Home

Besluit 2010/111/GBVB van de Raad van 22 februari 2010 houdende verlenging van het mandaat van de speciale vertegenwoordiger van de Europese Unie in Bosnië en Herzegovina

Besluit 2010/111/GBVB van de Raad van 22 februari 2010 houdende verlenging van het mandaat van de speciale vertegenwoordiger van de Europese Unie in Bosnië en Herzegovina

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag betreffende de Europese Unie, en met name op artikel 28, artikel 31, lid 2, en artikel 33,

Gezien het voorstel van de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid,

Overwegende hetgeen volgt:

  1. Op 11 maart 2009 heeft de Raad Gemeenschappelijk Optreden 2009/181/GBVB(1) aangenomen, houdende benoeming van de heer Valentin INZKO tot speciale vertegenwoordiger van de Europese Unie (SVEU) in Bosnië en Herzegovina tot en met 28 februari 2010.

  2. Het mandaat van de SVEU moet worden verlengd tot en met 31 augustus 2010. Het mandaat van de SVEU kan evenwel eerder worden beëindigd, indien de Raad daartoe besluit ingevolge een aanbeveling van de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid (HV) naar aanleiding van de inwerkingtreding van het besluit betreffende de oprichting van de Europese dienst voor extern optreden.

  3. Het mandaat van de SVEU moet in coördinatie met de Commissie worden uitgevoerd, zodat kan worden gezorgd voor consistentie met andere relevante activiteiten die onder de bevoegdheid van de Unie vallen.

  4. De SVEU zal zijn mandaat uitvoeren in een mogelijk verslechterende situatie die de doelstellingen van het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid, uiteengezet in artikel 21 van het Verdrag, kan schaden,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1 Speciale vertegenwoordiger van de Europese Unie

Het mandaat van de heer Valentin INZKO als speciale vertegenwoordiger van de Europese Unie (SVEU) in Bosnië en Herzegovina (BiH) wordt hierbij verlengd tot en met 31 augustus 2010. Het mandaat van de SVEU kan eerder worden beëindigd, indien de Raad daartoe besluit ingevolge een aanbeveling van de HV naar aanleiding van de inwerkingtreding van het besluit betreffende de oprichting van de Europese Dienst voor extern optreden.

Artikel 2 Beleidsdoelstellingen

Het mandaat van de SVEU is gebaseerd op de beleidsdoelstellingen van de Europese Unie (EU) in BiH. Verdere vooruitgang bij de uitvoering van het Algemeen Kaderakkoord voor vrede in BiH (GFAP), overeenkomstig het missie-implementatieplan van het Bureau van de hoge vertegenwoordiger, alsmede verdere vooruitgang bij het stabilisatie- en associatieproces staan daarin centraal, met als doel te komen tot een stabiel, levensvatbaar, vreedzaam en multi-etnisch Bosnië en Herzegovina, dat vreedzaam samenwerkt met zijn buurlanden en onherroepelijk op weg is naar lidmaatschap van de EU.

Artikel 3 Mandaat

Met het oog op de verwezenlijking van de beleidsdoelstellingen omvat het mandaat van de SVEU het volgende:

  1. het politieke proces van EU-advies voorzien en faciliteren;

  2. de algehele politieke coördinatie op EU-niveau bevorderen en bijdragen tot de versterking van de interne coördinatie en samenhang van het EU-optreden in BiH, onder meer door middel van voorlichtingsbijeenkomsten voor de EU-missiehoofden en deelname aan (of vertegenwoordiging in) hun regelmatige vergaderingen, door middel van het bekleden van het voorzitterschap van een coördinatiegroep bestaande uit alle op het terrein aanwezige EU-betrokkenen, teneinde de uitvoeringsaspecten van het EU-optreden te coördineren, alsmede door middel van het verstrekken van richtsnoeren aan deze betrokkenen ten aanzien van de betrekkingen met de autoriteiten van BiH;

  3. de algehele coördinatie op EU-niveau bevorderen en ter plaatse politieke sturing geven aan de EU-inspanningen ter bestrijding van de georganiseerde criminaliteit, onverminderd de leidinggevende rol van de Politiemissie van de Europese Unie (EUPM) in de coördinatie van de politiële aspecten van deze inspanningen, en aan de militaire commandostructuur van ALTHEA (EUFOR);

  4. zonder afbreuk te doen aan de militaire commandostructuur, de commandant van de troepen van de Europese Unie politieke aansturing geven inzake militaire aangelegenheden met een lokale politieke dimensie, met name wat betreft delicate operaties, de betrekkingen met de lokale overheden en met de lokale media;

  5. overleg plegen met de commandant van de troepen van de Europese Unie voordat politieke actie wordt ondernomen die gevolgen kan hebben voor de veiligheidssituatie;

  6. consistentie en samenhang van het optreden van de Unie ten overstaan van het publiek waarborgen; de woordvoerder van de SVEU vormt het belangrijkste EU-aanspreekpunt voor de media van BiH over aangelegenheden met betrekking tot het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid/gemeenschappelijk veiligheids- en defensiebeleid (GBVB/GVDB);

  7. zicht houden op het gehele scala van activiteiten op het gebied van de rechtsstaat en in die context, waar nodig, advies uitbrengen aan de HV en de Commissie;

  8. het missiehoofd van de EUPM op lokaal niveau politieke aansturing geven; de SVEU en de civiele operationele commandant zullen elkaar naar gelang van de behoefte raadplegen;

  9. als onderdeel van de bredere aanpak inzake de rechtsstaat van de internationale gemeenschap en de autoriteiten van BiH, en met gebruikmaking van de door de EUPM verstrekte technische deskundigheid en bijstand op politieel gebied, de voorbereiding en de uitvoering van de herstructurering van de politie ondersteunen;

  10. ondersteuning bieden voor een versterkt en efficiënter raakvlak tussen strafrechtspleging en politie in BiH, in nauwe samenwerking met de EUPM;

  11. overleg plegen met het hoofd van de EUPM voordat politieke actie wordt ondernomen die gevolgen kan hebben voor de politiële en de veiligheidssituatie;

  12. wat betreft activiteiten in het kader van politiële en justitiële samenwerking in strafzaken, met inbegrip van Europol, en daarmee samenhangende activiteiten van de Unie, indien nodig advies uitbrengen aan de HV en aan de Commissie, en deelnemen aan de vereiste lokale coördinatie;

  13. omwille van de coherentie en mogelijke synergieën, geraadpleegd blijven worden over de prioriteiten voor het instrument voor pretoetredingsbijstand;

  14. in de context van de sluiting van het Bureau van de hoge vertegenwoordiger (OHR) de planning van een versterkte aanwezigheid van de Unie ondersteunen, met inbegrip van adviezen over publieksvoorlichtingsaspecten van de overgang, in nauwe coördinatie met de Commissie;

  15. bijdragen aan de ontwikkeling en bestendiging van het respect voor de mensenrechten en de fundamentele vrijheden in BiH, overeenkomstig het EU-mensenrechtenbeleid en de EU-richtsnoeren inzake mensenrechten;

  16. de relevante autoriteiten van BiH door middel van dialoog aansporen tot volledige samenwerking met het ICTY;

  17. het grondwettelijk hervormingsproces van politiek advies voorzien en faciliteren;

  18. zonder afbreuk te doen aan de desbetreffende commandostructuur, ertoe bijdragen dat alle EU-instrumenten ter plaatse op coherente wijze worden gebruikt, teneinde de beleidsdoelstellingen van de Unie te verwezenlijken.

Artikel 4 Uitvoering van het mandaat

1.

De SVEU is onder het gezag en de operationele leiding van de HV verantwoordelijk voor de uitvoering van het mandaat.

2.

Het Politiek en Veiligheidscomité (PVC) onderhoudt een bevoorrechte relatie met de SVEU en vormt het eerste contactpunt van de SVEU met de Raad. Onverminderd de bevoegdheden van de HV zorgt het PVC binnen het kader van het mandaat voor strategische aansturing en politieke leiding ten behoeve van de SVEU.

Artikel 5 Hoge vertegenwoordiger

Artikel 6 Financiering

Artikel 7 Samenstelling van het team

Artikel 8 Voorrechten en immuniteiten van de SVEU en zijn personeel

Artikel 9 Beveiliging van gerubriceerde EU-gegevens

Artikel 10 Toegang tot informatie en logistieke steun

Artikel 11 Beveiliging

Artikel 12 Rapportage

Artikel 13 Coördinatie

Artikel 14 Evaluatie

Artikel 15 Inwerkingtreding

Artikel 16 Bekendmaking