Deze richtlijn heeft betrekking op water, gewonnen uit de bodem van een lidstaat, dat door de verantwoordelijke autoriteit van die staat wordt erkend als natuurlijk mineraalwater dat voldoet aan het bepaalde in bijlage I, deel I.
Richtlijn 2009/54/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 juni 2009 betreffende de exploitatie en het in de handel brengen van natuurlijk mineraalwater (Herschikking) (Voor de EER relevante tekst)
Richtlijn 2009/54/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 juni 2009 betreffende de exploitatie en het in de handel brengen van natuurlijk mineraalwater (Herschikking) (Voor de EER relevante tekst)
HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap, en met name op artikel 95,
Gezien het voorstel van de Commissie,
Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité(1),
Handelend volgens de procedure van artikel 251 van het Verdrag(2),
Overwegende hetgeen volgt:
Richtlijn 80/777/EEG van de Raad van 15 juli 1980 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lidstaten inzake de exploitatie en het in de handel brengen van natuurlijk mineraalwater(3) is herhaaldelijk en ingrijpend gewijzigd(4). Aangezien de richtlijn opnieuw wordt gewijzigd, dient zij ter wille van de duidelijkheid herschikt te worden.
Natuurlijk mineraalwater is in de wetgevingen van de lidstaten omschreven. In deze wetgevingen zijn de voorwaarden neergelegd waaronder natuurlijk mineraalwater als zodanig wordt erkend en zijn de exploitatievoorwaarden van de bronnen geregeld. Deze wetgevingen schrijven bovendien de bijzondere regels voor het in de handel brengen van het betrokken water voor.
De verschillen tussen deze wetgevingen belemmeren het vrije verkeer van natuurlijk mineraalwater waardoor ongelijke concurrentievoorwaarden worden geschapen, en zij daardoor een rechtstreekse invloed hebben op de werking van de interne markt.
In het voorkomende geval kan de opheffing van deze belemmeringen het gevolg zijn, enerzijds, van de voor iedere lidstaat geldende verplichting op zijn grondgebied het in de handel brengen toe te staan van natuurlijk mineraalwater dat als zodanig door ieder van de andere lidstaten is erkend, en, anderzijds, van het uitvaardigen van gemeenschappelijke regels die met name van toepassing zijn op de gestelde microbiologische vereisten en op de voorwaarden waaronder bijzondere benamingen mogen worden gebruikt voor bepaalde mineraalwaters.
Voorschriften voor natuurlijk mineraalwater dienen in de eerste plaats gericht te zijn op de bescherming van de gezondheid van de consument, het voorkomen van misleiding van de consument en het waarborgen van eerlijke handelsvoorwaarden.
In afwachting van de sluiting van overeenkomsten inzake de onderlinge erkenning van natuurlijk mineraalwater tussen de Gemeenschap en derde landen, dienen de voorwaarden te worden vastgesteld waaronder, totdat genoemde overeenkomsten worden toegepast, soortgelijke uit derde landen ingevoerde producten in de Gemeenschap als natuurlijk mineraalwater kunnen worden toegelaten.
Er dient voor te worden gezorgd dat natuurlijk mineraalwater in het handelsstadium die kenmerken behoudt welke de erkenning ervan als natuurlijk mineraalwater hebben gerechtvaardigd. De voor de verpakking ervan gebruikte recipiënten dienen derhalve passende sluitingen te bezitten.
Voor natuurlijk mineraalwater gelden, voor wat betreft de etikettering ervan, de algemene regels van Richtlijn 2000/13/EG van het Europees Parlement en de Raad van 20 maart 2000 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgeving der lidstaten inzake de etikettering en presentatie van levensmiddelen alsmede inzake de daarvoor gemaakte reclame(5). Het volstaat derhalve in deze richtlijn de aanvullingen en afwijkingen neer te leggen die ten aanzien van deze algemene regels dienen te worden vastgesteld.
Met het oog op de voorlichting van de consument dient de vermelding van de samenstelling van natuurlijk mineraalwater op het etiket verplicht te zijn.
De voor de uitvoering van deze richtlijn vereiste maatregelen moeten worden vastgesteld overeenkomstig Besluit 1999/468/EG van de Raad van 28 juni 1999 tot vaststelling van de voorwaarden voor de uitoefening van de aan de Commissie verleende uitvoeringsbevoegdheden(6).
In het bijzonder moet de Commissie de bevoegdheid worden gegeven om grenswaarden voor de concentraties aan bestanddelen van natuurlijk mineraal water vast te stellen, alsmede eventuele bepalingen die nodig zijn om hoge concentraties aan bepaalde bestanddelen op de etikettering te vermelden, de voorwaarden voor het gebruik van met ozon verrijkte lucht voor de behandeling van natuurlijk mineraal water, informatie over de behandeling van natuurlijk mineraal water, analysemethoden om vast te stellen dat natuurlijk mineraal water niet verontreinigd is, alsook de bemonsteringsprocedures en analysemethoden die nodig zijn om de microbiologische kenmerken van natuurlijk mineraalwater te controleren. Daar het maatregelen van algemene strekking betreft tot wijziging van niet-essentiële onderdelen van deze richtlijn, onder meer door haar aan te vullen, moeten zij volgens de in artikel 5 bis van Besluit 1999/468/EG bepaalde regelgevingsprocedure met toetsing worden vastgesteld.
Wanneer om dwingende urgente redenen de normaal voor de regelgevingsprocedure met toetsing toepasselijke termijnen niet kunnen worden nageleefd, moet de Commissie voor de aanneming van de ter bescherming van de volksgezondheid noodzakelijke wijzigingen van deze Richtlijn de in artikel 5 bis, lid 6, van Besluit 1999/468/EG vastgestelde urgentieprocedure kunnen toepassen.
Daar de nieuwe onderdelen van deze richtlijn slechts de comitéprocedure betreffen, is omzetting door de lidstaten niet nodig.
Deze richtlijn dient de verplichtingen van de lidstaten met betrekking tot de in bijlage IV, deel B, genoemde termijnen voor omzetting in nationaal recht van de aldaar genoemde richtlijnen onverlet te laten,
HEBBEN DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:
Artikel 1
Deze richtlijn heeft eveneens betrekking op water, gewonnen uit de bodem van een derde land en ingevoerd in de Gemeenschap, dat door de verantwoordelijke autoriteit van een lidstaat als natuurlijk mineraalwater is erkend.
Het in de eerste alinea bedoelde water kan slechts worden erkend indien de hiertoe bevoegde autoriteit in het land van winning heeft verklaard dat het voldoet aan het bepaalde in bijlage I, deel I, en dat regelmatig wordt gecontroleerd of het bepaalde in bijlage II, punt 2, wordt nageleefd.
De geldigheidsduur van de in de tweede alinea bedoelde verklaring mag niet meer dan vijf jaar bedragen. Indien de verklaring vóór het einde van de genoemde periode wordt vernieuwd, behoeft niet opnieuw tot de in de eerste alinea bedoelde erkenning te worden overgegaan.
Deze richtlijn is niet van toepassing op:
-
water dat een geneesmiddel is in de zin van Richtlijn 2001/83/EG van het Europees Parlement en de Raad van 6 november 2001 tot vaststelling van een communautair wetboek betreffende geneesmiddelen voor menselijk gebruik(7);
-
natuurlijk mineraalwater dat met het oog op genezing aan de bron in thermale of hydrominerale inrichtingen wordt gebruikt.
De in de leden 1 en 2 bedoelde erkenning wordt met redenen omkleed door de verantwoordelijke autoriteit van de lidstaat en wordt officieel bekendgemaakt.
Iedere lidstaat deelt aan de Commissie de gevallen mede waarin werd overgegaan tot de in de leden 1 en 2 bedoelde erkenning of tot intrekking hiervan. De lijst van de als zodanig erkende natuurlijke mineraalwaters wordt bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Artikel 2
De lidstaten treffen de nodige maatregelen opdat alleen het in artikel 1 bedoelde water dat aan deze richtlijn voldoet, als natuurlijk mineraalwater in de handel kan worden gebracht.
Artikel 3
De bronnen van natuurlijk mineraalwater dienen in overeenstemming met de in bijlage II vermelde voorschriften te worden geëxploiteerd; deze voorschriften gelden ook voor het verpakken van dit water.
Artikel 4
Een natuurlijk mineraalwater zoals het bij het ontspringen voorkomt, mag aan geen enkele andere behandeling worden onderworpen dan:
-
de afscheiding van labiele elementen, zoals ijzer- en zwavelverbindingen, door filtreren of decanteren, eventueel na beluchten, voor zover deze behandeling niet tot gevolg heeft de samenstelling van dit water te veranderen wat de essentiële bestanddelen betreft die het zijn eigenschappen geven;
-
de afscheiding van ijzer-, mangaan- en zwavelverbindingen en arseen van bepaalde soorten natuurlijk mineraalwater door behandeling met lucht die met ozon is verrijkt, voor zover deze behandeling niet tot gevolg heeft de samenstelling van dit water te veranderen wat de essentiële bestanddelen betreft die het zijn eigenschappen geven, mits:
-
de behandeling voldoet aan de voorwaarden voor het gebruik daarvan, die worden vastgesteld door de Commissie na raadpleging van de bij Verordening (EG) nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 28 januari 2002 tot vaststelling van de algemene beginselen en voorschriften van de levensmiddelenwetgeving, tot oprichting van een Europese Autoriteit voor voedselveiligheid en tot vaststelling van procedures voor voedselveiligheidsaangelegenheden(8), opgerichte Europese Autoriteit voor Voedselveiligheid;
-
de behandeling gemeld is aan de bevoegde instanties en door deze specifiek wordt gecontroleerd;
-
-
de afscheiding van andere dan de onder a) en b) bedoelde ongewenste bestanddelen, voor zover deze behandeling niet tot gevolg heeft de samenstelling van dit water te veranderen wat de essentiële bestanddelen betreft die het zijn eigenschappen geven, mits:
-
de behandeling voldoet aan de voorwaarden voor het gebruik daarvan, die door de Commissie na raadpleging van de Europese Autoriteit voor Voedselveiligheid worden vastgesteld;
-
de behandeling gemeld is aan de bevoegde instanties en door deze specifiek wordt gecontroleerd;
-
-
de totale of gedeeltelijke verwijdering van vrij koolzuurgas via uitsluitend natuurkundige procedés.
De in punt b), onder i), en punt c), onder i), bedoelde maatregelen, die niet-essentiële onderdelen van deze richtlijn beogen te wijzigen door haar aan te vullen, worden vastgesteld volgens de in artikel 14, lid 2, bedoelde regelgevingsprocedure met toetsing.
De eerste alinea vormt geen beletsel voor het gebruik van natuurlijk mineraalwater en bronwater voor de vervaardiging van alcoholvrije frisdranken.
Een natuurlijk mineraalwater zoals het bij het ontspringen voorkomt, mag aan geen enkele andere toevoeging worden onderworpen dan het inbrengen of opnieuw inbrengen van koolzuurgas onder de bij bijlage I, deel III, bepaalde voorwaarden.
Elke behandeling ter ontsmetting, op welke wijze dan ook, en, behoudens lid 2, toevoeging van bacteriostatica of iedere andere behandeling die de microflora van het natuurlijke mineraalwater kan wijzigen zijn verboden.