Advies van de Commissie van 15 oktober 2009 krachtens artikel 7 van Richtlijn 89/686/EEG van de Raad wat een verbodsmaatregel betreft die de Poolse autoriteiten hebben getroffen inzake beschermende kleding voor motorrijders BF motorcycle hardwear met slagvaste beschermers van het type Tested PR (Voor de EER relevante tekst)
Advies van de Commissie van 15 oktober 2009 krachtens artikel 7 van Richtlijn 89/686/EEG van de Raad wat een verbodsmaatregel betreft die de Poolse autoriteiten hebben getroffen inzake beschermende kleding voor motorrijders BF motorcycle hardwear met slagvaste beschermers van het type Tested PR (Voor de EER relevante tekst)
17.10.2009 | NL | Publicatieblad van de Europese Unie | C 249/1 |
ADVIES VAN DE COMMISSIE
van 15 oktober 2009
krachtens artikel 7 van Richtlijn 89/686/EEG van de Raad wat een verbodsmaatregel betreft die de Poolse autoriteiten hebben getroffen inzake beschermende kleding voor motorrijders „BF motorcycle hardwear” met slagvaste beschermers van het type „Tested PR”
(Voor de EER relevante tekst)
2009/C 249/01
1. Kennisgeving door de poolse autoriteiten
Artikel 7, lid 1, van Richtlijn 89/686/EEG(1) inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lidstaten betreffende persoonlijke beschermingsmiddelen bepaalt dat, wanneer een lidstaat vaststelt dat beschermingsmiddelen die van de CE-markering zijn voorzien en overeenkomstig hun bestemming worden gebruikt, voor de veiligheid van personen, huisdieren of goederen een gevaar kunnen opleveren, die lidstaat alle passende maatregelen treft om deze beschermingsmiddelen uit de markt te nemen, dan wel het in de handel brengen of het vrije verkeer ervan te verbieden.
Overeenkomstig artikel 7, lid 2, van de richtlijn spreekt de Commissie zich na overleg met de betrokken partijen uit over de vraag of een dergelijke maatregel gerechtvaardigd is. Indien zij tot de bevinding komt dat de maatregel gerechtvaardigd is, stelt zij de lidstaten daarvan in kennis zodat deze, overeenkomstig hun verplichtingen krachtens artikel 2, lid 1, alle nodige maatregelen met betrekking tot de beschermingsmiddelen in kwestie kunnen nemen.
Op 8 augustus 2008 hebben de Poolse autoriteiten de Europese Commissie in kennis gesteld van een maatregel waarbij het in de handel brengen van beschermende kleding voor motorrijders „BF motorcycle hardwear” met beschermers voor elleboog, onderarm, knie en het bovenste deel van het scheenbeen van het type „Tested PR”, wordt verboden.
Het bij de Commissie ingediende dossier bevatte een „CE marking declaration” (verklaring betreffende de CE-markering), die namens M/S Havaba Bikewear, Metzingen, Duitsland, werd opgesteld door Ashan (UK) Ltd., 68, Greal Eastern Street, London, EC2A 3JT, Verenigd Koninkrijk, met de volgende bijlagen, waarin werd gesteld dat de producten in overeenstemming met de richtlijn zijn:
— | bijlage „A” schouderbeschermer, type HB-S-E; |
— | bijlage „C” kniebeschermer, type HB-K-E; |
— | bijlage „D” rugbeschermer, type HB-B-E; |
— | bijlage „E” heupbeschermer, type HB-H-E. |
2. Aangevoerde redenen voor de maatregel
De Poolse autoriteiten wezen erop dat de beschermende kleding in kwestie niet was onderworpen aan het EG-typeonderzoek als bedoeld in artikel 10 van de richtlijn.
Bovendien ontbrak de gebruiksaanwijzing.
De Poolse autoriteiten verklaarden dat de fabrikant had nagelaten het product in overeenstemming te brengen toen hem daarom werd verzocht overeenkomstig artikel 13, lid 4, van de richtlijn.
3. Advies van de Commissie
Op 9 maart 2009 heeft de Commissie een brief aan Ashan (UK) Ltd. geschreven waarin deze onderneming werd verzocht haar opmerkingen over de door de Poolse autoriteiten genomen maatregel mee te delen. Tot dusver is geen antwoord op deze brief ontvangen.
Op grond van de beschikbare documentatie en de opmerkingen van de betrokken partijen is de Commissie van oordeel dat de Poolse autoriteiten hebben aangetoond dat de beschermende kleding voor motorrijders „BF motorcycle hardwear” met slagvaste beschermers van het type „Tested PR” niet voldoet aan de voorschriften van Richtlijn 89/686/EEG.
Na de voorgeschreven procedure te hebben gevolgd, is de Commissie bijgevolg van mening dat de door de Poolse autoriteiten genomen verbodsmaatregel gerechtvaardigd is.
Gedaan te Brussel, 15 oktober 2009.
Voor de Commissie
Günther VERHEUGEN
Vicevoorzitter