Home

Verordening (EG) nr. 614/2009 van de Raad van 7 juli 2009 betreffende een gemeenschappelijke regeling van het handelsverkeer voor ovoalbumine en lactoalbumine (Gecodificeerde versie)

Verordening (EG) nr. 614/2009 van de Raad van 7 juli 2009 betreffende een gemeenschappelijke regeling van het handelsverkeer voor ovoalbumine en lactoalbumine (Gecodificeerde versie)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid op de artikelen 26, 87, 88, 89, 132, 133 en 308,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Gezien het advies van het Europese Parlement(1),

Overwegende hetgeen volgt:

  1. Verordening (EEG) nr. 2783/75 van de Raad van 29 oktober 1975 betreffende een gemeenschappelijke regeling van het handelsverkeer voor ovoalbumine en lactoalbumine(2) is herhaaldelijk en ingrijpend gewijzigd(3). Ter wille van de duidelijkheid en een rationele ordening van de tekst dient tot codificatie van deze verordening te worden overgegaan.

  2. Ovoalbumine valt, daar dit product niet in bijlage I bij het Verdrag voorkomt, niet onder de landbouwbepalingen van het Verdrag, terwijl eigeel daar wel onder valt.

  3. Hieruit vloeit een situatie voort die de doeltreffendheid van het in de sector eieren gevoerde gemeenschappelijke landbouwbeleid in gevaar dreigt te brengen.

  4. Teneinde tot een evenwichtige oplossing te komen, dient voor ovoalbumine een soortgelijke gemeenschappelijke regeling van het handelsverkeer als voor eieren te worden ingevoerd. Ook lactoalbumine dient onder deze regeling te vallen, aangezien dit in de plaats van ovoalbumine kan treden.

  5. Bij Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad van 22 oktober 2007 houdende een gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten en specifieke bepalingen voor een aantal landbouwproducten („integrale-GMO-verordening”)(4) is een gemeenschappelijke regeling van de eiermarkt vastgesteld.

  6. De regeling van het handelsverkeer voor albumine moet de voor eieren geldende regeling volgen, zulks gezien de afhankelijkheid van albuminen van eieren.

  7. De Gemeenschap heeft in het kader van de multilaterale handelsbesprekingen van de Uruguay-ronde na onderhandeling overeenstemming bereikt over een aantal overeenkomsten. Enkele van deze overeenkomsten, met name de Overeenkomst inzake de landbouw(5) hebben betrekking hebben op de landbouwsector.

  8. De Overeenkomst inzake de landbouw brengt de verplichting mee dat de variabele heffingen bij invoer en de andere maatregelen en belastingen bij invoer moeten worden afgeschaft. De douanerechten die volgens de Overeenkomst inzake de landbouw van toepassing zijn voor landbouwproducten, worden vastgesteld in het gemeenschappelijk douanetarief.

  9. De prijzen van ovoalbumine komen in beginsel tot stand op basis van de eierprijzen, welke in de Gemeenschap en op de wereldmarkt uiteenlopen. De prijs voor eieren op de wereldmarkt is, behalve de verwerkingskosten, niet de enige factor die de prijs van albumine beïnvloedt. Met het oog op het behoud van een minimum aan bescherming tegen de nadelige marktconsequenties die het gevolg kunnen zijn van tarificatie, is het in de Overeenkomst inzake de landbouw toegestaan om onder nauwkeurig bepaalde voorwaarden en uitsluitend voor de producten waarvoor de tarificatie geldt aanvullende douanerechten toe te passen.

  10. De Overeenkomst inzake de landbouw voorziet in een zeer groot aantal tariefcontingenten in het kader van de „vigerende markttoegang” en de „minimummarkttoegang”. De voorwaarden voor deze contingenten zijn nauwkeurig vastgesteld in die overeenkomst. Gezien het grote aantal contingenten en met het oog op een zo efficiënt mogelijke toepassing, moet de Commissie de bevoegdheid worden gegeven deze contingenten te openen en te beheren via de procedure van het comité van beheer.

  11. Wegens de nauwe economische band tussen de verschillende producten in de sector eieren, dient de mogelijkheid te worden geschapen voor ovoalbumine en lactoalbumine handelsnormen vast te stellen welke zo veel mogelijk overeenkomen met die welke gelden voor de in artikel 1, lid 1, onder s), van Verordening (EG) nr. 1234/2007 bedoelde eiproducten.

  12. In de gemeenschappelijke marktordening in de sector eieren behoort de uitsluiting van het stelsel van het actieve veredelingsverkeer tot de uitsluitende bevoegdheid van de Raad. In de economische situatie die door de Overeenkomst inzake de landbouw is geschapen zou het noodzakelijk kunnen blijken om snel te reageren op marktproblemen die uit de toepassing van het genoemde stelsel voortvloeien. Daartoe moet aan de Commissie de bevoegdheid worden verleend om dringende, tijdelijke maatregelen te treffen,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

HOOFDSTUK I TOEPASSINGSGEBIED

Artikel 1

Behoudens andersluidende bepalingen van deze verordening zijn de rechten van het gemeenschappelijk douanetarief van toepassing voor de volgende producten:

GN-code

Omschrijving

3502

Albuminen (daaronder begrepen concentraten van twee of meer weiproteïnen, bevattende meer dan 80 gewichtspercenten weiproteïnen, berekend op de droge stof), albuminaten en andere derivaten van albuminen:

ovoalbumine:

ex35 02 11

– gedroogd:

3502 11 90

– – – andere (dan ongeschikt of ongeschikt gemaakt voor menselijke consumptie)

ex35 02 19

– andere:

3502 19 90

– – – andere (dan ongeschikt of ongeschikt gemaakt voor menselijke consumptie)

ex35 02 20

– lactoalbumine, concentraten van twee of meer weiproteïnen daaronder begrepen:

– andere (dan ongeschikt of ongeschikt gemaakt voor menselijke consumptie)

3502 20 91

– – – gedroogd (in de vorm van bladen, schilfers, kristallen, poeders enz.)

3502 20 99

– – – andere

HOOFDSTUK II HANDELSVERKEER MET DERDE LANDEN

Artikel 2

1.

Voor alle invoer in de Gemeenschap van de in artikel 1 bedoelde producten kan een invoercertificaat verplicht worden gesteld.

2.

Het invoercertificaat wordt, onverminderd de bepalingen voor de toepassing van artikel 4, door de lidstaten afgegeven aan elke belanghebbende die daarom verzoekt, ongeacht zijn plaats van vestiging in de Gemeenschap.

3.

Het invoercertificaat is geldig in de hele Gemeenschap. De afgifte van deze certificaten is afhankelijk van het stellen van een zekerheid, als garantie dat zal worden voldaan aan de verplichting tot invoer tijdens de geldigheidsduur van het certificaat. Deze zekerheid wordt, behalve in geval van overmacht, geheel of gedeeltelijk verbeurd als de transactie niet of slechts ten dele binnen deze termijn wordt uitgevoerd.

4.

De geldigheidsduur van de invoercertificaten en de overige bepalingen voor de toepassing van lid 1 worden vastgesteld volgens de in artikel 195, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1234/2007 bedoelde procedure.

Artikel 3

Artikel 4

Artikel 5

Artikel 6

Artikel 7

Artikel 8

HOOFDSTUK III ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 9

Artikel 10

Artikel 11

Artikel 12

BIJLAGE I

BIJLAGE II