Home

Verordening (EG) nr. 690/2008 van de Commissie van 4 juli 2008 tot erkenning van beschermde gebieden in de Gemeenschap waar bijzondere plantenziekterisico's bestaan (Herschikking)

Verordening (EG) nr. 690/2008 van de Commissie van 4 juli 2008 tot erkenning van beschermde gebieden in de Gemeenschap waar bijzondere plantenziekterisico's bestaan (Herschikking)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Richtlijn 2000/29/EG van de Raad van 8 mei 2000 betreffende de beschermende maatregelen tegen het binnenbrengen en de verspreiding in de Gemeenschap van voor planten en voor plantaardige producten schadelijke organismen(1), en met name op artikel 2, lid 1, onder h), eerste alinea,

Gezien de door Ierland, Spanje, Italië, Cyprus, Litouwen, Malta, Oostenrijk, Portugal, Slovenië en Slowakije ingediende verzoeken,

Overwegende hetgeen volgt:

  1. Richtlijn 2001/32/EG van de Commissie van 8 mei 2001 tot erkenning van beschermde gebieden in de Gemeenschap waar bijzondere plantenziekterisico's bestaan, en tot intrekking van Richtlijn 92/76/EEG(2) is herhaaldelijk en ingrijpend gewijzigd. Aangezien nieuwe wijzigingen nodig zijn, dient ter wille van de duidelijkheid tot herschikking van deze richtlijn te worden overgegaan.

  2. Op grond van Richtlijn 2000/29/EG kunnen „beschermde gebieden” worden aangewezen waar bijzondere plantenziekterisico's bestaan, en aan deze gebieden kan bijzondere bescherming worden geboden onder met de interne markt verenigbare voorwaarden. Dergelijke gebieden zijn aangewezen bij Richtlijn 2001/32/EG van de Commissie.

  3. Bepaalde lidstaten of bepaalde gebieden in lidstaten zijn als beschermd gebied ten aanzien van bepaalde schadelijke organismen erkend. In sommige gevallen werd een voorlopige erkenning verleend omdat de informatie die nodig was om aan te tonen dat het desbetreffende schadelijke organisme in de betrokken lidstaat of het betrokken gebied niet aanwezig was, niet was verstrekt of omdat de maatregelen om een dergelijk organisme uit te roeien nog niet waren voltooid. Voor zover de betrokken lidstaten de nodige informatie hebben verstrekt, moeten de desbetreffende gebieden als permanent beschermd gebied worden erkend. Bij wijze van uitzondering moet de voorlopige erkenning nogmaals voor een beperkte periode worden verlengd, teneinde de betrokken lidstaten voldoende extra tijd te gunnen om informatie te verstrekken waaruit blijkt dat het betreffende organisme niet voorkomt of, waar nodig, om hun maatregelen om dat organisme uit te roeien, te voltooien. In andere gevallen mogen beschermde gebieden niet langer als zodanig worden erkend, aangezien er nu schadelijke organismen voorkomen.

  4. Cyprus werd tot en met 31 maart 2008 voorlopig als beschermd gebied ten aanzien van Daktulosphaira vitifoliae (Fitch), Ips sexdentatus Börner en Leptinotarsa decemlineata Say erkend. Uit informatie die Cyprus heeft verstrekt sinds de voorlopige erkenning is toegekend, blijkt dat deze organismen op Cyprus niet voorkomen. Derhalve moet Cyprus ten aanzien van deze organismen als permanent beschermd gebied worden erkend.

  5. Bepaalde regio's van Spanje werden als beschermd gebied ten aanzien van Thaumetopoea pityocampa (Den. en Schiff.) erkend. Uit informatie die Spanje heeft verstrekt, blijkt dat dit organisme nu is deze regio's is geconstateerd. Daarom mogen deze regio's niet langer als beschermd gebied ten aanzien van dat organisme worden erkend.

  6. Bepaalde regio's in Italië, Oostenrijk, Slovenië en Slowakije en het hele grondgebied van Ierland en Litouwen werden tot en met 31 maart 2008 voorlopig als beschermd gebied ten aanzien van Erwinia amylovora (Burr.) Winsl. et al. erkend.

  7. Uit informatie die Ierland, Litouwen en Slowakije hebben verstrekt, blijkt dat voor deze landen de voorlopige erkenning van de beschermde gebieden ten aanzien van Erwinia amylovora (Burr.) Winsl. et al. bij wijze van uitzondering met twee jaar moet worden verlengd, teneinde deze lidstaten voldoende tijd te gunnen om informatie te verstrekken waaruit blijkt dat dit organisme niet voorkomt of, waar nodig, om hun maatregelen om het uit te roeien, te voltooien.

  8. Uit door Italië en Slovenië verstrekte gegevens blijkt dat Erwinia amylovora (Burr.) Winsl. et al. nu in sommige regio's is geconstateerd die voorheen tot en met 31 maart 2008 voorlopig als beschermd gebied ten aanzien van dit organisme waren erkend. Daarom mogen deze regio's niet langer als beschermd gebied ten aanzien van dat organisme worden erkend.

  9. Uit door Oostenrijk verstrekte gegevens blijkt dat er als gevolg van ongunstige omstandigheden in 2007 in bepaalde delen van Oostenrijk, die voorlopig als beschermd gebied ten aanzien van Erwinia amylovora (Burr.) Winsl. et al. waren erkend, verschillende uitbraken van dit schadelijke organisme waren. Daarom moet de voorlopige erkenning van de beschermde gebieden ten aanzien van Erwinia amylovora (Burr.) Winsl. et al. voor bepaalde regio's met één jaar worden verlengd, teneinde Oostenrijk voldoende tijd te gunnen om te controleren of de in 2007 door Oostenrijk uitgevoerde uitroeiingsmaatregelen doeltreffend zijn en om informatie te verstrekken waaruit blijkt dat Erwinia amylovora (Burr.) Winsl. et al. niet voorkomt of, waar nodig, om de maatregelen om dit organisme uit te roeien in 2008 te voltooien.

  10. Malta werd tot en met 31 maart 2008 voorlopig als beschermd gebied ten aanzien van het citrus tristeza-virus (Europese stammen) erkend. Uit informatie die Malta heeft verstrekt, blijkt dat maatregelen om dat organisme uit te roeien succes hebben gehad. Derhalve moet Malta ten aanzien van dit organisme als permanent beschermd gebied worden erkend.

  11. Het grondgebied van Portugal werd als beschermd gebied ten aanzien van het citrus tristeza-virus (Europese stammen) erkend. Uit informatie die Portugal heeft verstrekt, blijkt dat dit organisme nu op een deel van zijn grondgebied is geconstateerd. Daarom mag dit deel van het Portugese grondgebied niet langer als beschermd gebied ten aanzien van dat organisme worden erkend.

  12. Het is derhalve noodzakelijk de huidige aanduiding van de beschermde gebieden te wijzigen.

  13. In het verleden werden beschermde gebieden bij richtlijn erkend en gewijzigd. Om tot tijdige en gelijktijdige toepassing door de lidstaten te komen, moeten de beschermde gebieden bij verordening worden erkend.

  14. De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Plantenziektekundig Comité.

  15. Deze verordening dient de verplichtingen van de lidstaten met betrekking tot de in bijlage II, deel B, genoemde termijnen voor omzetting in nationaal recht van de aldaar genoemde richtlijnen en voor toepassing ervan onverlet te laten,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De in bijlage I opgenomen gebieden van de Gemeenschap worden erkend als beschermd gebied in de zin van artikel 2, lid 1, onder h), eerste alinea, van Richtlijn 2000/29/EG voor het (de) naast hun naam in bijlage I bij deze verordening vermelde schadelijke organisme(n).

Artikel 2

Richtlijn 2001/32/EG, zoals gewijzigd bij de in bijlage II, deel A, genoemde besluiten, wordt ingetrokken, onverminderd de verplichtingen van de lidstaten met betrekking tot de in bijlage II, deel B, genoemde termijnen voor omzetting in nationaal recht en toepassing van de aldaar genoemde richtlijnen.

Verwijzingen naar de ingetrokken richtlijn gelden als verwijzingen naar de onderhavige verordening en worden gelezen volgens de in bijlage III opgenomen concordantietabel.

Artikel 3

Deze verordening treedt in werking op de dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 4 juli 2008.

Voor de Commissie

Androulla Vassiliou

Lid van de Commissie

BIJLAGE I

BIJLAGE II

BIJLAGE III