prioriteiten van het actieprogramma van het ENB en de in bijlage II opgenomen verdragen, overeenkomsten en protocollen, zijn redenen voor tijdelijke schorsing van preferenties.

  10. Bepaald moet worden dat, wanneer na onderzoek van de Commissie blijkt dat een product ernstige moeilijkheden veroorzaakt of dreigt te veroorzaken voor een communautaire producent van soortgelijke of rechtstreeks concurrerende producten, de rechten van het gemeenschappelijk douanetarief opnieuw ingesteld worden.

  11. Voor de omschrijving van het begrip „producten van oorsprong”, de vaststelling van de oorsprong en de procedures voor administratieve samenwerking geldt titel IV, hoofdstuk 2, afdeling 2, van Verordening (EEG) nr. 2454/93 van de Commissie van 2 juli 1993 houdende vaststelling van enkele bepalingen ter uitvoering van Verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad tot vaststelling van het communautaire douanewetboek(4).

  12. Ter wille van de doelmatigheid en vereenvoudiging is het dienstig te bepalen dat de Commissie, na raadpleging van het Comité douanewetboek en onverminderd de in deze verordening vastgelegde bijzondere procedures, alle noodzakelijke veranderingen en technische wijzigingen in deze verordening mag aanbrengen.

  13. De voor de uitvoering van deze verordening vereiste maatregelen moeten worden vastgesteld overeenkomstig Besluit 1999/468/EG van de Raad van 28 juni 1999 tot vaststelling van de voorwaarden voor de uitoefening van de aan de Commissie verleende uitvoeringsbevoegdheden(5).

  14. De vaststelling van de voorgestelde maatregelen voor producten van oorsprong uit Moldavië maakt de opneming van Moldavië in het communautaire schema van algemene tariefpreferenties overbodig. Daarom moet Moldavië worden geschrapt van de lijst van begunstigden van Verordening (EG) nr. 980/2005 en van de lijst van begunstigde landen die in aanmerking komen voor de GPS+-regeling in Besluit 2005/924/EG.

  15. De bij deze verordening ingestelde invoerregelingen moeten worden hernieuwd op basis van de door de Raad vastgestelde voorwaarden en in het licht van de ervaringen bij de toekenning ervan op grond van deze verordening. De duur van deze regelingen dient derhalve tot 31 december 2012 te worden beperkt,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1 Preferentiële regelingen

1.

Voor producten van oorsprong uit Moldavië, met uitzondering van de in de tabellen 1 en 2 van bijlage I genoemde producten, gelden bij invoer in de Gemeenschap geen kwantitatieve beperkingen of maatregelen van gelijke werking, noch douanerechten of heffingen van gelijke werking.

2.

Voor producten van oorsprong uit Moldavië die in bijlage I worden genoemd, gelden bij invoer in de Gemeenschap de bijzondere bepalingen van artikel 3.

Artikel 2 Voorwaarden voor preferentiële regelingen

1.

Het recht op de in artikel 1 vastgestelde preferentiële regelingen is afhankelijk van de volgende voorwaarden:

  1. de regels betreffende de oorsprong van de producten en de desbetreffende procedures in titel IV, hoofdstuk 2, afdeling 2, van Verordening (EEG) nr. 2454/93 moeten in acht zijn genomen;

  2. de bepalingen betreffende de methoden van administratieve samenwerking in de artikelen 121 en 122 van Verordening (EEG) nr. 2454/93 moeten in acht zijn genomen;

  3. Moldavië gaat daadwerkelijke administratieve samenwerking met de Gemeenschap aan ter voorkoming van fraude;

  4. Moldavië stelt na de datum van inwerkingtreding van deze verordening geen nieuwe douanerechten of heffingen van gelijke werking dan wel nieuwe kwantitatieve beperkingen of maatregelen van gelijke werking vast voor de invoer van producten van oorsprong uit de Gemeenschap, verhoogt de bestaande douanerechten of heffingen niet en voert geen andere beperkingen in;

  5. Moldavië blijft zich inzetten voor de uitvoering van de prioriteiten van het actieplan van het Europees nabuurschapsbeleid voor Moldavië van 2005, met name wat betreft doeltreffende economische hervormingen, en

  6. Moldavië maakt de ratificatie en de effectieve uitvoering van de in bijlage II genoemde verdragen, overeenkomsten en protocollen niet ongedaan, en staat toe dat regelmatig toezicht op en evaluatie van zijn staat van dienst ter zake plaatsvindt overeenkomstig de uitvoeringsbepalingen van de verdragen, overeenkomsten en protocollen die het geratificeerd heeft.

2.

De Commissie zal de stand van de ratificatie en de effectieve uitvoering van de in lid 1, onder f), bedoelde verdragen, overeenkomsten en protocollen blijven evalueren.

3.

Bij niet-naleving van de voorwaarden van lid 1 kan de Commissie overeenkomstig artikel 10 maatregelen nemen om de in artikel 1 bedoelde preferentiële regelingen te schorsen.

Artikel 3 Tariefcontingenten en prijsdrempels voor bepaalde landbouwproducten

1.

Voor de in tabel 1 van bijlage I genoemde producten gelden bij invoer in de Gemeenschap binnen de grenzen van de communautaire tariefcontingenten zoals in die tabel zijn aangegeven geen douanerechten.

2.

Voor de in tabel 2 van bijlage I genoemde producten gelden bij invoer in de Gemeenschap geen ad-valoremrechten.

3.

Onverminderd de overige bepalingen van deze verordening, en met name artikel 10, kan de Commissie, overeenkomstig de procedure die in de voor de betrokken producten geldende Gemeenschapswetgeving is vastgelegd, passende maatregelen nemen indien de invoer van landbouwproducten een ernstige verstoring van de communautaire markten en de regulerende mechanismen daarvan veroorzaakt.

Artikel 4 Toepassing van de tariefcontingenten voor zuivelproducten

Nadere regels voor de toepassing van de tariefcontingenten voor de posten 0401 tot en met 0406 van de gecombineerde nomenclatuur worden door de Commissie vastgesteld volgens de procedure bedoeld in artikel 42 van Verordening (EG) nr. 1255/1999 van de Raad van 17 mei 1999 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector melk en zuivelproducten(6).

Artikel 5 Beheer van de tariefcontingenten

Artikel 6 Toegang tot de tariefcontingenten

Artikel 7 Verlening van bevoegdheden

Artikel 8 Comitéprocedure

Artikel 9 Samenwerking

Artikel 10 Tijdelijke schorsing

Artikel 11 Vrijwaringsclausule

Artikel 12 Controlemaatregelen in de landbouwsector

Artikel 13 Wijziging van Verordening (EG) nr. 980/2005 en Besluit 2005/924/EG

Artikel 14 Overgangsmaatregelen

Artikel 15 Toepassing van de communautaire veterinaire wetgeving

Artikel 16 Inwerkingtreding en toepassing

BIJLAGE I

BIJLAGE II