Richtlijn 94/19/EG wordt als volgt gewijzigd:
-
Artikel 1, punt 3, onder i), tweede alinea, wordt vervangen door:
„De bevoegde autoriteiten doen deze vaststelling zo spoedig mogelijk en in ieder geval uiterlijk vijf werkdagen nadat zij voor het eerst hebben geconstateerd dat een kredietinstelling heeft nagelaten een verschuldigd en betaalbaar deposito terug te betalen; of”.
-
Artikel 4 wordt als volgt gewijzigd:
-
lid 5 wordt vervangen door:
„5.De lidstaten dragen er zorg voor dat de depositogarantiestelsels in de in de leden 1 tot en met 4 bedoelde gevallen met elkaar samenwerken.”;
-
het volgende lid wordt toegevoegd:
„6.De Commissie evalueert de werking van dit artikel ten minste om de twee jaar en stelt in voorkomend geval wijzigingen daarin voor.”.
-
-
Artikel 7 wordt als volgt gewijzigd:
-
lid 1 komt als volgt te luiden:
„1.De lidstaten zorgen ervoor dat de dekking voor het totaal van de deposito’s van een zelfde deposant ten minste 50 000 EUR bedraagt wanneer de deposito’s niet-beschikbaar zijn.
1 bis.Uiterlijk op 31 december 2010 zorgen de lidstaten ervoor dat de dekking voor het totaal van de deposito’s van elke deposant wordt vastgesteld op 100 000 EUR wanneer de deposito’s niet-beschikbaar zijn.
Indien uit het in artikel 12 bedoelde verslag van de Commissie blijkt dat een dergelijke verhoging en een dergelijke harmonisatie niet aangewezen zijn en niet voor alle lidstaten financieel haalbaar zijn om de bescherming van de consument en de financiële stabiliteit in de Gemeenschap te waarborgen en om grensoverschrijdende verstoringen tussen de lidstaten te vermijden, zal het Europees Parlement en de Raad een voorstel worden gedaan voor de wijziging van de eerste alinea.
1 terties.Lidstaten die geen deel uitmaken van de eurozone dragen er zorg voor dat wanneer zij de in lid 1 en lid 1 bis genoemde in euro uitgedrukte bedragen omzetten in hun nationale munteenheden, dat de in de nationale munteenheden uitgedrukte bedragen die daadwerkelijk aan de deposanten worden uitbetaald, gelijkwaardig zijn met de in deze richtlijn bepaalde bedragen.”;
-
lid 3 wordt vervangen door:
„3.Lid 1 bis belet niet dat bepalingen worden gehandhaafd die vóór 1 januari 2008, met name om sociale redenen, een volledige dekking van bepaalde soorten deposito’s boden.”;
-
lid 4 wordt geschrapt;
-
het volgende lid wordt toegevoegd:
„7.De Commissie kan de in leden 1 en 1 bis bedoelde bedragen aanpassen om rekening te houden met de inflatie in de Europese Unie conform de door de Commissie gepubliceerde geharmoniseerde consumentenprijsindex.
Deze maatregel, die niet-essentiële onderdelen van deze richtlijn beoogt te wijzigen, wordt vastgesteld volgens de in artikel 7 bis, lid 2, bedoelde regelgevingsprocedure met toetsing.”.
-
-
Het volgende artikel wordt ingevoegd:
1.De Commissie wordt bijgestaan door het bij Besluit 2004/10/EG van de Commissie(*) ingestelde Europees Comité voor het bankwezen.
2.Wanneer naar dit lid wordt verwezen, zijn artikel 5 bis, leden 1 tot en met 4, en artikel 7 van Besluit 1999/468/EG van de Raad van 28 juni 1999 tot vaststelling van de voorwaarden voor de uitoefening van de aan de Commissie verleende uitvoeringsbevoegdheden(**) van toepassing, met inachtneming van artikel 8 van dat besluit.
-
Artikel 9, lid 1, wordt vervangen door:
„1.De lidstaten dragen er zorg voor dat de kredietinstellingen aan feitelijke en potentiële deposanten de nodige gegevens ter beschikking stellen om te kunnen nagaan aan welk depositogarantiestelsel in de Gemeenschap de kredietinstelling en haar bijkantoren deelnemen, of welke alternatieve regeling krachtens artikel 3, lid 1, tweede alinea, of artikel 3, lid 4, is getroffen. De deposanten worden ingelicht over de bepalingen van het depositogarantiestelsel of van de van toepassing zijnde alternatieve regeling, met inbegrip van het bedrag van de dekking en de reikwijdte van het depositogarantiestelsel. Indien op grond van artikel 7, lid 2, voor een deposito geen garantie uit het depositogarantiestelsel geldt, informeert de kredietinstelling de deposant hierover. Alle inlichtingen worden in een bevattelijke vorm ter beschikking gesteld.
Desgevraagd moeten inlichtingen worden verstrekt over de voorwaarden voor terugbetaling en de met het oog daarop te vervullen formaliteiten.”.
-
Artikel 10 wordt als volgt gewijzigd:
-
lid 1 wordt vervangen door:
„1.Het depositogarantiestelsel moet in staat zijn terdege getoetste aanspraken van deposanten op uitkeringen in verband met niet-beschikbare deposito’s te honoreren binnen een termijn van twintig werkdagen, te rekenen vanaf de datum waarop de bevoegde autoriteiten tot de in artikel 1, punt 3, onder i), bedoelde vaststelling overgaan of een rechterlijke instantie de uitspraak als bedoeld in artikel 1, punt 3, onder ii), doet; het vergaren en doorgeven van de accurate gegevens over deposanten en deposito’s die nodig zijn voor de toetsing van de aanspraken, valt binnen deze termijn.
In zeer uitzonderlijke omstandigheden kan een deposito-garantiestelsel de bevoegde autoriteiten verzoeken deze termijn te verlengen. De verlenging geldt voor maximaal tien werkdagen.
Uiterlijk op 16 maart 2011 dient de Commissie bij het Europees Parlement en de Raad een verslag in over de doeltreffendheid en de termijnen van de uitbetalingsprocedures, waarin beoordeeld wordt of het wenselijk is om de in de eerste alinea vermelde termijn te verminderen tot tien werkdagen.
De lidstaten dragen er zorg voor dat de depositogarantiestelsels regelmatig tests op hun systemen uitvoeren en dat zij in voorkomend geval geïnformeerd worden ingeval de bevoegde autoriteiten problemen in een kredietinstelling op het spoor komen die waarschijnlijk tot de interventie van depositogarantiestelsels zullen leiden.”;
-
lid 2 wordt geschrapt.
-
-
Artikel 12 wordt vervangen door:
1.Uiterlijk op 31 december 2009 dient de Commissie bij het Europees Parlement en de Raad een verslag in over:
-
de harmonisatie van de financieringsmechanismen van depositogarantiestelsels, waarbij zij met name aandacht besteedt aan de gevolgen van het ontbreken van een dergelijke harmonisatie in het geval van een grensoverschrijdende crisis met betrekking tot de beschikbaarheid van compensatie-uitkeringen van het deposito, en met betrekking tot de eerlijke concurrentie en de voordelen en kosten van deze harmonisatie;
-
de gepastheid van en de voorwaarden voor een volledige dekking voor bepaalde tijdelijk verhoogde balansen;
-
mogelijke modellen voor de invoering van risico-afhankelijke bijdragen;
-
de voordelen en kosten van de mogelijke invoering van een communautair depositogarantiestelsel;
-
het effect van uiteenlopende wetgevingen met betrekking tot de verrekening van een tegoed van een deposant met diens schuld, op de doeltreffendheid van het systeem en mogelijke verstoringen, rekening houdend met grensoverschrijdende vereffeningen;
-
de harmonisatie van de reeks van gedekte producten en deposanten, met inbegrip van de specifieke behoeften van kleine en middelgrote ondernemingen en van lokale instanties;
-
de koppeling tussen depositogarantiestelsels en alternatieve manieren om deposanten hun inleg te vergoeden, zoals mechanismen voor nooduitbetaling.
Indien nodig doet de Commissie passende voorstellen tot wijziging van deze richtlijn.
2.De lidstaten stellen de Commissie en het Europees Comité voor het bankwezen in kennis van hun voornemen om wijzigingen in de bestreken categorieën deposito’s of in de dekking van deposito’s aan te brengen, alsook van alle eventuele moeilijkheden die zij bij de samenwerking met andere lidstaten ondervinden.”.
-
-
Bijlage III wordt geschrapt.