Home

Verordening (EG) nr. 753/2008 van de Commissie van 31 juli 2008 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1299/2007 betreffende de erkenning van de producentengroeperingen in de sector hop

Verordening (EG) nr. 753/2008 van de Commissie van 31 juli 2008 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1299/2007 betreffende de erkenning van de producentengroeperingen in de sector hop

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad van 22 oktober 2007 houdende een gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten en specifieke bepalingen voor een aantal landbouwproducten (integrale-GMO-verordening)(1), en met name op artikel 127 juncto artikel 4,

Overwegende hetgeen volgt:

  1. Verordening (EG) nr. 1952/2005 van de Raad van 23 november 2005 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector gedroogde voedergewassen(2) wordt op 1 juli 2008 ingetrokken op grond van artikel 201, lid 1, onder c), van Verordening (EG) nr. 1234/2007 (integrale-GMO-verordening).

  2. De bij Verordening (EG) nr. 1952/2005 vastgestelde bepalingen betreffende producentengroeperingen zijn niet allemaal opgenomen in de integrale-GMO-verordening. Met het oog op de goede werking van de hopsector moeten die bepalingen worden opgenomen in Verordening (EG) nr. 1299/2007 van de Commissie van 6 november 2007 betreffende de erkenning van de producentengroeperingen in de sector hop(3).

  3. In artikel 122 van de integrale-GMO-verordening zijn de algemene voorwaarden vastgesteld voor de erkenning van producentenorganisaties door de lidstaten. Deze voorwaarden moeten ook gelden voor de hopsector. Met het oog op coherentie moet de term „producentengroepering” in deze sector verder worden gebruikt.

  4. Teneinde elke discriminatie tussen de producenten te voorkomen en de eenheid en doeltreffendheid van eventuele maatregelen te garanderen, moeten voor de gehele Gemeenschap de voorwaarden worden vastgesteld waaraan producentengroeperingen moeten voldoen om door de lidstaten te worden erkend. Teneinde tot een doeltreffende concentratie van het aanbod te komen, moeten de groeperingen aantonen dat zij groot genoeg zijn om economisch leefbaar te zijn, en moet de gehele productie van de producenten hetzij rechtstreeks door de groepering, hetzij door de producenten in de handel worden gebracht volgens gemeenschappelijke regels.

  5. Verordening (EG) nr. 1299/2007 moet dienovereenkomstig worden gewijzigd.

  6. De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Beheerscomité voor de gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Verordening (EG) nr. 1299/2007 wordt als volgt gewijzigd:

  1. Artikel 1 wordt vervangen door:

    1.

    De autoriteit die bevoegd is om producentenorganisaties, hierna „producentengroeperingen” genoemd, te erkennen op grond van artikel 122 van Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad(*), is de lidstaat op het grondgebied waarvan het hoofdkantoor van de producentengroepering is gevestigd.

    2.

    De lidstaten erkennen de producentengroeperingen die daartoe een aanvraag indienen en die aan de volgende algemene voorwaarden voldoen:

    1. zij moeten rechtspersoonlijkheid bezitten, dan wel voldoende handelingsbevoegdheid om, volgens de nationale wetgeving, rechten en verplichtingen te hebben;

    2. zij moeten gemeenschappelijke regels toepassen voor de productie en de afzet in het eerste handelsstadium als omschreven in de tweede alinea;

    3. in de statuten moet zijn bepaald dat de producenten die lid zijn van de groepering, verplicht zijn:

      1. de gemeenschappelijke regels voor de productie en de beslissingen over de te telen rassen na te leven,

      2. hun gehele productie via de groepering af te zetten;

    4. zij moeten aantonen dat zij economisch leefbaar zijn;

    5. ten aanzien van hun hele werkgebied moet elke discriminatie tussen producenten of groeperingen van de Gemeenschap, met name op grond van nationaliteit of plaats van vestiging, uitgesloten zijn;

    6. het recht op toetreding tot de groepering moet zonder discriminatie worden gewaarborgd ten opzichte van elke producent die zich verbindt tot het naleven van de statuten;

    7. hun statuten moeten bepalingen bevatten die garanderen dat de leden van de groepering die willen uittreden, zulks kunnen doen na ten minste drie jaar lid te zijn geweest, en op voorwaarde dat zij de groepering ten minste één jaar vóór hun uittreden daarvan op de hoogte brengen, onverminderd de nationale wettelijke of bestuursrechtelijke bepalingen die ten doel hebben, in bepaalde gevallen, de groepering of haar schuldeisers tegen de financiële gevolgen die kunnen ontstaan door het uittreden van een lid, te beschermen, of het uittreden van een lid in de loop van het begrotingsjaar te verhinderen;

    8. in hun statuten moet de verplichting zijn vervat een afzonderlijke boekhouding te voeren voor de activiteiten waarvoor zij zijn erkend;

    9. zij mogen in de Gemeenschap geen dominerende positie innemen.

    Onder „eerste handelsstadium” wordt verstaan de verkoop van hop door de producent zelf of, wanneer het gaat om een producentengroepering, de verkoop van hop door de leden van de groepering aan de groothandel of aan de be- of verwerkende industrie.

    3.

    De in lid 2, onder c), vastgestelde verplichting geldt niet voor producten waarvoor de producenten vóór hun toetreding tot de producentengroepering verkoopcontracten hebben gesloten, voor zover de groepering van deze contracten in kennis is gesteld en haar instemming ermee heeft betuigd.

    4.

    In afwijking van lid 2, onder c), ii), mogen de producenten die lid zijn van een groepering, met toestemming van die groepering en op de door de groepering vastgestelde voorwaarden:

    1. de in lid 2, onder c), ii), vastgestelde verplichting om de gehele productie via de groepering af te zetten, vervangen door de verplichting hun productie af te zetten op basis van in de statuten opgenomen gemeenschappelijke regels, ten einde te garanderen dat de producentengroepering het recht heeft toezicht te houden op het niveau van de verkoopprijzen, met dien verstande dat de groepering deze prijzen moet goedkeuren en dat, wanneer de groepering de prijzen niet goedkeurt, zij ertoe verplicht is de betrokken hop op te kopen tegen een hogere prijs;

    2. de producten die, gezien hun kenmerken, niet a priori onder de commerciële activiteiten van de eigen producentengroepering vallen, afzetten via een andere producentengroepering die door hun eigen groepering wordt aangewezen.

    5.

    De in lid 2, onder b) en onder c), i), bedoelde gemeenschappelijke regels worden schriftelijk vastgelegd. Zij hebben ten minste betrekking op:

    1. ten aanzien van de productie:

      1. het gebruik van één of meer vastgestelde rassen bij de vernieuwing van aanplantingen of de aanleg van nieuwe aanplantingen;

      2. de toepassing van bepaalde teeltmethoden en van bepaalde maatregelen ter bescherming van de planten;

      3. het plukken, het drogen en in voorkomend geval het marktklaar maken;

    2. ten aanzien van de afzet, met name wat de concentratie van het aanbod en de aanbodvoorwaarden betreft:

      1. de algemene verkoopvoorwaarden van de groepering;

      2. de hoeveelheden die de producenten zelf mogen verkopen en de betrokken verkoopvoorwaarden.

  2. Artikel 2, lid 2, wordt vervangen door:

    „2.

    Overeenkomstig de in artikel 195, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1234/2007 bedoelde procedure, mag een lidstaat op zijn verzoek worden gemachtigd een groepering te erkennen waarvan het geregistreerde areaal minder dan 60 ha omvat, indien dit areaal is gelegen in een erkend productiegebied dat minder dan 100 ha omvat.”.

„Artikel 1

Verordening (EG) nr. 1299/2007 wordt als volgt gewijzigd:

  1. Artikel 1 wordt vervangen door:

    1.

    De autoriteit die bevoegd is om producentenorganisaties, hierna „producentengroeperingen” genoemd, te erkennen op grond van artikel 122 van Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad(*), is de lidstaat op het grondgebied waarvan het hoofdkantoor van de producentengroepering is gevestigd.

    2.

    De lidstaten erkennen de producentengroeperingen die daartoe een aanvraag indienen en die aan de volgende algemene voorwaarden voldoen:

    1. zij moeten rechtspersoonlijkheid bezitten, dan wel voldoende handelingsbevoegdheid om, volgens de nationale wetgeving, rechten en verplichtingen te hebben;

    2. zij moeten gemeenschappelijke regels toepassen voor de productie en de afzet in het eerste handelsstadium als omschreven in de tweede alinea;

    3. in de statuten moet zijn bepaald dat de producenten die lid zijn van de groepering, verplicht zijn:

      1. de gemeenschappelijke regels voor de productie en de beslissingen over de te telen rassen na te leven,

      2. hun gehele productie via de groepering af te zetten;

    4. zij moeten aantonen dat zij economisch leefbaar zijn;

    5. ten aanzien van hun hele werkgebied moet elke discriminatie tussen producenten of groeperingen van de Gemeenschap, met name op grond van nationaliteit of plaats van vestiging, uitgesloten zijn;

    6. het recht op toetreding tot de groepering moet zonder discriminatie worden gewaarborgd ten opzichte van elke producent die zich verbindt tot het naleven van de statuten;

    7. hun statuten moeten bepalingen bevatten die garanderen dat de leden van de groepering die willen uittreden, zulks kunnen doen na ten minste drie jaar lid te zijn geweest, en op voorwaarde dat zij de groepering ten minste één jaar vóór hun uittreden daarvan op de hoogte brengen, onverminderd de nationale wettelijke of bestuursrechtelijke bepalingen die ten doel hebben, in bepaalde gevallen, de groepering of haar schuldeisers tegen de financiële gevolgen die kunnen ontstaan door het uittreden van een lid, te beschermen, of het uittreden van een lid in de loop van het begrotingsjaar te verhinderen;

    8. in hun statuten moet de verplichting zijn vervat een afzonderlijke boekhouding te voeren voor de activiteiten waarvoor zij zijn erkend;

    9. zij mogen in de Gemeenschap geen dominerende positie innemen.

    Onder „eerste handelsstadium” wordt verstaan de verkoop van hop door de producent zelf of, wanneer het gaat om een producentengroepering, de verkoop van hop door de leden van de groepering aan de groothandel of aan de be- of verwerkende industrie.

    3.

    De in lid 2, onder c), vastgestelde verplichting geldt niet voor producten waarvoor de producenten vóór hun toetreding tot de producentengroepering verkoopcontracten hebben gesloten, voor zover de groepering van deze contracten in kennis is gesteld en haar instemming ermee heeft betuigd.

    4.

    In afwijking van lid 2, onder c), ii), mogen de producenten die lid zijn van een groepering, met toestemming van die groepering en op de door de groepering vastgestelde voorwaarden:

    1. de in lid 2, onder c), ii), vastgestelde verplichting om de gehele productie via de groepering af te zetten, vervangen door de verplichting hun productie af te zetten op basis van in de statuten opgenomen gemeenschappelijke regels, ten einde te garanderen dat de producentengroepering het recht heeft toezicht te houden op het niveau van de verkoopprijzen, met dien verstande dat de groepering deze prijzen moet goedkeuren en dat, wanneer de groepering de prijzen niet goedkeurt, zij ertoe verplicht is de betrokken hop op te kopen tegen een hogere prijs;

    2. de producten die, gezien hun kenmerken, niet a priori onder de commerciële activiteiten van de eigen producentengroepering vallen, afzetten via een andere producentengroepering die door hun eigen groepering wordt aangewezen.

    5.

    De in lid 2, onder b) en onder c), i), bedoelde gemeenschappelijke regels worden schriftelijk vastgelegd. Zij hebben ten minste betrekking op:

    1. ten aanzien van de productie:

      1. het gebruik van één of meer vastgestelde rassen bij de vernieuwing van aanplantingen of de aanleg van nieuwe aanplantingen;

      2. de toepassing van bepaalde teeltmethoden en van bepaalde maatregelen ter bescherming van de planten;

      3. het plukken, het drogen en in voorkomend geval het marktklaar maken;

    2. ten aanzien van de afzet, met name wat de concentratie van het aanbod en de aanbodvoorwaarden betreft:

      1. de algemene verkoopvoorwaarden van de groepering;

      2. de hoeveelheden die de producenten zelf mogen verkopen en de betrokken verkoopvoorwaarden.

  2. Artikel 2, lid 2, wordt vervangen door:

    „2.

    Overeenkomstig de in artikel 195, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1234/2007 bedoelde procedure, mag een lidstaat op zijn verzoek worden gemachtigd een groepering te erkennen waarvan het geregistreerde areaal minder dan 60 ha omvat, indien dit areaal is gelegen in een erkend productiegebied dat minder dan 100 ha omvat.”.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij is van toepassing met ingang van 1 juli 2008.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 31 juli 2008.

Voor de Commissie

Mariann Fischer Boel

Lid van de Commissie