Home

Besluit van de Commissie van 16 april 2010 betreffende noodmaatregelen van toepassing op uit Indonesië ingevoerde zendingen gekweekte visserijproducten voor menselijke consumptie (Kennisgeving geschied onder nummer C(2010) 2358) (Voor de EER relevante tekst) (2010/220/EU)

Besluit van de Commissie van 16 april 2010 betreffende noodmaatregelen van toepassing op uit Indonesië ingevoerde zendingen gekweekte visserijproducten voor menselijke consumptie (Kennisgeving geschied onder nummer C(2010) 2358) (Voor de EER relevante tekst) (2010/220/EU)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gelet op het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gelet op Verordening (EG) nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 28 januari 2002 tot vaststelling van de algemene beginselen en voorschriften van de levensmiddelenwetgeving, tot oprichting van een Europese Autoriteit voor voedselveiligheid en tot vaststelling van procedures voor voedselveiligheidsaangelegenheden(1), en met name op artikel 53, lid 1, onder b) ii),

Overwegende hetgeen volgt:

  1. Tijdens een inspectiebezoek van de Commissie aan Indonesië in november 2009 is gebleken dat het controlesysteem voor residuen in aquacultuurdieren en gekweekte visserijproducten tekortkomingen vertoont en dat het ontbreekt aan adequate laboratoriumfaciliteiten om residuen van bepaalde farmacologisch werkzame stoffen in aquacultuurdieren en gekweekte visserijproducten op te sporen overeenkomstig Richtlijn 96/23/EG van de Raad van 29 april 1996 inzake controlemaatregelen ten aanzien van bepaalde stoffen en residuen daarvan in levende dieren en in producten daarvan en tot intrekking van de Richtlijnen 85/358/EEG en 86/469/EEG en de Beschikkingen 89/187/EEG en 91/664/EEG(2) en Beschikking 2002/657/EG van de Commissie van 14 augustus 2002 ter uitvoering van Richtlijn 96/23/EG van de Raad wat de prestaties van analysemethoden en de interpretatie van resultaten betreft(3).

  2. Daardoor bestaat het risico dat uit Indonesië ingevoerde gekweekte visserijproducten voor menselijke consumptie residuen bevatten van bepaalde voor de volksgezondheid schadelijke farmacologisch werkzame stoffen die gebruikt worden om ziekten te bestrijden of de productie van aquacultuurdieren op te voeren. Het gaat met name om de volgende stoffen: chlooramfenicol, nitrofuranen en tetracyclinen. Er moeten daarom maatregelen worden genomen om dat risico te beperken. De maatregelen moeten evenredig zijn en ze mogen het handelsverkeer niet meer beperken dan nodig is om een hoog niveau van bescherming van de consument te waarborgen.

  3. Als een aanzienlijk deel van de uit Indonesië ingevoerde aquacultuurproducten verplicht op relevante residuen wordt getest voordat ze in de handel worden gebracht, wordt het risico kleiner dat zendingen die residuen bevatten, in de handel worden gebracht, levert dit nauwkeurigere informatie op over de reële verontreiniging van Indonesische visserijproducten met residuen en worden de producenten in Indonesië afgeschrikt om misbruik van stoffen te maken.

  4. Er moeten uniforme minimumtestvoorschriften worden vastgesteld voor uit Indonesië ingevoerde zendingen gekweekte visserijproducten, omdat de producten via verschillende lidstaten kunnen worden ingevoerd.

  5. De lidstaten worden verzocht via het bij Verordening (EG) nr. 178/2002 opgezette systeem voor snelle waarschuwingen de Commissie in kennis te stellen van de aanwezigheid van farmacologisch werkzame stoffen die krachtens Verordening (EG) nr. 470/2009 van het Europees Parlement en de Raad(4) niet in voedselproducerende dieren mogen worden gebruikt, of van residuen van farmacologisch werkzame stoffen die de bij Verordening (EG) nr. 470/2009 vastgestelde maximumwaarden voor residuen overschrijden. Bovendien worden ze verzocht op gezette tijden verslagen van alle tests in te dienen zodat de Commissie over de nodige informatie beschikt om te overwegen of deze tijdelijke maatregel in het licht van de verstrekte informatie moet worden gehandhaafd of gewijzigd.

  6. De in dit besluit vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Dit besluit is van toepassing op uit Indonesië ingevoerde zendingen gekweekte visserijproducten voor menselijke consumptie.

Artikel 2

1.

De lidstaten zorgen er met behulp van adequate bemonsteringsplannen voor dat van minstens 20 % van de in artikel 1 vermelde zendingen die in grensinspectieposten op hun grondgebied voor invoer worden aangeboden, monsters worden genomen.

2.

De overeenkomstig lid 1 genomen monsters ondergaan analytische tests om de in artikel 2, onder a), van Verordening (EG) nr. 470/2009 gedefineerde residuen van farmacologisch werkzame stoffen — en met name chlooramfenicol, metabolieten van nitrofuranen en tetracyclinen (ten minste tetracycline, oxytetracycline en chloortetracycline) — op te sporen.

Artikel 3

De zendingen waarvan overeenkomstig artikel 2, lid 1, monsters zijn genomen, worden door de bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat in officiële verzekerde bewaring gehouden, totdat de analytische tests zijn voltooid. Die zendingen mogen alleen in de handel worden gebracht als uit de analytische tests blijkt dat ze aan Verordening (EG) nr. 470/2009 voldoen.

Artikel 4

1.

De lidstaten stellen de Commissie onmiddellijk in kennis van de resultaten van de analytische tests, als uit die tests de aanwezigheid blijkt van:

  1. overeenkomstig artikel 14, lid 2, onder a), b) of c), van Verordening (EG) nr. 470/2009 ingedeelde farmacologisch werkzame stoffen die de bij die verordening vastgestelde maximumwaarden voor residuen overschrijden, of

  2. niet overeenkomstig artikel 14, lid 2, onder a), b) of c), van Verordening (EG) nr. 470/2009 ingedeelde farmacologisch werkzame stoffen, behalve wanneer overeenkomstig deze verordening of Beschikking 2002/657/EG van de Commissie van 12 augustus 2002 ter uitvoering van Richtlijn 96/23/EG van de Raad wat de prestaties van analysemethoden en de interpretatie van resultaten betreft(5) een actiedrempel voor die stof is vastgesteld en de hoeveelheid residuen niet gelijk is aan of hoger dan die actiedrempel.

De resultaten van die tests worden via het bij Verordening (EG) nr. 178/2002 opgezette systeem voor snelle waarschuwingen naar de Commissie verstuurd.

2.

De lidstaten stellen om de drie maanden een verslag op met alle resultaten van alle analytische tests die de vorige drie maanden zijn uitgevoerd op zendingen gekweekte visserijproducten uit Indonesië voor menselijke consumptie.

Die verslagen worden in de loop van de maand na elke periode (in april, juli, oktober en januari) bij de Commissie ingediend.

Artikel 5

Artikel 6