Home

Verordening (EG) nr. 718/2008 van de Raad van 24 juli 2008 tot wijziging van de Verordeningen (EG) nr. 2015/2006 en (EG) nr. 40/2008 wat betreft de vangstmogelijkheden voor bepaalde visbestanden en de bij de visserij in acht te nemen voorwaarden

Verordening (EG) nr. 718/2008 van de Raad van 24 juli 2008 tot wijziging van de Verordeningen (EG) nr. 2015/2006 en (EG) nr. 40/2008 wat betreft de vangstmogelijkheden voor bepaalde visbestanden en de bij de visserij in acht te nemen voorwaarden

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 2371/2002 van de Raad van 20 december 2002 inzake de instandhouding en de duurzame exploitatie van de visbestanden in het kader van het gemeenschappelijk visserijbeleid(1), en met name op artikel 20,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1559/2007 van de Raad van 17 december 2007 tot vaststelling van een meerjarig herstelplan voor blauwvintonijn in het oostelijke deel van de Atlantische Oceaan en de Middellandse Zee(2), en met name op artikel 7,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

  1. Verordening (EG) nr. 2015/2006 van de Raad(3) voorziet in de vaststelling, voor 2007 en 2008, van de vangstmogelijkheden voor vaartuigen van de Gemeenschap voor bepaalde bestanden van diepzeevissen.

  2. De beschrijving van bepaalde visserijzones in die verordening moet worden verduidelijkt met het oog op de correcte identificatie van de gebieden waarin een quotum mag worden gevangen.

  3. Om het bij Verordening (EG) nr. 1559/2007 vastgestelde herstelplan voor blauwvintonijn in het oostelijke deel van de Atlantische Oceaan en de Middellandse Zee volledig te implementeren, moeten er bepaalde maatregelen bedoeld in genoemde verordening, worden aangenomen en moet met name tussen de betrokken lidstaten het aantal boten worden vastgesteld en verdeeld die in de Atlantische Oceaan mogen vissen op blauwvintonijn van onder de minimumgrootte, alsmede de totaal toegestane vangst.

  4. Bij Verordening (EG) nr. 40/2008 van de Raad(4) zijn voor 2008 de vangstmogelijkheden voor sommige visbestanden en groepen visbestanden welke in de wateren van de Gemeenschap en, voor vaartuigen van de Gemeenschap, in andere wateren met vangstbeperkingen van toepassing zijn, alsmede de bij de visserij in acht te nemen voorschriften vastgesteld. In die verordening zijn de coördinaten van bepaalde gebieden waar voor de visserij beperkende maatregelen gelden, onnauwkeurig aangegeven en moeten dus worden gecorrigeerd.

  5. De vangstbeperkingen voor kabeljauw in de ICES-gebieden VIIb-k, VIII, IX en X en de communautaire wateren van het CECAF-gebied 34.1.1 zijn voorlopig vastgesteld in bijlage IA van Verordening (EG) nr. 40/2008. Nu de Internationale Raad voor het onderzoek van de zee (ICES) dit bestand aan een nieuwe wetenschappelijke evaluatie heeft onderworpen, moet de uiteindelijk toegestane totale vangst voor dit bestand worden vastgesteld.

  6. Bepaalde quota en voetnoten zijn in die verordening voor bepaalde soorten onnauwkeurig aangegeven en moeten worden gecorrigeerd.

  7. Naar aanleiding van het overleg van 10 april 2008 hebben de Gemeenschap en IJsland een overeenkomst bereikt over, enerzijds, quota voor op lodde vissende IJslandse vaartuigen die vóór 30 april 2008 moeten zijn opgebruikt en worden afgeboekt op de quota van de Gemeenschap die in het kader van haar Overeenkomst met de Regering van Denemarken en de Plaatselijke Regering van Groenland zijn toegewezen, en, anderzijds, quota voor in de Exclusieve Economische Zone van IJsland op roodbaars vissende vaartuigen van de Gemeenschap, die tussen juli en december moeten zijn opgebruikt. Deze regeling dient in Gemeenschapsrecht te worden omgezet.

  8. De op 13-14 februari 2008 in Kopenhagen gesloten Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap, de Faeröer, Groenland, IJsland, Noorwegen en de Russische Federatie inzake het beheer van roodbaars in de Irminger Zee en aangrenzende wateren in het NEAFC-verdragsgebied in 2008 dient in Gemeenschapsrecht te worden omgezet. Aangezien de betrokken overeenkomst van toepassing is in heel 2008, moet de tenuitvoerlegging ervan met terugwerkende kracht van toepassing zijn vanaf 1 januari 2008.

  9. De conclusies van de vergadering van het Gemengd Comité EU/Groenland van 27 november 2007 in Nuuk en van de technische vergadering van 12 februari 2008 in Kopenhagen met betrekking tot het EG-aandeel in het quotum voor roodbaars in het gebied Groenlandse wateren van V en XIV dient in Gemeenschapsrecht te worden omgezet. Aangezien de met Groenland gesloten regeling gerelateerd is aan de NEAFC-overeenkomst inzake het beheer van roodbaars in de Irminger Zee, moeten de maatregelen voor de tenuitvoerlegging van de conclusies van de vergadering van het Gemengd Comité EU/Groenland eveneens met terugwerkende kracht van toepassing zijn vanaf 1 januari 2008.

  10. Overeenkomstig de goedgekeurde notulen van de conclusies van het visserijoverleg tussen de Europese Gemeenschap en Noorwegen van 26 november 2007 moet de Gemeenschap zich ertoe verbinden in 2008 technische maatregelen om de selectiviteit van gesleept vistuig te verhogen zodat de teruggooi van kabeljauw wordt verminderd tot maximaal 10 %, te testen. Deze regeling dient in Gemeenschapsrecht te worden omgezet.

  11. Om de betrokken vissers zekerheid te bieden en hun de mogelijkheid te geven hun activiteiten voor dit visseizoen zo vroeg mogelijk te plannen, dient een uitzondering te worden toegestaan op de periode van zes weken waarvan sprake is in titel I, artikel 3, van het Protocol betreffende de rol van de nationale parlementen in de Europese Unie, dat is gehecht aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en aan de Verdragen tot oprichting van de Europese Gemeenschappen.

  12. De Verordeningen (EG) nr. 2015/2006 en (EG) nr. 40/2008 moeten derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1 Wijzigingen van Verordening (EG) nr. 2015/2006

Deel 2 van de bijlage bij Verordening (EG) nr. 2015/2006 wordt gewijzigd overeenkomstig bijlage I bij de onderhavige verordening.

Artikel 2 Wijzigingen van Verordening (EG) nr. 40/2008

Verordening (EG) nr. 40/2008 wordt als volgt gewijzigd:

  1. Artikel 30, lid 1, onder a), wordt vervangen door:

    1. Beschermd gebied voor de diepzeevisserij „Lophelia reef off Capo Santa Maria di Leuca”

      • 39° 27,72′ NB, 18° 10,74′ OL

      • 39° 27,80′ NB, 18° 26,68′ OL

      • 39° 11,16′ NB, 18° 32,58′ OL

      • 39° 11,16′ NB, 18° 04,28′ OL”.

  2. Na artikel 82 worden de volgende artikelen ingevoegd:

    1.

    Het maximumaantal met de hengel of de sleeplijn vissende vaartuigen van de Gemeenschap die in het oostelijke deel van de Atlantische Oceaan op blauwvintonijn met een minimummaat van ten minste 8 kg of 75 cm mogen vissen, en de verdeling van dit maximumaantal over de lidstaten zijn als volgt vastgesteld:

    Spanje

    63

    Frankrijk

    44

    EG

    107

    2.

    Het maximumaantal pelagische trawlers van de Gemeenschap die in het oostelijke deel van de Atlantische Oceaan op blauwvintonijn met een minimummaat van ten minste 8 kg of 75 cm als bijvangst mogen vissen, en de verdeling van dit maximumaantal over de lidstaten zijn als volgt vastgesteld:

    Frankrijk

    107

    EG

    107

    1.

    Binnen de in bijlage ID opgenomen vangstbeperkingen, zijn de vangstmogelijkheden voor blauwvintonijn van 8 kg of 75 cm tot 30 kg of 115 cm voor de in artikel 82 bis bedoelde communautaire vaartuigen die deze visserij mogen uitoefenen, en de verdeling van deze vangstmogelijkheden over de lidstaten als volgt vastgesteld (uitgedrukt in ton):

    Spanje

    1 117,07 (*)

    Frankrijk

    504

    EG

    1 621,07

    2.

    Binnen de in lid 1 genoemde vangstbeperkingen zijn de vangstmogelijkheden voor blauwvintonijn die ten minste 6,4 kg weegt of ten minste 70 cm lang is voor in artikel 82 bis bedoelde communautaire vaartuigen die met de hengel vissen met een lengte over alles van minder dan 17 meter, en de verdeling van deze vangstmogelijkheden over de lidstaten als volgt vastgesteld (uitgedrukt in ton):

    Frankrijk

    45 (*)

    EG

    45 (*)

    Binnen de in bijlage ID opgenomen vangstbeperkingen, zijn de vangstmogelijkheden voor blauwvintonijn van 8 kg tot 30 kg voor de communautaire ambachtelijke kustvisserij in het oostelijke deel van de Atlantische Oceaan, en de verdeling van deze vangstmogelijkheden over de lidstaten als volgt vastgesteld (uitgedrukt in ton):

    Spanje

    263,21

    Frankrijk

    61,01

    EG

    324,22 ”

  3. de bijlagen IA, IB, III en XIV bij Verordening (EG) nr. 40/2008 worden gewijzigd overeenkomstig bijlage II bij de onderhavige verordening.

„Artikel 82 bis Maximumaantal vaartuigen dat in het oostelijke deel van de Atlantische Oceaan op blauwvintonijn mag vissen

1.

Het maximumaantal met de hengel of de sleeplijn vissende vaartuigen van de Gemeenschap die in het oostelijke deel van de Atlantische Oceaan op blauwvintonijn met een minimummaat van ten minste 8 kg of 75 cm mogen vissen, en de verdeling van dit maximumaantal over de lidstaten zijn als volgt vastgesteld:

Spanje

63

Frankrijk

44

EG

107

2.

Het maximumaantal pelagische trawlers van de Gemeenschap die in het oostelijke deel van de Atlantische Oceaan op blauwvintonijn met een minimummaat van ten minste 8 kg of 75 cm als bijvangst mogen vissen, en de verdeling van dit maximumaantal over de lidstaten zijn als volgt vastgesteld:

Frankrijk

107

EG

107

Artikel 82 ter Vangstmogelijkheden voor blauwvintonijn in het oostelijke deel van de Atlantische Oceaan

1.

Binnen de in bijlage ID opgenomen vangstbeperkingen, zijn de vangstmogelijkheden voor blauwvintonijn van 8 kg of 75 cm tot 30 kg of 115 cm voor de in artikel 82 bis bedoelde communautaire vaartuigen die deze visserij mogen uitoefenen, en de verdeling van deze vangstmogelijkheden over de lidstaten als volgt vastgesteld (uitgedrukt in ton):

Spanje

1 117,07 (*)

Frankrijk

504

EG

1 621,07

2.

Binnen de in lid 1 genoemde vangstbeperkingen zijn de vangstmogelijkheden voor blauwvintonijn die ten minste 6,4 kg weegt of ten minste 70 cm lang is voor in artikel 82 bis bedoelde communautaire vaartuigen die met de hengel vissen met een lengte over alles van minder dan 17 meter, en de verdeling van deze vangstmogelijkheden over de lidstaten als volgt vastgesteld (uitgedrukt in ton):

Frankrijk

45 (*)

EG

45 (*)

Artikel 82 quater Vangstmogelijkheden voor blauwvintonijn voor de communautaire ambachtelijke kustvisserij in het oostelijke deel van de Atlantische Oceaan

Artikel 3 Inwerkingtreding

BIJLAGE I

BIJLAGE II