1. DOEL EN TOEPASSINGSGEBIED
Deze methode is gebaseerd op besluit nr. DEC-21/95-V/2007 van de Internationale Olijfolieraad van 16 november 2007 inzake de herziene methode voor de organoleptische beoordeling van olijfolie van de eerste persing. Bij dit besluit worden de procedure voor de beoordeling van de organoleptische kenmerken van olijfolie van de eerste persing in de zin van punt 1 van bijlage XVI van Verordening (EG) nr. 1234/2007 en de methode voor de indeling van deze olie op basis van die kenmerken vastgesteld. De methode bevat tevens aanwijzingen voor een facultatieve etikettering.
De beschreven methode geldt slechts voor olijfolie van de eerste persing en de indeling of de etikettering daarvan op basis van de intensiteit van de waargenomen gebreken, de fruitigheid en de andere positieve kenmerken, bepaald door een groep geselecteerde, getrainde en geteste proevers die samen een panel vormen.
4. PANEL
Het panel bestaat uit een voorzitter en acht tot twaalf proevers.
De voorzitter van het panel moet degelijk zijn opgeleid, en een kenner en ervaren expert op het gebied van de verschillende soorten olie zijn. Hij/zij is verantwoordelijk voor het panel en de organisatie en het functioneren ervan, de voorbereiding en codering van de monsters, de aanbieding van de monsters aan de proevers en het verzamelen en de statistische bewerking van de gegevens.
De voorzitter van het panel selecteert de proevers en zorgt voor hun training en de controle van hun werk zodat hun bekwaamheid op een voldoende hoog peil blijft.
De proevers voor de organoleptische beoordeling van olijfolie moeten overeenkomstig de leidraad van de Internationale Olijfolieraad voor de selectie, opleiding en controle van gekwalificeerde proevers van olijfolie van de eerste persing worden geselecteerd en getraind op grond van hun vermogen om vergelijkbare monsters van elkaar te onderscheiden.
De panels moeten zich ertoe verbinden deel te nemen aan organoleptische beoordelingen op nationaal, communautair of internationaal niveau voor de periodieke controle en de harmonisatie van de waarnemingscriteria. Panels die overeenkomstig artikel 4, lid 1, van deze verordening zijn erkend, moeten de betrokken lidstaat jaarlijks in kennis stellen van alle gegevens over de samenstelling van het panel en het aantal beoordelingen dat zij als erkend panel hebben uitgevoerd.
5. PROCEDURE VOOR DE ORGANOLEPTISCHE BEOORDELING EN DE INDELING
5.1. Gebruik van het beoordelingsformulier door de proever
Het door de proever te gebruiken beoordelingsformulier is opgenomen in aanhangsel A.
Elke proever die deel uitmaakt van het panel, moet aan de aangeboden olie ruiken en die daarna proeven. Vervolgens moet hij/zij op de schaal van 10 cm van het beoordelingsformulier de intensiteit vermelden waarmee hij/zij elk van de negatieve en positieve kenmerken waarneemt(1). Wanneer de proever de nadere aanduiding groen of rijp bij het kenmerk fruitig waarneemt, kruist hij/zij het desbetreffende hokje op het beoordelingsformulier aan.
Wanneer negatieve kenmerken worden waargenomen die niet op het beoordelingsformulier worden vermeld, moeten die in de rubriek „overige” worden aangegeven, waarbij van de gedefinieerde termen diegene worden gebruikt die het meeste op deze kenmerken lijken.
5.2. Gebruik van de gegevens door de voorzitter van het panel
De voorzitter van het panel moet de door de proevers ingevulde beoordelingsformulieren verzamelen; hij/zij moet de voor de verschillende kenmerken toegekende intensiteit controleren; wanneer hij/zij een onregelmatigheid constateert, vraagt hij/zij de proever zijn/haar beoordelingsformulier te herzien en eventueel de test te herhalen.
De voorzitter van het panel kan de door elke proever vermelde gegevens verwerken in een computerprogramma dat overeenkomt met de in aanhangsel B beschreven statistische methode voor de berekening van de mediaan. De gegevens voor een monster worden ingevoerd als een matrix met negen kolommen (die overeenkomen met de negen kenmerken) en n regels (de n proevers van het panel).
Wanneer een negatief kenmerk door ten minste 50 % van de panelleden in de rubriek „overige” wordt vermeld, wordt de mediaan van dit gebrek berekend en wordt de olie dienovereenkomstig ingedeeld.
De voorzitter van het panel kan alleen certificeren dat de beoordeelde olie aan de bij punt 3.3, onder a), vermelde voorwaarden ten aanzien van de termen „groen” en „rijp” voldoet, wanneer ten minste 50 % van de panelleden de nadere aanduiding „groen” of „rijp” van het kenmerk „fruitig” heeft vermeld.
Wanneer een analyse wordt uitgevoerd om na te gaan of aan de normen wordt voldaan, wordt één bepaling gedaan. Bij tegenanalyses moet de voorzitter van het panel de bepaling in duplo laten uitvoeren. Bij analyses die de doorslag moeten geven, wordt de bepaling in triplo uitgevoerd. In deze gevallen wordt de mediaan van de kenmerken op basis van het gemiddelde van de medianen berekend. Alle duplo's/triplo's van deze analyses moeten tijdens aparte bijeenkomsten worden uitgevoerd.
5.3. Indeling van de olie
De olie wordt aan de hand van de mediaan van de gebreken en de mediaan van het kenmerk fruitig in één van onderstaande categorieën ingedeeld. De mediaan van de gebreken wordt gedefinieerd als de mediaan van het gebrek dat met de grootste intensiteit is waargenomen. De mediaan van de gebreken en de mediaan van de fruitigheid worden met één decimaal weergegeven en de waarde van de robuuste variatiecoëfficiënt mag niet hoger zijn dan 20 %.
De indeling van de olie gebeurt door de waarde van de mediaan van de gebreken en de mediaan van de fruitigheid met onderstaande referentie-intervallen te vergelijken. Aangezien bij de vaststelling van de grenzen van deze intervallen rekening is gehouden met de fout van de methode, worden ze als absoluut beschouwd. Met de computerprogramma's kan de indeling als een tabel met statistische gegevens of grafisch zichtbaar worden gemaakt.
- a)Extra olijfolie van de eerste persing:
- de mediaan van de gebreken is gelijk aan 0 en de mediaan van de fruitigheid is hoger dan 0.
- b)Olijfolie van de eerste persing:
- de mediaan van de gebreken is hoger dan 0, maar niet hoger dan 3,5 en de mediaan van de fruitigheid is hoger dan 0.
- c)Olijfolie voor verlichting:
- de mediaan van de gebreken is hoger dan 3,5; of de mediaan van de gebreken is niet hoger dan 3,5 en de mediaan van fruitigheid is gelijk aan 0.
5.4. Bijzondere gevallen
Wanneer de mediaan van een ander positief kenmerk dan „fruitig” hoger is dan 5,0, vermeldt de voorzitter van het panel dit op het analysecertificaat.