Uit een algehele evaluatie volgt dat er in Frankrijk een buitensporig tekort bestaat.
2009/414/EG: Beschikking van de Raad van 27 april 2009 betreffende het bestaan van een buitensporig tekort in Frankrijk
2009/414/EG: Beschikking van de Raad van 27 april 2009 betreffende het bestaan van een buitensporig tekort in Frankrijk
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 104, lid 6,
Gezien de aanbeveling van de Commissie,
Gezien de opmerkingen van Frankrijk,
Overwegende hetgeen volgt:
Overeenkomstig artikel 104 van het Verdrag dienen de lidstaten buitensporige overheidstekorten te vermijden.
Het stabiliteits- en groeipact is gebaseerd op de doelstelling van deugdelijke openbare financiën als middel om de voorwaarden voor prijsstabiliteit en voor een tot werkgelegenheidsschepping leidende sterke duurzame groei te verbeteren.
De buitensporigtekortprocedure (BTP) van artikel 104, die wordt verduidelijkt in Verordening (EG) nr. 1467/97 van de Raad van 7 juli 1997 over de bespoediging en verduidelijking van de tenuitvoerlegging van de procedure bij buitensporige tekorten(1) (die deel uitmaakt van het stabiliteits- en groeipact) voorziet in een besluit betreffende het bestaan van een buitensporig tekort. Het aan het Verdrag gehechte protocol betreffende de procedure bij buitensporige tekorten bevat nadere bepalingen betreffende de toepassing van de BTP. Verordening (EG) nr. 3605/93 van de Raad(2) bevat gedetailleerde regels en definities voor de toepassing van de bepalingen van genoemd protocol.
De hervorming in 2005 van het stabiliteits- en groeipact was bedoeld om de doeltreffendheid en de economische onderbouwing van het pact te versterken en tevens de houdbaarheid van de openbare financiën op lange termijn te waarborgen. Deze hervorming moest ervoor zorgen dat bij alle stappen in de BTP met name de economische en budgettaire achtergrond ten volle in aanmerking werd genomen. Op deze wijze verschaft het stabiliteits- en groeipact een kader dat, met inachtneming van de economische situatie, het overheidsstreven naar een spoedige terugkeer naar solide begrotingssituaties ondersteunt.
Krachtens artikel 104, lid 5, van het Verdrag moet de Commissie advies uitbrengen aan de Raad indien zij van oordeel is dat er in een lidstaat een buitensporig tekort bestaat of kan ontstaan. Rekening houdend met haar verslag op grond van artikel 104, lid 3, en gezien het advies van het Economisch en Financieel Comité overeenkomstig artikel 104, lid 4, is de Commissie tot de conclusie gekomen dat er in Frankrijk een buitensporig tekort bestaat. De Commissie heeft derhalve op 24 maart 2009 een dergelijk advies over Frankrijk aan de Raad uitgebracht(3).
In artikel 104, lid 6, van het Verdrag wordt bepaald dat de Raad rekening moet houden met de opmerkingen die de betrokken lidstaat eventueel wenst te maken, alvorens, na een algehele evaluatie te hebben gemaakt, te besluiten of er al dan niet een buitensporig tekort bestaat. In het geval van Frankrijk leidt deze algehele evaluatie tot de volgende conclusies.
Volgens de gegevens die de Franse autoriteiten op 6 februari 2009 hebben meegedeeld, bedroeg het overheidstekort in Frankrijk in 2008 3,2 % van het bbp(4), waarmee het boven de referentiewaarde van 3 % van het bbp uitkwam. In het verslag van de Commissie overeenkomstig artikel 104, lid 3, werd geconstateerd dat het tekort dicht bij de referentiewaarde van 3 % van het bbp is uitgekomen, maar dat de overschrijding van de referentiewaarde niet kan worden aangemerkt als uitzonderlijk in de zin van het Verdrag en het stabiliteits- en groeipact. Zij kan met name niet worden beschouwd als het gevolg van een ernstige economische neergang in 2008 in de zin van het Verdrag en het stabiliteits- en groeipact. Volgens het Franse bureau voor de statistiek (INSEE) is de bbp-groei in 2008 op 0,7 % uitgekomen, tegen 2,2 % in 2007. De overschrijding van de referentiewaarde kan evenmin als tijdelijk worden beschouwd. Volgens de tussentijdse prognoses van januari 2009 van de diensten van de Commissie zal het overheidstekort in 2009 immers 5,4 % van het bbp bedragen en bij ongewijzigd beleid slechts licht afnemen tot 5 % in 2010 naarmate het effect van het herstelplan op de begroting uitdooft. Er is bijgevolg niet voldaan aan het tekortcriterium van het Verdrag.
Overeenkomstig artikel 2, lid 4, van Verordening (EG) nr. 1467/97 kunnen „relevante factoren” alleen in aanmerking worden genomen bij de stappen die leiden naar het besluit van de Raad overeenkomstig artikel 104, lid 6, over het al dan niet bestaan van een buitensporig tekort indien volledig is voldaan aan de tweeledige voorwaarde, namelijk dat het tekort dicht bij de referentiewaarde blijft en dat de overschrijding door het tekort van de referentiewaarde van tijdelijke aard is. In het geval van Frankrijk is niet aan deze tweeledige voorwaarde voldaan. Derhalve wordt in de stappen die tot deze beschikking leiden, geen rekening gehouden met relevante factoren,
HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING VASTGESTELD:
Artikel 1
Artikel 2
Deze beschikking is gericht tot de Franse Republiek.
Gedaan te Luxemburg, 27 april 2009.
Voor de Raad
De voorzitter
A. Vondra