Besluit van het Europees Parlement van 5 mei 2010 over het verlenen van kwijting voor de uitvoering van de begroting van het Europees Waarnemingscentrum voor drugs en drugsverslaving voor het begrotingsjaar 2008
Besluit van het Europees Parlement van 5 mei 2010 over het verlenen van kwijting voor de uitvoering van de begroting van het Europees Waarnemingscentrum voor drugs en drugsverslaving voor het begrotingsjaar 2008
[Tekst geldig vanaf 05-05-2010] [Regeling ingetrokken per 01-01-2009]
25.9.2010 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 252/161 |
RESOLUTIE VAN HET EUROPEES PARLEMENT
van 5 mei 2010
met de opmerkingen die een integrerend deel uitmaken van het besluit over het verlenen van kwijting voor de uitvoering van de begroting van het Europees Waarnemingscentrum voor drugs en drugsverslaving voor het begrotingsjaar 2008
HET EUROPEES PARLEMENT,
gezien de definitieve jaarrekening van het Europees Waarnemingscentrum voor drugs en drugsverslaving voor het begrotingsjaar 2008,
gezien het verslag van de Rekenkamer over de jaarrekening van het Europees Waarnemingscentrum voor drugs en drugsverslaving voor het begrotingsjaar 2008, vergezeld van het antwoord van het Centrum (1),
gezien de aanbeveling van de Raad van 16 februari 2010 (5827/2010 — C7-0061/2010),
gelet op artikel 276 van het EG-Verdrag en artikel 319 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
gelet op Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (2), en met name op artikel 185,
gelet op Verordening (EG) nr. 1920/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2006 betreffende het Europees Waarnemingscentrum voor drugs en drugsverslaving (3), en met name op artikel 15,
gelet op Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002 van de Commissie van 19 november 2002 houdende de financiële kaderregeling van de organen zoals bedoeld in artikel 185 van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (4), en met name op artikel 94,
gelet op artikel 77 en bijlage VI van zijn Reglement,
gezien het verslag van de Commissie begrotingscontrole en het advies van de Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken (A7-0067/2010),
A. |
overwegende dat de Rekenkamer verklaard heeft redelijke zekerheid te hebben verkregen dat de jaarrekening voor het begrotingsjaar 2008 betrouwbaar is en dat de onderliggende verrichtingen wettig en regelmatig zijn, |
B. |
overwegende dat het Parlement de directeur van het Europees Waarnemingscentrum voor drugs en drugsverslaving op 23 april 2009 kwijting heeft verleend voor de uitvoering van de begroting van het Centrum voor het begrotingsjaar 2007 (5) en dat het in zijn bij het kwijtingsbesluit behorende resolutie onder andere
|
1. |
is verheugd dat de Rekenkamer met redelijke zekerheid kon vaststellen dat de jaarrekening van het Centrum voor het op 31 december 2008 afgesloten begrotingsjaar op alle essentiële punten betrouwbaar is en dat de onderliggende verrichtingen over het geheel genomen wettig en regelmatig zijn; |
Prestaties
2. |
dringt erop aan dat het Centrum in zijn programmering SMART-doelstellingen en RACER-indicatoren vaststelt om de bereikte resultaten te kunnen beoordelen; neemt er nota van dat het Centrum verklaard heeft rekening te hebben gehouden met deze opmerkingen in zijn werkprogramma voor 2009; |
3. |
verzoekt het Centrum tevens te overwegen bij de planning van al zijn beleidsactiviteiten gebruik te maken van een Gantt-diagram, om snel te kunnen nagaan hoeveel tijd een personeelslid aan een bepaald project heeft besteed en te komen tot een meer resultaatgerichte benadering; |
4. |
merkt op dat het verlenen van kwijting voor de uitvoering van de begroting voor het Waarnemingscentrum in de komende jaren gebaseerd moet blijven op het functioneren van het Waarnemingscentrum gedurende het jaar in kwestie; |
Interne audit
5. |
erkent dat het Centrum uitvoering heeft gegeven aan 15 van de 41 sinds 2006 door de dienst Interne audit gedane aanbevelingen; constateert dat van de 26 aanbevelingen die nog niet volledig zijn opgevolgd er 14 als „zeer belangrijk” worden beschouwd en hoofdzakelijk betrekking hebben op voorbereidingen voor de verhuizing (wat betreft de kwaliteitscontrole van de nieuwe locatie, voorzieningen tegen schade bij overstroming, een bedrijfscontinuïteitplan en investeringen in uitrusting) en de implementatie van de interne controlenormen (wat betreft bevordering en beoordeling van het personeel, risicobeheer en de registratie van uitzonderingen); |
6. |
neemt er kennis van dat in 2008 bij het Waarnemingscentrum een bedrag van 107 591,31 EUR aan inkomsten uit rente is geboekt; leidt uit de jaarrekening en de hoogte van de rentebetalingen af dat het Waarnemingscentrum permanent over hoge kasvoorraden beschikt; neemt er kennis van dat de kasvoorraden van het Waarnemingscentrum per 31 december 20081 635 537,86 EUR bedroegen en dat een bedrag van 354 051,31 EUR, dat als gevolg van een onjuiste bankverwerking onder de vorderingen van het Waarnemingscentrum was geboekt, begin 2009 op de bankrekening van het Centrum is gecrediteerd; verzoekt de Commissie na te gaan welke mogelijkheden er bestaan voor de volledige toepassing van een op de behoeften gericht beheer van de kasmiddelen, als bedoeld in artikel 15, lid 5, van Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002, en welke conceptuele aanpassingen nodig zijn om de kasvoorraden van het Waarnemingscentrum duurzaam tot een minimum te beperken; |
7. |
verwijst voor andere, horizontale opmerkingen bij het kwijtingbesluit naar zijn resolutie van 5 mei 2010 (6) over de prestaties en het financiële beheer van en het toezicht op de agentschappen. |
(1) PB C 304 van 15.12.2009, blz. 148.
(2) PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1.
(3) PB L 376 van 27.12.2006, blz. 1.
(4) PB L 357 van 31.12.2002, blz. 72.
(5) PB L 255 van 26.9.2009, blz. 137.
(6) Aangenomen teksten, P7_TA(2010)0139 (zie bladzijde 241 van dit Publicatieblad).