Home

Beschikking van de Commissie van 25 februari 2009 waarbij Oostenrijk een afwijking wordt verleend overeenkomstig Beschikking 2008/671/EG betreffende het geharmoniseerde gebruik van het radiospectrum in de 5 875-5 905 MHz-frequentieband voor veiligheidsgerelateerde toepassingen van intelligente vervoerssystemen (ITS) (Kennisgeving geschied onder nummer C(2009) 1136) (Slechts de tekst in de Duitse taal is authentiek) (2009/159/EG)

Beschikking van de Commissie van 25 februari 2009 waarbij Oostenrijk een afwijking wordt verleend overeenkomstig Beschikking 2008/671/EG betreffende het geharmoniseerde gebruik van het radiospectrum in de 5 875-5 905 MHz-frequentieband voor veiligheidsgerelateerde toepassingen van intelligente vervoerssystemen (ITS) (Kennisgeving geschied onder nummer C(2009) 1136) (Slechts de tekst in de Duitse taal is authentiek) (2009/159/EG)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Beschikking nr. 676/2002/EG van het Europees Parlement en de Raad van 7 maart 2002 inzake een regelgevingskader voor het radiospectrumbeleid in de Europese Gemeenschap (Radiospectrumbeschikking)(1), en met name op artikel 4, lid 5,

Gelet op Beschikking 2008/671/EG van de Commissie van 5 augustus 2008 betreffende het geharmoniseerde gebruik van het radiospectrum in de 5 875-5 905 MHz-frequentieband voor veiligheidsgerelateerde toepassingen van intelligente vervoerssystemen (ITS)(2), en met name op artikel 3, lid 2,

Gelet op het verzoek van Oostenrijk van 25 november 2008,

Overwegende hetgeen volgt:

  1. Overeenkomstig Beschikking 2008/671/EG moeten de lidstaten de 5 875-5 905 MHz-frequentieband uiterlijk op 6 februari 2009 op niet-exclusieve basis toewijzen en beschikbaar stellen voor aan specifieke parameters gebonden intelligente vervoerssystemen (ITS).

  2. Artikel 3, lid 2, van Beschikking 2008/671/EG bepaalt dat de lidstaten in afwijking van het bepaalde in lid 1 kunnen verzoeken om overgangsperioden en/of regelingen voor gedeeld radiospectrumgebruik, overeenkomstig artikel 4, lid 5, van Beschikking nr. 676/2002/EG.

  3. Oostenrijk heeft de Commissie meegedeeld dat het, omdat deze band momenteel op exclusieve basis is toegewezen aan punt-tot-puntradiosystemen voor Electronic News Gathering (ENG), niet tijdig kan voldoen aan de eisen van Beschikking 2008/671/EG.

  4. In 1989 verleenden de Oostenrijkse autoriteiten de Oostenrijkse omroeporganisatie een vergunning om ENG punt-tot-puntsystemen te installeren en te gebruiken en deze vergunning geldt zonder geografische of tijdsbeperkingen voor geheel Oostenrijk. Oostenrijk heeft verklaard dat de Oostenrijkse omroeporganisatie nieuwe ENG punt-tot-puntzendapparatuur gaat gebruiken om in een andere band te kunnen uitzenden en erin heeft toegestemd tegen 31 december 2011 niet langer gebruik te maken van de vergunning voor het gebruik van de 5 875-5 905 MHz frequentieband. Met ingang van 1 januari 2012 zal de 5 875-5 905 MHz-frequentieband, in overeenstemming met Beschikking 2008/671/EG, volledig beschikbaar zijn voor veiligheidsgerelateerde toepassingen van intelligente vervoerssystemen.

  5. Oostenrijk heeft de Commissie bij schrijven van 25 november formeel om een overgangsperiode gevraagd waarin ITS, alleen in Oostenrijk, kan worden gebruikt binnen de tijds- en de regionale beperkingen die de Oostenrijkse voor spectrumbeheer bevoegde autoriteiten moeten vaststellen na coördinatie met de ENG-punt-tot-puntsystemen die door de Oostenrijkse omroeporganisatie worden gebruikt.

  6. Oostenrijk heeft voldoende informatie en technische documentatie voorgelegd ter ondersteuning van zijn verzoek. Dit is met name gebaseerd op conclusies van de CEPT dat zich schadelijke interferentie kan voordoen tussen punt-tot-puntsystemen en veiligheidsgerelateerde ITS-systemen indien op nationaal niveau geen maatregelen worden genomen die ervoor zorgen dat beide systemen naast elkaar kunnen bestaan. Dergelijke schadelijke interferentie zou mogelijk belangrijke verkeersongevallen kunnen veroorzaken.

  7. Een totaalverbod op het gebruik van de 5 875-5 905 MHz-frequentieband door ITS zou beperkt worden tot kleine delen van Oostenrijk en tot korte perioden. Gebruik van deze band door ITS zou toegestaan zijn in de rest van Oostenrijk op voorwaarde dat de Oostenrijkse voor spectrumbeheer bevoegde autoriteiten dit coördineren. De afwijking zou derhalve geen belangrijke impact hebben op de invoering van ITS-technologie in Oostenrijk met name omdat verwacht wordt dat de commerciële beschikbaarheid van dergelijke systemen tot 2011 tamelijk beperkt zal zijn.

  8. Gezien de uitzonderlijke aard van de afwijking zou het bevorderlijk zijn voor een vlot verloop van de overgangsperiode indien een verslag wordt opgesteld over hoe de situatie in Oostenrijk zich ontwikkelt.

  9. De leden van het radiospectrumcomité verklaarden op hun bijeenkomst op 17 december 2008 dat zij geen bezwaar maken tegen deze tijdelijke afwijking.

  10. De gevraagde afwijking zou de uitvoering van Beschikking 2008/671/EG niet te zeer vertragen of leiden tot te grote verschillen in de concurrentiepositie of de regelgeving van de lidstaten. De afwijking is gezien de bijzondere situatie van Oostenrijk voldoende gerechtvaardigd en de volledige tenuitvoerlegging van Beschikking 2008/671/EG moet in Oostenrijk worden vergemakkelijkt,

HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:

Artikel 1

Oostenrijk wordt gemachtigd af te wijken van zijn verplichtingen uit hoofde van Beschikking 2008/671/EG betreffende het geharmoniseerde gebruik van het radiospectrum in de 5 875-5 905 MHz-frequentieband voor veiligheidsgerelateerde toepassingen van intelligente vervoerssystemen (ITS), in overeenstemming met de voorwaarden die in deze beschikking zijn vastgesteld.

Artikel 2

Oostenrijk mag tot 31 december 2011 tijds- en geografische beperkingen opleggen aan het gebruik van de 5 875-5 905 MHz-frequentieband voor veiligheidsgerelateerde toepassingen van ITS om te zorgen voor coördinatie met de punt-tot-puntsystemen die door de Oostenrijkse omroeporganisatie in die band worden gebruikt.

Artikel 3

Oostenrijk dient uiterlijk op 30 juni 2011 een verslag in bij de Commissie over de tenuitvoerlegging van deze beschikking.

Artikel 4

Deze beschikking is gericht tot de Republiek Oostenrijk.