Home

Verordening (EG) nr. 643/2009 van de Commissie van 22 juli 2009 tot uitvoering van Richtlijn 2005/32/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende eisen inzake ecologisch ontwerp voor koelapparaten voor huishoudelijk gebruik (Voor de EER relevante tekst)

Verordening (EG) nr. 643/2009 van de Commissie van 22 juli 2009 tot uitvoering van Richtlijn 2005/32/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende eisen inzake ecologisch ontwerp voor koelapparaten voor huishoudelijk gebruik (Voor de EER relevante tekst)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Richtlijn 2005/32/EG van het Europees Parlement en de Raad van 6 juli 2005 betreffende de totstandbrenging van een kader voor het vaststellen van eisen inzake ecologisch ontwerp voor energieverbruikende producten en tot wijziging van Richtlijn 92/42/EEG van de Raad en de Richtlijnen 96/57/EG en 2000/55/EG van het Europees Parlement en de Raad(1), en met name op artikel 15, lid 1,

Na raadpleging van het Overlegforum ecologisch ontwerp,

Overwegende hetgeen volgt:

  1. Richtlijn 96/57/EG van het Europees Parlement en de Raad van 3 september 1996 betreffende normen voor de energie-efficiëntie van huishoudelijke elektrische koelkasten, diepvriezers en combinaties daarvan(2) bevat bepalingen inzake koelapparaten voor huishoudelijk gebruik. De daarin neergelegde eisen, die gelden sinds 1999, zijn inmiddels achterhaald.

  2. Krachtens Richtlijn 2005/32/EG dient de Commissie eisen inzake ecologisch ontwerp vast te stellen voor energieverbruikende producten die een significant volume van de verkoop en de handel vertegenwoordigen, een significant milieueffect hebben en een significant potentieel voor verbetering vertonen met betrekking tot hun milieueffect zonder dat dit buitensporige kosten meebrengt.

  3. Artikel 16, lid 2, eerste streepje, van Richtlijn 2005/32/EG bepaalt dat de Commissie overeenkomstig de in artikel 19, lid 3, genoemde procedure en de in artikel 15, lid 2, genoemde criteria en na raadpleging van het Overlegforum ecologisch ontwerp zo nodig een nieuwe uitvoeringsmaatregel voor koelapparaten voor huishoudelijk gebruik zal invoeren waarbij Richtlijn 96/57/EG wordt ingetrokken.

  4. De Commissie heeft een voorbereidende studie uitgevoerd naar de technische, economische en milieuaspecten van koelapparaten die doorgaans in huishoudens worden gebruikt. De studie is opgezet samen met belanghebbenden en betrokken partijen uit de Gemeenschap en derde landen. De resultaten zijn openbaar gemaakt op de EUROPA-website van de Commissie.

  5. De energie-efficiëntie van absorptiekoelapparaten en van thermo-elektrische koelapparaten, zoals koelers voor minidrinks, kan aanzienlijk worden verbeterd. Deze apparaten moeten daarom in deze verordening worden opgenomen.

  6. De milieuaspecten die in het kader van deze verordening zijn aangemerkt als significant, zijn energieverbruik in de gebruiksfase en productkenmerken die ervoor zorgen dat de eindgebruiker het betreffende koelapparaat voor huishoudelijk gebruik milieuvriendelijker gebruikt.

  7. Uit de voorbereidende studie is gebleken dat eisen betreffende andere parameters inzake ecologisch ontwerp, zoals bedoeld in deel 1 van bijlage I bij Richtlijn 2005/32/EG, niet nodig zijn.

  8. Het jaarlijkse elektriciteitsverbruik in de Gemeenschap van producten die onder het toepassingsgebied van deze verordening vallen, is voor 2005 geraamd op 122 TWh, wat overeenkomt met een CO2-equivalent van 56 miljoen ton. Hoewel het energieverbruik van koelapparaten voor huishoudelijk gebruik volgens de voorspellingen tegen 2020 zal afnemen, zal deze afname naar verwachting afzwakken als gevolg van verouderde eisen en energielabels. Het potentieel voor kosteneffectieve energiebesparingen wordt daarom niet benut als geen aanvullende maatregelen worden ingevoerd voor het actualiseren van de bestaande eisen inzake ecologisch ontwerp.

  9. Het elektriciteitsverbruik van producten die onder het toepassingsgebied van deze verordening vallen, moet worden verminderd door het toepassen van bestaande, niet aan eigendomsrechten gebonden kosteneffectieve technologieën waarmee de totale kosten van aanschaf en gebruik van deze producten worden verlaagd.

  10. Deze verordening moet bewerkstelligen dat van producten die onder het toepassingsgebied van deze verordening vallen, in snel tempo een energie-efficiëntere versie in de handel wordt gebracht.

  11. De eisen inzake ecologisch ontwerp mogen vanuit het oogpunt van de eindgebruiker geen nadelige gevolgen hebben voor de functionaliteit van een product en mogen evenmin nadelige gevolgen hebben voor de gezondheid, de veiligheid of het milieu. In het bijzonder moeten de baten van een lager elektriciteitsverbruik tijdens de gebruiksfase eventuele extra milieueffecten tijdens de productie meer dan compenseren.

  12. Het invoeren van de eisen inzake ecologisch ontwerp moet geleidelijk gebeuren, zodat fabrikanten voldoende tijd hebben voor het opnieuw ontwerpen van producten die onder deze verordening vallen, voor zover nodig. Bij de timing moet er rekening mee worden gehouden dat nadelige gevolgen voor de functionaliteit van apparaten op de markt en negatieve kosteneffecten voor eindgebruikers en fabrikanten moeten worden voorkomen, maar dat tegelijkertijd de doelstellingen van deze verordening op tijd moeten worden gerealiseerd.

  13. Overeenstemmingsbeoordelingen en metingen van de relevante productparameters moeten plaatsvinden volgens betrouwbare, nauwkeurige en reproduceerbare meetprocedures, waarbij rekening wordt gehouden met de algemeen erkende meest recente meetmethoden waaronder, indien beschikbaar, geharmoniseerde normen die zijn vastgesteld door de Europese normalisatie-instellingen die worden genoemd in bijlage I bij Richtlijn 98/34/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 juni 1998 betreffende een informatieprocedure op het gebied van normen en technische voorschriften en regels betreffende de diensten van de informatiemaatschappij(3).

  14. Overeenkomstig artikel 8 van Richtlijn 2005/32/EG moet deze verordening aangeven welke overeenstemmingsbeoordelingsprocedures van toepassing zullen zijn.

  15. Ten behoeve van nalevingscontroles dienen fabrikanten in de in bijlage V en VI bij Richtlijn 2005/32/EG bedoelde technische documentatie, informatie te verstrekken die betrekking heeft op de in deze verordening vastgelegde eisen.

  16. Naast de wettelijk bindende eisen die in deze verordening zijn vastgelegd, moeten indicatieve benchmarks voor beste beschikbare technologieën worden vastgesteld, zodat er voor de gehele levenscyclus van producten die onder deze verordening vallen, breed beschikbare en toegankelijke informatie over milieuprestaties is.

  17. Richtlijn 96/57/EG moet bijgevolg worden ingetrokken.

  18. De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het bij artikel 19, lid 1, van Richtlijn 2005/32/EG ingestelde comité,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1 Doel en toepassingsgebied

1.

Deze verordening stelt eisen inzake ecologisch ontwerp voor het in de handel brengen van op het elektriciteitsnet aangesloten koelapparaten voor huishoudelijk gebruik met een netto-inhoud van maximaal 1 500 liter.

2.

Deze verordening geldt voor op het elektriciteitsnet aangesloten koelapparaten voor huishoudelijk gebruik, met inbegrip van die welke voor niet-huishoudelijk gebruik of voor de koeling van andere producten dan levensmiddelen worden verkocht.

Ze geldt tevens voor op het elektriciteitsnet aangesloten koelapparaten voor huishoudelijk gebruik die op een accu kunnen werken.

3.

Deze verordening geldt niet voor:

  1. koelapparaten die primair worden aangedreven door andere energiebronnen dan elektriciteit, zoals vloeibaar petroleumgas (lpg), kerosine en biodiesel;

  2. door een accu gevoede koelapparaten die via een afzonderlijk aan te schaffen wissel/gelijkstroomomzetter op het elektriciteitsnet kunnen worden aangesloten;

  3. op maat gemaakte koelapparaten van eenmalige fabricage die niet gelijk zijn aan andere modellen koelapparaten;

  4. koelapparaten voor gebruik in de tertiaire sector waarbij de verwijdering van gekoelde levensmiddelen elektronisch wordt geregistreerd en die informatie via een netwerkverbinding automatisch kan worden verstuurd naar een afstandsbedieningssysteem voor administratiedoeleinden;

  5. apparaten waarvan de primaire functie niet het bewaren van levensmiddelen door koeling is, zoals vrijstaande ijsmachines of frisdrankautomaten.

Artikel 2 Definities

Naast de definities van Richtlijn 2005/32/EG wordt verstaan onder:

    1. „levensmiddelen” :
    voedsel, ingrediënten, dranken, inclusief wijn, en andere hoofdzakelijk voor consumptie bedoelde producten die op een bepaalde temperatuur moeten worden gekoeld;
    2. „koelapparaat voor huishoudelijk gebruik” :
    geïsoleerde kast met één of meer ruimten die is bedoeld voor het koelen of invriezen van levensmiddelen of voor het bewaren van gekoelde of diepgevroren levensmiddelen voor niet-beroepsdoeleinden, gekoeld door één of meer energieverbruikende processen, met inbegrip van apparaten die in meerdere losse delen worden verkocht en door de eindgebruiker tot één geheel worden gemaakt;
    3. „koelkast” :
    koelapparaat bestemd voor het bewaren van levensmiddelen met ten minste één ruimte die geschikt is voor het bewaren van vers voedsel en/of dranken, inclusief wijn;
    4. „compressiekoelapparaat” :
    koelapparaat waarin de koeling plaatsvindt door middel van een compressor die door een elektromotor wordt aangedreven;
    5. „absorptiekoelapparaat” :
    koelapparaat waarin de koeling plaatsvindt middels een absorptieproces waarbij warmte als de energiebron wordt gebruikt;
    6. „koel-vrieskast” :
    koelapparaat met ten minste één bewaarruimte voor verse levensmiddelen en ten minste één andere ruimte die geschikt is voor het invriezen van verse levensmiddelen en het bewaren van diepgevroren levensmiddelen onder driesterrencondities (diepvriezer);
    7. „diepvriesbewaarkast” :
    koelapparaat met één of meer ruimten die geschikt zijn voor het bewaren van diepgevroren levensmiddelen;
    8. „diepvriezer” :
    koelapparaat met één of meer ruimten die geschikt zijn voor het invriezen van levensmiddelen, waarin de temperatuur kan variëren van omgevingstemperatuur tot – 18 °C, en dat tevens geschikt is voor het bewaren van diepgevroren levensmiddelen onder driesterrencondities (een diepvriezer kan daarnaast ook over gedeelten en/of ruimten beschikken met een vriesvermogen van twee sterren);
    9. „wijnbewaarkast” :
    koelapparaat dat uitsluitend één of meer bewaarruimten voor wijn heeft;
    10. „multigebruiksapparaat” :
    koelapparaat dat uitsluitend één of meer multigebruiksruimten heeft;
    11. „equivalent koelapparaat” :
    model dat in de handel is gebracht met dezelfde bruto- en netto-inhoud, dezelfde technische, rendements- en prestatiekenmerken en hetzelfde type ruimten als een ander model koelapparaat dat door dezelfde fabrikant in de handel is gebracht onder een andere handelscode.

In bijlage I staan aanvullende definities voor de bijlagen II tot en met VI.

Artikel 3 Eisen inzake ecologisch ontwerp

De generieke eisen inzake ecologisch ontwerp voor koelapparaten voor huishoudelijk gebruik die vallen binnen het toepassingsgebied van deze verordening, staan beschreven in hoofdstuk 1 van bijlage II. De specifieke eisen inzake ecologisch ontwerp voor koelapparaten voor huishoudelijk gebruik die onder deze verordening vallen, staan beschreven in hoofdstuk 2 van bijlage II.

Artikel 4 Overeenstemmingsbeoordeling

1.

De in artikel 8 van Richtlijn 2005/32/EG bedoelde overeenstemmingsbeoordelingsprocedure is het in bijlage IV bij die richtlijn beschreven interne ontwerpcontrolesysteem of het in bijlage V van die richtlijn beschreven beheersysteem.

2.

Ten behoeve van overeenstemmingsbeoordeling krachtens artikel 8 van Richtlijn 2005/32/EG bevat het technisch documentatiedossier een exemplaar van de productinformatie die overeenkomstig hoofdstuk 2 van bijlage III is verstrekt en de resultaten van de in bijlage IV bij deze verordening vermelde berekeningen.

Wanneer de informatie in de technische documentatie voor een bepaald model koelapparaat voor huishoudelijk gebruik is verkregen door berekeningen op basis van het ontwerp en/of de extrapolatie van gegevens van andere equivalente koelapparaten voor huishoudelijk gebruik, dient de documentatie nadere bijzonderheden te bevatten over bedoelde berekeningen en/of extrapolaties en over tests die de fabrikant heeft uitgevoerd om de nauwkeurigheid van die berekeningen te controleren. In dergelijke gevallen bevat de technische documentatie ook een lijst van alle andere equivalente koelapparaten voor huishoudelijk gebruik waarover de informatie in de technische documentatie op soortgelijke wijze is verkregen.

Artikel 5 Controleprocedure voor markttoezicht

Artikel 6 Benchmarks

Artikel 7 Herziening

Artikel 8 Intrekking

Artikel 9 Inwerkingtreding

BIJLAGE I

BIJLAGE II

BIJLAGE III

BIJLAGE IV

BIJLAGE V

BIJLAGE VI