Home

Verordening (EG) nr. 288/2009 van de Commissie van 7 april 2009 houdende bepalingen voor de uitvoering van Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad ten aanzien van de toekenning, in het kader van een schoolfruitregeling, van communautaire steun voor de verstrekking van groente- en fruitproducten, verwerkte groente- en fruitproducten en banaanproducten aan kinderen in onderwijsinstellingen

Verordening (EG) nr. 288/2009 van de Commissie van 7 april 2009 houdende bepalingen voor de uitvoering van Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad ten aanzien van de toekenning, in het kader van een schoolfruitregeling, van communautaire steun voor de verstrekking van groente- en fruitproducten, verwerkte groente- en fruitproducten en banaanproducten aan kinderen in onderwijsinstellingen

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad van 22 oktober 2007 houdende een gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten en specifieke bepalingen voor een aantal landbouwproducten („Integrale-GMO-verordening”)(1), en met name op artikel 103 nonies, onder f), juncto artikel 4,

Overwegende hetgeen volgt:

  1. Bij Verordening (EG) nr. 13/2009 van de Raad(2) is Verordening (EG) nr. 1234/2007 gewijzigd met het oog op de toekenning, in het kader van een schoolfruitregeling, van communautaire steun voor de verstrekking van groente- en fruitproducten, verwerkte groente- en fruitproducten en banaanproducten aan kinderen die regelmatig aanwezig zijn in door de bevoegde autoriteiten van een lidstaat beheerde of erkende onderwijsinstellingen.

  2. Met het oog op een degelijke uitvoering van de schoolfruitregeling moeten lidstaten die op nationaal of regionaal niveau van de regeling gebruik wensen te maken, vooraf een strategie hiertoe opstellen. Om te garanderen dat de op grond van deze verordening opgezette schoolfruitregelingen een meerwaarde opleveren, moeten de lidstaten in hun strategie toelichten hoe zij die meerwaarde zullen verwezenlijken, met name wanneer de gewone schoolmaaltijden samen met de in het kader van de schoolfruitregeling gefinancierde producten worden gebruikt. Lidstaten die meer dan één regeling ten uitvoer willen leggen, moeten voor elke regeling een strategie opstellen.

  3. De strategieën van de lidstaten moeten de in artikel 103 octies bis, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1234/2007 bedoelde sleutelelementen van de regeling bevatten, met name de begroting, inclusief de communautaire en de nationale bijdrage, de looptijd, de doelgroep, de subsidiabele producten en de betrokkenheid van de belanghebbende partijen, zoals onderwijs- en gezondheidsautoriteiten, de particuliere sector en de ouders van de leerlingen. In de strategieën van de lidstaten dient tevens een beschrijving te worden gegeven van de begeleidende maatregelen die met het oog op de doeltreffendheid van de regeling moeten worden vastgesteld.

  4. Krachtens artikel 152, lid 1, van het Verdrag moet bij de bepaling en de uitvoering van elk beleid van de Gemeenschap een hoog niveau van bescherming van de gezondheid worden verzekerd. Om te garanderen dat de subsidiabele producten een hoog niveau van bescherming van de gezondheid van de kinderen bieden en gezonde eetgewoonten bevorderen, moeten de lidstaten producten waaraan suiker, vet, zout of zoetstoffen zijn toegevoegd, uitsluiten van hun strategie, tenzij zij in degelijk gemotiveerde gevallen in hun strategie bepalen dat dergelijk producten toch voor steun in het kader van hun regeling in aanmerking komen. De lijst van subsidiabele producten van een lidstaat dient in elk geval door de bevoegde nationale gezondheidsautoriteit te worden goedgekeurd.

  5. Met het oog op de doeltreffendheid van schoolfruitregelingen dienen begeleidende maatregelen te worden vastgesteld. Deze begeleidende maatregelen mogen noch beperkt worden tot bepaalde geografische gebieden of onderwijsinstellingen, noch bepaalde kinderen van de werkingssfeer ervan uitsluiten. Daarom moeten de lidstaten ernaar streven zoveel mogelijk kinderen uit de doelgroep bij de regeling te betrekken aan de hand van de begeleidende maatregelen.

  6. In het belang van een goed bestuur en begrotingsbeheer moeten de lidstaten die een schoolfruitregeling ten uitvoer leggen, elk jaar een aanvraag voor communautaire steun indienen.

  7. Omwille van de transparantie moet een indicatieve toewijzing van communautaire steun per lidstaat worden vastgesteld die is berekend aan de hand van de in artikel 103 octies bis, lid 5, van Verordening (EG) nr. 1234/2007 bedoelde toewijzingssleutel. Om rekening te houden met demografische ontwikkelingen dient de Commissie ten minste om de drie jaar na te gaan of de toewijzing nog met de werkelijkheid overeenstemt.

  8. Met het oog op een optimaal gebruik van de beschikbare middelen moet communautaire steun die op indicatieve basis is toegewezen aan een lidstaat die zijn strategie niet tijdig bij de Commissie heeft aangemeld, worden herverdeeld over de deelnemende lidstaten die aan de Commissie hebben meegedeeld meer dan de initieel aan hen toegewezen communautaire steun te willen gebruiken.

  9. Niet alleen kosten voor het aankopen van groente- en fruitproducten, verwerkte groente- en fruitproducten en banaanproducten, maar ook bepaalde aanverwante kosten die rechtstreekse verbonden zijn met de uitvoering van een schoolfruitregeling, dienen in aanmerking te komen voor communautaire steun indien dat in de strategie van de betrokken lidstaat is bepaald. Ter vrijwaring van de doeltreffendheid van de regeling mag echter slechts een beperkt percentage van de steun worden toegewezen voor de dekking van dergelijke aanverwante kosten. Met het oog op het financiële beheer en de controle moeten deze kosten worden weergegeven als vaste, op pro-ratabasis berekende bedragen.

  10. In het belang van een degelijke controle en een degelijk beheer van de administratie en de begroting moet worden gespecificeerd welke voorwaarden gelden voor de verlening van de steun, de erkenning van de aanvragers van de steun en de geldigheid van de steunaanvragen. Wat de betaling van de steun betreft, moet worden vastgesteld aan welke voorwaarden de aanvragers moeten voldoen, welke formaliteiten moeten worden vervuld voor de indiening van de aanvragen, welke controles en sancties de bevoegde autoriteiten moeten toepassen en welke voorschriften voor de betaling gelden.

  11. Om de financiële belangen van de Gemeenschap te beschermen, moeten passende controlemaatregelen ter bestrijding van onregelmatigheden en fraude worden genomen. Deze controlemaatregelen dienen exhaustieve administratieve controles te omvatten, aangevuld met controles ter plaatse. Met het oog op een billijke en gelijke aanpak in de lidstaten moeten de omvang, de inhoud, het tijdschema en de rapportagevoorschriften betreffende deze controlemaatregelen worden vastgesteld, rekening houdend met de verschillen in de tenuitvoerlegging van de regeling door de lidstaten.

  12. Ten onrechte betaalde bedragen moeten worden teruggevorderd en sancties moeten worden vastgesteld om fraude en ernstige nalatigheid van de zijde van de aanvragers te ontraden.

  13. Om een beoordeling van de doeltreffendheid van de regeling, een collegiale evaluatie en de uitwisseling van beste praktijken mogelijk te maken, moeten de lidstaten de uitvoering van hun schoolfruitregeling geregeld controleren en evalueren en moeten zij de betrokken resultaten en bevindingen aan de Commissie toezenden. Indien de groente- en fruitproducten, verwerkte groente- en fruitproducten en banaanproducten niet gratis aan de doelgroep van de regeling worden verstrekt, dienen de lidstaten het effect van door de ouders te leveren bijdragen op de doeltreffendheid van hun regeling te beoordelen.

  14. De begunstigden van door de Gemeenschap medegefinancierde projecten blijken zich niet altijd voldoende bewust te zijn van de inbreng van de Gemeenschap in het betrokken project. Elke onderwijsstelling die aan de schoolfruitregeling deelneemt, dient daarom de inbreng van de Gemeenschap in de regeling duidelijk te vermelden.

  15. Om de lidstaten voldoende tijd te geven om hun schoolfruitregeling op te zetten of hun bestaande regeling aan de nieuwe bepalingen aan te passen, kunnen de lidstaten een strategie opstellen waarin de sleutelelementen slechts voor de eerste periode (1 augustus 2009-31 juli 2010) zijn opgenomen. Zij moeten eveneens in de gelegenheid worden gesteld de vaststelling van begeleidende maatregelen tijdens die overgangsperiode uit te stellen.

  16. De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Beheerscomité voor de gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1 Werkingssfeer en gebruik van begrippen

1.

Deze verordening bevat bepalingen voor de uitvoering van Verordening (EG) nr. 1234/2007 ten aanzien van de toekenning, in het kader van een schoolfruitregeling, van communautaire steun voor de verstrekking van groente- en fruitproducten, verwerkte groente- en fruitproducten en banaanproducten aan kinderen in onderwijsinstellingen.

2.

De in de onderhavige verordening gebruikte begrippen hebben, tenzij in deze verordening anders is bepaald, dezelfde betekenis als in Verordening (EG) nr. 1234/2007.

Artikel 2 Doelgroep

De in artikel 103 octies bis van Verordening (EG) nr. 1234/2007 bedoelde steun is bestemd voor kinderen die regelmatig aanwezig zijn in door de bevoegde autoriteiten van een lidstaat beheerde of erkende onderwijsinstellingen.

Artikel 3 Strategie

1.

Lidstaten die een schoolfruitregeling willen opzetten, stellen de in artikel 103 octies bis, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1234/2007 bedoelde strategie op.

2.

De strategie van de lidstaten mag geen betrekking hebben op in bijlage I bij de onderhavige verordening genoemde producten. Lidstaten die een breed assortiment producten onder hun regeling willen laten vallen of de regeling aantrekkelijker willen maken, mogen dergelijke producten echter, in degelijk gemotiveerde gevallen, toch voor steun in aanmerking laten komen, op voorwaarde dat slechts beperkte hoeveelheden van de in de bijlage genoemde stoffen aan de producten zijn toegevoegd.

De lidstaten dienen erop toe te zien dat de lijst van producten die in het kader van de schoolfruitregeling voor steun in aanmerking komen, door hun bevoegde gezondheidsautoriteiten wordt goedgekeurd.

3.

De lidstaten moeten in hun strategie toelichten hoe zij de meerwaarde van hun schoolfruitregeling zullen verwezenlijken, met name wanneer op grond van hun strategie de gewone schoolmaaltijden samen met de in het kader van de schoolfruitregeling gefinancierde producten mogen worden gebruikt. De lidstaten dienen in hun strategie een beschrijving te geven van de door hen vastgestelde controlemaatregelen.

4.

De lidstaten moeten in hun strategie beschrijven welke begeleidende maatregelen zij zullen vaststellen om de geslaagde uitvoering van hun regeling te garanderen. Deze maatregelen kunnen tot doel hebben de kennis over de groente- en fruitsector of gezonde eetgewoonten bij de doelgroep te verbeteren, onder meer aan de hand van websites, bezoeken aan landbouwbedrijven of tuiniersessies.

5.

De lidstaten kunnen bepalen op welk geografisch en administratief niveau een schoolfruitregeling wordt ingevoerd. Lidstaten die meer dan één regeling ten uitvoer willen leggen, moeten voor elke regeling een strategie opstellen. Lidstaten die meerdere regelingen willen uitvoeren, mogen een coördinatiekader vaststellen.

Artikel 4 Steun voor de verstrekking van groente- en fruitproducten, verwerkte groente- en fruitproducten en banaanproducten aan kinderen

1.

Lidstaten die een schoolfruitregeling opzetten, mogen de in artikel 103 octies bis, van Verordening (EG) nr. 1234/2007 bedoelde steun aanvragen voor een één- of meerjarige periode die loopt van 1 augustus tot en met 31 juli, door hun strategie uiterlijk op 31 januari van het jaar waarin de betrokken periode van start gaat, bij de Commissie aan te melden.

2.

Lidstaten die vóór de inwerkingtreding van de onderhavige verordening reeds beschikken over een schoolfruitregeling of een andere regeling op grond waarvan onder meer fruit aan scholen wordt verstrekt, moeten in aanmerking komen voor communautaire steun overeenkomstig de voorwaarden van artikel 103 octies bis, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1234/2007. Zij dienen hun strategie uiterlijk op de in lid 1 bedoelde datum bij de Commissie aan te melden.

3.

In bijlage II bij de onderhavige verordening is een indicatieve toewijzing van de communautaire steun per lidstaat vastgesteld die is berekend aan de hand van de in artikel 103 octies bis, lid 5, van Verordening (EG) nr. 1234/2007 bedoelde toewijzingssleutel. De Commissie beoordeelt ten minste om de drie jaar of bijlage II nog in overeenstemming is met die toewijzingssleutel.

4.

De communautaire steun die is toegewezen aan lidstaten die de Commissie uiterlijk op 31 januari van het jaar waarin de in lid 1 bedoelde periode van start gaat, nog niet in kennis hebben gesteld van hun strategie of die slechts een deel van de initieel aan hen toegewezen steun hebben aangevraagd, wordt verdeeld over de lidstaten die uiterlijk op de in lid 1 bedoelde datum aan de Commissie hebben gemeld meer dan de initieel aan hen toegewezen communautaire steun te willen gebruiken.

De in de eerste alinea bedoelde verdeling van communautaire steun vindt plaats in evenredigheid met de initieel aan de lidstaat toegewezen steun die is berekend aan de hand van de in artikel 103 octies bis, lid 5, van Verordening (EG) nr. 1234/2007 bedoelde toewijzingssleutel.

De Commissie neemt uiterlijk op 31 maart van het jaar waarin de in lid 1 bedoelde periode van start gaat, een besluit over de definitieve toewijzing van de communautaire steun aan de lidstaten.

Artikel 5 Subsidiabele kosten

Artikel 6 Algemene voorwaarden voor de verlening van de steun

Artikel 7 Algemene voorwaarden voor de erkenning van steunaanvragers

Artikel 8 Specifieke voorwaarden voor de erkenning van bepaalde aanvragers

Artikel 9 Schorsing en intrekking van de erkenning

Artikel 10 Steunaanvragen

Artikel 11 Betaling van de steun

Artikel 12 Controle en evaluatie

Artikel 13 Controles en sancties

Artikel 14 Poster voor de Europese schoolfruitregeling

Artikel 15 Kennisgevingen

Artikel 16 Overgangsbepalingen

Artikel 17 Inwerkingtreding

BIJLAGE I

BIJLAGE II

BIJLAGE III