Home

Besluit van de Raad van 30 november 2009 betreffende de ondertekening en de sluiting door de Europese Gemeenschap van het „Referentiekader voor het Internationaal Partnerschap voor samenwerking inzake energie-efficiëntie” (Ipeec) en het „Memorandum inzake het onderbrengen van het secretariaat van het Internationaal Partnerschap voor samenwerking inzake energie-efficiëntie bij het Internationaal Energieagentschap” (2009/954/EG)

Besluit van de Raad van 30 november 2009 betreffende de ondertekening en de sluiting door de Europese Gemeenschap van het „Referentiekader voor het Internationaal Partnerschap voor samenwerking inzake energie-efficiëntie” (Ipeec) en het „Memorandum inzake het onderbrengen van het secretariaat van het Internationaal Partnerschap voor samenwerking inzake energie-efficiëntie bij het Internationaal Energieagentschap” (2009/954/EG)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 175, lid 1, in samenhang met artikel 300, lid 2, eerste alinea, en lid 3, eerste alinea,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Gezien het advies van het Europees Parlement(1),

Overwegende hetgeen volgt:

  1. Op initiatief van de Commissie, in juni 2008, hebben de leden van de G-8, China, India en Zuid-Korea, alsmede de Commissie, besloten een Internationaal Partnerschap voor samenwerking inzake energie-efficiëntie (Ipeec) op te richten dat ten doel heeft acties te faciliteren die hoge energie-efficiëntiewinsten kunnen opleveren. Het Ipeec zal een forum bieden voor discussie, overleg en informatie-uitwisseling. Het Ipeec staat open voor andere landen en intergouvernementele organisaties.

  2. Op 24 mei 2009 is in Rome het Referentiekader voor het Internationaal Partnerschap voor samenwerking inzake energie-efficiëntie (hierna „het referentiekader”) ondertekend door twaalf landen, waaronder vier lidstaten van de Europese Gemeenschap.

  3. In het referentiekader zijn de samenwerkingsactiviteiten van het Ipeec en de organisatie daarvan omschreven, de criteria voor potentiële nieuwe leden vastgelegd en zijn algemene bepalingen neergelegd met betrekking tot onder meer de financiering van het partnerschap en de intellectuele-eigendomsrechten.

  4. Overeenkomstig punt 4.2 van het referentiekader kunnen intergouvernementele organisaties toetreden tot het Ipeec en vereist hun lidmaatschap de ondertekening van het referentiekader.

  5. De administratieve taken van het Ipeec kunnen het best worden verricht door de oprichting van een secretariaat. Op 24 mei en 22 juni 2009 is in Rome een Memorandum inzake het onderbrengen van het secretariaat van het Ipeec bij het Internationaal Energieagentschap (hierna „het memorandum”) ondertekend door twaalf landen, waaronder vier lidstaten van de Europese Gemeenschap. Het IEA heeft dit memorandum ondertekend op 18 juni 2009.

  6. Het memorandum beschrijft de algemene beginselen voor de organisatie van het secretariaat en bevat bepalingen betreffende het personeel van het secretariaat en de aanwerving daarvan, de financiering en de begrotingsprocedures.

  7. In punt 16 van het memorandum wordt gestipuleerd dat wanneer een intergouvernementele organisatie wil toetreden tot het Ipeec, zij wordt verzocht het memorandum te ondertekenen.

  8. Het is passend dat de Europese Gemeenschap het referentiekader en het memorandum ondertekent.

  9. De Europese Gemeenschap dient het Ipeec een bijdrage te betalen voor diens administratieve uitgaven,

BESLUIT:

Artikel 1

1.

Het Referentiekader voor het Internationaal Partnerschap voor samenwerking inzake energie-efficiëntie (Ipeec), als bijlage I bij dit besluit gevoegd, wordt hierbij namens de Europese Gemeenschap goedgekeurd.

2.

Het Memorandum inzake het onderbrengen van het secretariaat van het Internationaal Partnerschap voor samenwerking inzake energie-efficiëntie bij het Internationaal Energieagentschap, als bijlage II bij dit besluit gevoegd, wordt hierbij namens de Europese Gemeenschap goedgekeurd.

Artikel 2

De voorzitter van de Raad is gemachtigd de persoon aan te wijzen die bevoegd is tot ondertekening namens de Europese Gemeenschap, teneinde daardoor de Gemeenschap te binden, van:

  • het Referentiekader voor het Internationaal Partnerschap voor samenwerking inzake energie-efficiëntie (Ipeec), en

  • het Memorandum inzake het onderbrengen van het secretariaat van het Internationaal Partnerschap voor samenwerking inzake energie-efficiëntie bij het Internationaal Energieagentschap.

Gedaan te Brussel, 30 november 2009.

Voor de Raad

De voorzitter

S. O. Littorin

BIJLAGE I

De ondertekenende nationale regeringsinstanties (gezamenlijk „de leden” genoemd) hebben het volgende referentiekader van het Internationaal Partnerschap voor samenwerking inzake energie-efficiëntie (Ipeec) opgesteld. Dit is een kader voor internationale samenwerking op het gebied van energie-efficiëntie dat bedoeld is ter ondersteuning van een soepele en productieve internationale samenwerking ter bevordering van energie-efficiëntie en energiebesparing. Het Ipeec zal standpunten uitwisselen en samenwerking nastreven met andere internationale organisaties en instanties om zo synergieën te bereiken en doublures te voorkomen.

Het doel van het Ipeec is acties te faciliteren die hoge energie-efficiëntiewinsten opleveren. De leden kunnen ervoor kiezen dergelijke acties op te zetten op basis van vrijwilligheid op gebieden waar zij, rekening houdend met hun economische, technologische en andere omstandigheden, een toegevoegde waarde voor zichzelf vermoeden. Het Ipeec bevordert wereldwijd energie-efficiëntie door een forum op hoog niveau te bieden voor discussie, raadpleging en uitwisseling van informatie. Het ontwikkelt geen normen en stelt evenmin normen of energie-efficiëntiestreefcijfers vast voor zijn leden.

Het Ipeec kan samenwerkingsactiviteiten onder zijn leden ontwikkelen op de volgende gebieden:

ondersteuning van de lopende werkzaamheden van de leden ter bevordering van energie-efficiëntie, inclusief de ontwikkeling van op nationaal niveau vastgelegde energie-efficiëntie-indicatoren, de beschrijving van beste praktijken en de versterking van nationale inspanningen op het gebied van gegevensverzameling;

uitwisseling van informatie over maatregelen die de energie-efficiëntie aanzienlijk kunnen verbeteren, op sectorale en sectoroverschrijdende basis, onder meer: standaarden/codes/normen en labels voor gebouwen, energieverbruikende producten en diensten met het oog op het versnellen van de marktpenetratie van beste praktijken, rekening houdend met de specifieke omstandigheden van de afzonderlijke leden; methodologieën voor de meting van het energieverbruik, audit- en verificatieprocedures, certificatieprotocols en andere instrumenten om optimale energie-efficiëntieprestaties te bereiken gedurende de gehele levensduur van gebouwen, industriële processen, relevante producten, inrichtingen en apparatuur; het scheppen van een gunstig klimaat en nuttige instrumenten voor de financiering van energie-efficiëntiemaatregelen en de vaststelling van beginselen om investering in energie-efficiëntie te bevorderen; een beleid voor openbare aanbestedingen om de invoering van energie-efficiënte producten, diensten en technologieën te bevorderen; programma's die openbare instellingen begeleiden bij een efficiënter bouwbeleid en aankoopbeleid voor voertuigen, producten en diensten, alsook een efficiënter exploitatiebeleid; activiteiten om het bewustzijn van de consument en de betrokken partijen te vergroten door de verspreiding van duidelijke, geloofwaardige en toegankelijke informatie over energie-efficiëntie zodat de betrokkenen goed geïnformeerde beslissingen kunnen nemen; richtsnoeren voor beste praktijken voor de evaluatie van de doeltreffendheid van energie-efficiëntiemaatregelen en beleid; publiek-private samenwerking om energie-efficiëntie-onderzoek en -ontwikkeling en de commercialisering en verspreiding van resultaten te bevorderen teneinde de introductie, de verspreiding en de overdracht van dergelijke technologieën te vergemakkelijken; en ten slotte acties om de verspreiding en de overdracht van beste praktijken en efficiënte technologieën in ontwikkelingslanden te vergemakkelijken en capaciteitsopbouw in die landen te bevorderen;

ontwikkeling van publiek-private partnerschappen met het oog op de verbetering van de energie-efficiëntie in cruciale energieverbruikende sectoren, voortbouwend op ter zake relevante initiatieven;

activering van gezamenlijk onderzoek en ontwikkeling op het gebied van cruciale energie-efficiëntietechnologieën, met name met het oog op toepassing door de leden;

bevordering van de verspreiding van met energie verband houdende producten en diensten die bijdragen tot een verbetering van de energie-efficiëntie; en

andere activiteiten die het bereiken van de Ipeec-doelstellingen, als wederzijds bepaald door de leden, naderbij brengen.

De leden richten hierbij een beleidscomité op, dat is samengesteld uit hooggeplaatste vertegenwoordigers van elk lid, alsook een uitvoerend comité, dat is samengesteld uit vertegenwoordigers op middelhoog niveau van elk lid.

Het beleidscomité beheert het algemene kader en beleid van het Ipeec, inclusief de financiële regelingen, ziet toe op de voortgang van de taakgroepen en op de werkzaamheden van het uitvoerend comité en het secretariaat, en stuurt het uitvoerend comité aan. Het beleidscomité komt minimaal één keer per jaar samen, op een door de leden vastgestelde tijd en plaats.

Het uitvoerend comité zorgt voor de organisatie van de jaarlijkse vergaderingen van het beleidscomité, stelt het werkprogramma vast en evalueert dit, stelt de jaarbegroting op, buigt zich over verzoeken van de leden, geeft leiding aan het secretariaat en ziet toe op de werkzaamheden daarvan, stelt voorstellen op voor de taakgroepen en evalueert hun werkzaamheden. Het uitvoerend comité komt minimaal twee keer per jaar samen, op een door het uitvoerend comité vastgestelde tijd en plaats.

Het beleidscomité en het uitvoerend comité nemen besluiten op basis van consensus, tenzij daarover anderszins beslist wordt.

Het uitvoerend comité kan de oprichting goedkeuren van taakgroepen, samengesteld uit vertegenwoordigers van bepaalde of alle leden, die zich naar gelang de noodzaak toespitsen op specifieke projecten.

Op verzoek van het uitvoerend comité rapporteert een vertegenwoordiger van elke taakgroep, geselecteerd door die groep, aan dat comité, schriftelijk of mondeling, over de voortgang van het project. De taakgroepen komen zo vaak als nodig samen om de voortgang van hun respectieve activiteiten te bespreken, veelbelovende denksporen voor hun toekomstige werkzaamheden te exploreren en het uitvoerend comité en het beleidscomité aanbevelingen te doen inzake op te zetten acties.

Het beleidscomité en het uitvoerend comité kiezen onder hun leden een voorzitter en één of meer vicevoorzitters, die zetelen gedurende een periode van twee jaar.

Wanneer dat nodig is kan het Ipeec ministeriële vergaderingen houden. Op dergelijke vergaderingen wordt de voortgang van de Ipeec-samenwerking besproken en geëvalueerd en worden algemene richtsnoeren voor de toekomstige werkzaamheden vastgelegd.

De voornaamste coördinator van de informatieverstrekking door en activiteiten van het Ipeec is het Ipeec-secretariaat. De functies van het secretariaat zijn: (1) het organiseren van vergaderingen van het beleidscomité en van het uitvoerend comité; (2) het regelen van speciale activiteiten zoals teleconferenties en workshops; (3) het ontvangen en doorsturen aan het uitvoerend comité van nieuwe aanvragen voor lidmaatschap; (4) het coördineren van mededelingen over Ipeec-activiteiten en de stand van zaken daarvan, inclusief het opzetten en het onderhouden van een Ipeec-website; (5) het optreden als plaats voor de uitwisseling van informatie voor het Ipeec; (6) het bijhouden van de documenten van het beleidscomité en het uitvoerend comité; (7) het opstellen van een jaarverslag onder toezicht van het uitvoerend comité; en (8) de uitvoering van andere taken onder toezicht van het uitvoerend comité. De functies van het secretariaat zijn van administratieve aard.

Om de duurzaamheid en de samenhang van de Ipeec-activiteiten te waarborgen, wordt een specifiek secretariaat opgericht. Het Ipeec-secretariaat wordt ondergebracht bij het Internationaal Energieagentschap (IEA) zodat het Ipeec ten volle gebruik kan maken van de kennis, ervaring en capaciteit van het IEA. Het secretariaat staat open voor deelname van alle leden van het Ipeec. Het rapporteert aan en staat onder toezicht van het uitvoerend comité. Het secretariaat wordt ondersteund via bijdragen op basis van vrijwilligheid (financieel of in natura) van alle leden.

Afgezien van het personeel van het secretariaat, kan dit secretariaat, op basis van een besluit van het uitvoerend comité, gebruikmaken van de diensten van personeel dat in dienst is genomen door de leden en door hen naar het secretariaat wordt gedetacheerd. Dergelijke personeelsleden worden betaald door hun respectieve werkgevers en blijven onderworpen aan de arbeidsvoorwaarden van hun werkgever.

Elk lid stelt afzonderlijk de aard van zijn deelname aan Ipeec-activiteiten vast.

Dit referentiekader, dat van administratieve aard is, schept geen juridisch bindende verplichtingen tussen of voor de leden. Elke lidstaat moet de activiteiten waarop dit referentiekader betrekking heeft uitvoeren overeenkomstig de voor hem geldende wet en regelgeving en de internationale overeenkomsten waarbij zijn land partij is, en dit binnen de respectieve budgettaire ruimte.

Het Ipeec staat open voor andere nationale regeringsinstanties en intergouvernementele organisaties. Over het lidmaatschap daarvan wordt bij consensus beslist door het beleidscomité. Voorwaarde voor het lidmaatschap van het Ipeec is de ondertekening van het referentiekader. De landen die lid zijn worden genoemd in bijlage A. Bijlage A kan gewijzigd worden door het beleidscomité op basis van consensus.

Op uitnodiging van het uitvoerend comité kunnen technische en andere deskundigen van binnen of buiten de ledengroep deelnemen aan de taakgroepen.

Met inachtneming van het bepaalde onder punt 3.11 kan ieder lid financiële en andere middelen bijdragen aan de werking van het Ipeec, onderworpen aan de wet en regelgeving en het beleid van het lid in kwestie. Elke taakgroep wordt gefinancierd door de leden die deelnemen aan de werkzaamheden van die taakgroep overeenkomstig de wet en regelgeving en het beleid van het lid in kwestie.

Elk lid moet de volgende uitgaven in verband met de vergaderingen van het beleidscomité, het uitvoerend comité en de desbetreffende taakgroepen dragen:

  • reis en verblijfskosten van de vertegenwoordigers van de leden;

  • uitgaven voor de huisvesting van de vertegenwoordigers van de leden; en

  • andere aanverwante uitgaven.

Voorafgaand aan de vaststelling van het werkprogramma en de begroting voor elk jaar, wordt elk lid ertoe aangespoord zijn bijdrage aan het Ipeec te specificeren.

Dit referentiekader doet geen inhoudelijke of procedurele rechten of voordelen ontstaan, die bij wet of jurisprudentie afdwingbaar zijn voor de leden, hun ambtenaren of andere personen. Geen lid kan een vordering voor compensatie tegenover een ander lid indienen voor activiteiten die zijn uitgevoerd overeenkomstig dit referentiekader. Dit referentiekader is niet direct van toepassing op personen buiten de ledengroep.

De intellectuele eigendom die wordt voortgebracht door het Ipeec, andere dan door de taakgroepen, moet open zijn en zonder dat er eigendomsrechten voor gelden, tenzij het uitvoerend comité anderszins beslist.

Intellectuele eigendom die ontstaat of geleverd wordt bij de tenuitvoerlegging van projecten van de taakgroepen, moet op adequate en effectieve wijze worden beschermd. De manier van toewijzing van rechten voor dergelijke intellectuele eigendom en de behandeling van informatie waarop eigendomsrechten berusten, moeten worden omschreven in specifieke tenuitvoerleggingsregelingen tussen of onder de betrokken leden.

Dit referentiekader treedt in werking op 24 mei 2009 en is van kracht gedurende 10 jaar, tenzij het door de leden wordt verlengd of beëindigd.

Dit referentiekader kan te allen tijde schriftelijk worden gewijzigd bij consensus van de leden.

Een lid kan zich terugtrekken uit het Ipeec. Een lid moet ernaar streven om de andere leden uiterlijk 90 dagen vóór zijn verwachte uittreding uit het Ipeec daarvan in kennis te stellen.

Aanhangsel A: Federale Republiek Brazilië, Canada, Volksrepubliek China, Frankrijk, Duitsland, Italië, Japan, Republiek Korea, Mexico, Russische Federatie, Verenigd Koninkrijk, Verenigde Staten van Amerika

(ondertekend)

Edison LΟΒΑΟ

minister van Mijnbouw en Energie van de Federale Republiek Brazilië

Datum: 24 mei 2009

(ondertekend)

Cassie DOYLE

Viceminister voor Natuurlijke rijkdommen van Canada

Datum: 24 mei 2009

(ondertekend)

XIE Ji

Vertegenwoordiger van de Commissie voor Nationale ontwikkeling en Hervormingen van de Volksrepubliek China

Datum: 24 mei 2009

(ondertekend)

Jean-Louis BORLOO

minister van staat, minister van Ecologie, Energie, Duurzame ontwikkeling en Stedelijke en Plattelandsontwikkeling van Frankrijk

Datum: 24 mei 2009

(ondertekend)

Bernd PFAFFENBACH

Staatssecretaris toegevoegd aan de Bondsminister van Economie en Technologie van Duitsland

Datum: 24 mei 2009

(ondertekend)

Claudio SCAJOLA

minister van Economische ontwikkeling van Italië

Datum: 24 mei 2009

(ondertekend)

Toshihiro NIKAI

minister van Economie, Handel en Industrie van Japan

Datum: 24 mei 2009

(ondertekend)

Young Hak KIM

Vertegenwoordiger van het Ministerie van Kenniseconomie van Korea

Datum: 24 mei 2009

(ondertekend)

Georgina KESSEL MARTINEZ

Staatsecretaris voor Energie van Mexico

Datum: 24 mei 2009

(ondertekend)

Sergey SHMATKO

minister van Energie van de Russische Federatie

Datum: 24 mei 2009

(ondertekend)

Ed MILIBAND

minister van Energie en Klimaatverandering van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland

Datum: 24 mei 2009

(ondertekend)

Steven CHU

minister van Energie van de Verenigde Staten van Amerika

Datum: 24 mei 2009

[Waarnemer]

(ondertekend)

Andris PIEBALGS

Voor energie bevoegd lid van de Commissie

Datum: 24 mei 2009

BIJLAGE II