Verordening (EG) nr. 1266/2007 wordt als volgt gewijzigd:
-
In hoofdstuk 4 wordt het volgende artikel 9 bis ingevoegd:
1.In afwijking van artikel 8, lid 1, onder a), en op basis van de resultaten van een risicobeoordeling waarin rekening wordt gehouden met de entomologische en epidemiologische omstandigheden waaronder de dieren worden binnengebracht, mogen de lidstaten van bestemming tot en met 31 december 2008 eisen dat bij de verplaatsing van dieren die onder de uitzondering van artikel 8, lid 1, vallen en die aan ten minste een van de voorwaarden van de punten 1 tot en met 4 van deel A van bijlage III voldoen, maar niet aan de punten 5, 6 en 7 van dat deel, aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
-
de dieren moeten jonger zijn dan 90 dagen;
-
zij moeten sinds hun geboorte zijn afgeschermd tegen vectoren;
-
de in de punten 1, 3 en 4 van deel A van bijlage III bedoelde tests moeten zijn uitgevoerd op monsters die niet eerder dan zeven dagen voor de datum van de verplaatsing zijn genomen.
2.Een lidstaat die de in lid 1 bedoelde aanvullende voorwaarden wil toepassen, stelt de Commissie hiervan vooraf in kennis.
Hij verstrekt de Commissie alle benodigde informatie en gegevens om de toepassing van deze aanvullende voorwaarden met het oog op de entomologische en epidemiologische situatie te rechtvaardigen, met name met betrekking tot de vectorsoort en het virusserotype, de klimatologische omstandigheden en het type veehouderij van de vatbare herkauwers.
Als de Commissie binnen zeven dagen na de datum van de kennisgeving geen bezwaar heeft gemaakt, mag de kennisgevende lidstaat deze aanvullende voorwaarden onmiddellijk toepassen. Hij stelt de andere lidstaten onverwijld in kennis.
3.De Commissie stelt informatie over de toepassing van de aanvullende voorwaarden overeenkomstig lid 2 ter beschikking van het publiek.”.
-
-
Bijlage III, deel A, wordt als volgt gewijzigd:
-
Punt 6, onder a), wordt vervangen door:
-
zij zijn met positieve resultaten onderworpen aan twee serologische tests overeenkomstig het OIE Terrestrial Manual voor de opsporing van antistoffen tegen het bluetonguevirusserotype, waarbij de eerste test tussen 60 en 360 dagen vóór de datum van verplaatsing wordt uitgevoerd en de tweede test wordt uitgevoerd op monsters die niet eerder dan zeven dagen voor de datum van de verplaatsing zijn genomen, of”.
-
-
In punt 7 komen de inleidende zin en onder a) als volgt te luiden:
„De dieren zijn nooit tegen bluetongue gevaccineerd en zijn met positieve resultaten voor alle serotypes die in het epidemiologisch relevante geografische gebied van oorsprong aanwezig zijn of waarschijnlijk aanwezig zijn, onderworpen aan twee passende specifieke serologische tests overeenkomstig het OIE Terrestrial Manual voor de opsporing van de specifieke antistoffen tegen alle aanwezige of waarschijnlijk aanwezige bluetonguevirusserotypes, en
-
de eerste test moet tussen 60 en 360 dagen vóór de datum van verplaatsing zijn uitgevoerd en de tweede test moet zijn uitgevoerd op monsters die niet eerder dan zeven dagen voor de datum van de verplaatsing zijn genomen, of”.
-
-