Besluit van de Commissie van 30 juni 2010 tot wijziging van Beschikking 2006/771/EG inzake de harmonisatie van het radiospectrum voor gebruik door korteafstandsapparatuur (Kennisgeving geschied onder nummer C(2010) 4313) (Voor de EER relevante tekst) (2010/368/EU)
Besluit van de Commissie van 30 juni 2010 tot wijziging van Beschikking 2006/771/EG inzake de harmonisatie van het radiospectrum voor gebruik door korteafstandsapparatuur (Kennisgeving geschied onder nummer C(2010) 4313) (Voor de EER relevante tekst) (2010/368/EU)
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gelet op het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gelet op Beschikking nr. 676/2002/EG van het Europees Parlement en de Raad van 7 maart 2002 inzake een regelgevingskader voor het radiospectrumbeleid in de Europese Gemeenschap (radiospectrumbeschikking)(1), en met name op artikel 4, lid 3,
Overwegende hetgeen volgt:
Beschikking 2006/771/EG van de Commissie(2) harmoniseert de technische voorwaarden voor het gebruik van spectrum voor verschillende soorten korteafstandsapparatuur, met inbegrip van toepassingen als alarmsystemen, lokale communicatieapparatuur, deuropeners of medische implantaten. Bij korteafstandsapparatuur gaat het meestal om een massamarkt en/of draagbare producten die gemakkelijk kunnen worden meegenomen en grensoverschrijdend kunnen worden gebruikt; verschillen in voorwaarden voor spectrumtoegang verhinderen derhalve het vrije verkeer van deze producten, verhogen hun productiekosten en leiden tot risico’s op schadelijke interferentie met andere radiotoepassingen en -diensten.
Vanwege de snelle veranderingen in de technologie en de maatschappelijke behoeften zullen er echter nieuwe toepassingen voor korteafstandsapparatuur ontstaan, hetgeen wellicht periodieke aanpassingen vergt van de voorwaarden voor spectrumharmonisering.
Op 5 juli 2006 heeft de Commissie de Europese Conferentie van de Administraties van Posterijen en van Telecommunicatie (CEPT), overeenkomstig artikel 4, lid 2, van Beschikking 676/2002/EG, een permanent mandaat gegeven om de bijlage bij Beschikking 2006/771/EG aan te passen naar aanleiding van technologische en marktontwikkelingen op het gebied van korteafstandsapparatuur.
De Beschikkingen 2008/432/EG(3) en 2009/381/EG(4) van de Commissie hielden een wijziging in van de geharmoniseerde technische voorwaarden voor korteafstandsapparatuur van Beschikking 2006/771/EG door de bijlage te vervangen.
In haar naar aanleiding van het mandaat ingediende verslag van november 2009(5) adviseerde de CEPT de Commissie een aantal technische aspecten in de bijlage bij Beschikking 2006/771/EG te wijzigen.
De bijlage bij Beschikking 2006/771/EG moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd.
Apparatuur die voldoet aan de in deze beschikking uiteengezette voorwaarden moet tevens Richtlijn 1999/5/EG van het Europees Parlement en de Raad van 9 maart 1999 betreffende radioapparatuur en telecommunicatie-eindapparatuur en de wederzijdse erkenning van hun conformiteit(6) naleven om het spectrum doelmatig te gebruiken teneinde schadelijke interferentie te voorkomen, hetgeen wordt aangetoond hetzij door naleving van de geharmoniseerde norm hetzij door te voldoen aan alternatieve procedures voor conformiteitsbeoordeling.
De in dit besluit vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Radiospectrumcomité,
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
De bijlage bij Beschikking 2006/771/EG wordt vervangen door de bijlage bij dit besluit.
Artikel 2
Dit besluit is gericht tot de lidstaten.
Gedaan te Brussel, 30 juni 2010.
Voor de Commissie
Neelie Kroes
Vicevoorzitster
BIJLAGE
Geharmoniseerde frequentiebanden en technische parameters voor korteafstandsapparatuur
Type korteafstandsapparatuur
Frequentieband(1)
Maximaal zendvermogen/maximale veldsterkte/maximale vermogensdichtheid(2)
Aanvullende parameters (regels voor kanaalindeling en/of toegang tot kanalen en kanaalbezetting)(3)
Overige gebruiksbeperkingen(4)
Toepassingstermijn
Niet-specifieke korteafstandsapparatuur(5)
6 765-6 795 kHz
42 dBμA/m op 10 m afstand
1 oktober 2008
13,553-13,567 MHz
42 dBμA/m op 10 m afstand
1 oktober 2008
26,957-27,283 MHz
10 mW effectief uitgestraald vermogen (e.r.p.), hetgeen overeenkomt met 42 dΒμΑ/m op 10 m afstand
Videotoepassingen worden uitgesloten
1 juni 2007
40,660-40,700 MHz
10 mW e.r.p.
Videotoepassingen worden uitgesloten
1 juni 2007
Niet-specifieke korteafstandsapparatuur
433,050-434,040(6) MHz
1 mW e.r.p.
en – 13 dBm/10 kHz vermogensdichtheid voor bandbreedte met een modulatie van meer dan 250 kHz
Bij geavanceerde onderdrukkingstechnieken zijn spraaktoepassingen toegestaan
Audio- en videotoepassingen worden uitgesloten
1 november 2010
10 mW e.r.p.
Maximale duty cycle(7): 10 %
Andere analoge audiotoepassingen dan spraak worden uitgesloten. Analoge videotoepassingen worden uitgesloten
1 november 2010
434,040-434,790(6) MHz
1 mW e.r.p.
en – 13 dBm/10 kHz vermogensdichtheid voor bandbreedte met een modulatie van meer dan 250 kHz
Bij geavanceerde onderdrukkingstechnieken zijn spraaktoepassingen toegestaan
Audio- en videotoepassingen worden uitgesloten
1 november 2010
10 mW e.r.p.
Maximale duty cycle(7): 10 %
Andere analoge audiotoepassingen dan spraak worden uitgesloten. Analoge videotoepassingen worden uitgesloten
1 november 2010
Maximale duty cycle(7): 100 % afhankelijk van kanaalraster van maximaal 25 kHz
Bij geavanceerde onderdrukkingstechnieken zijn spraaktoepassingen toegestaan
Audio- en videotoepassingen worden uitgesloten
1 november 2010
Niet-specifieke korteafstandsapparatuur
863,000-865,000 MHz
25 mW e.r.p.
Technieken om toegang te krijgen tot spectrum en om interferentie te onderdrukken met een vermogen dat ten minste equivalent is aan dat van de technieken die zijn beschreven in de geharmoniseerde normen welke zijn vastgesteld in het kader van Richtlijn 1999/5/EG zijn verplicht. Eventueel kan ook een maximale duty cycle(7) van 0,1 % worden gebruikt
Andere analoge audiotoepassingen dan spraak worden uitgesloten. Analoge videotoepassingen worden uitgesloten
1 november 2010
865,000-868,000 MHz
25 mW e.r.p.
Technieken om toegang te krijgen tot spectrum en om interferentie te onderdrukken met een vermogen dat ten minste equivalent is aan dat van de technieken die zijn beschreven in de geharmoniseerde normen welke zijn vastgesteld in het kader van Richtlijn 1999/5/EG zijn verplicht. Eventueel kan ook een maximale duty cycle(7) van 1 % worden gebruikt
Andere analoge audiotoepassingen dan spraak worden uitgesloten. Analoge videotoepassingen worden uitgesloten
1 november 2010
868,000-868,600 MHz
25 mW e.r.p.
Technieken om toegang te krijgen tot spectrum en om interferentie te onderdrukken met een vermogen dat ten minste equivalent is aan dat van de technieken die zijn beschreven in de geharmoniseerde normen welke zijn vastgesteld in het kader van Richtlijn 1999/5/EG zijn verplicht. Eventueel kan ook een maximale duty cycle(7) van 1 % worden gebruikt
Analoge videotoepassingen worden uitgesloten
1 november 2010
868,700-869,200 MHz
25 mW e.r.p.
Technieken om toegang te krijgen tot spectrum en om interferentie te onderdrukken met een vermogen dat ten minste equivalent is aan dat van de technieken die zijn beschreven in de geharmoniseerde normen welke zijn vastgesteld in het kader van Richtlijn 1999/5/EG zijn verplicht. Eventueel kan ook een maximale duty cycle(7) van 0,1 % worden gebruikt
Analoge videotoepassingen worden uitgesloten
1 november 2010
Niet-specifieke korteafstandsapparatuur
869,400-869,650(6) MHz
500 mW e.r.p.
Technieken om toegang te krijgen tot spectrum en om interferentie te onderdrukken met een vermogen dat ten minste equivalent is aan dat van de technieken die zijn beschreven in de geharmoniseerde normen welke zijn vastgesteld in het kader van Richtlijn 1999/5/EG zijn verplicht. Eventueel kan ook een maximale duty cycle(7) van 10 % worden gebruikt
Kanaalraster moet 25 kHz zijn, maar de hele band mag ook als één kanaal worden gebruikt voor zeer snelle datatransmissie
Analoge videotoepassingen worden uitgesloten
1 november 2010
25 mW e.r.p.
Technieken om toegang te krijgen tot spectrum en om interferentie te onderdrukken met een vermogen dat ten minste equivalent is aan dat van de technieken die zijn beschreven in de geharmoniseerde normen welke zijn vastgesteld in het kader van Richtlijn 1999/5/EG zijn verplicht. Eventueel kan ook een maximale duty cycle(7) van 0,1 % worden gebruikt
Andere analoge audiotoepassingen dan spraak worden uitgesloten. Analoge videotoepassingen worden uitgesloten
1 november 2010
869,700-870,000(6) MHz
5 mW e.r.p.
Bij geavanceerde onderdrukkingstechnieken zijn spraaktoepassingen toegestaan
Audio- en videotoepassingen worden uitgesloten
1 juni 2007
25 mW e.r.p.
Technieken om toegang te krijgen tot spectrum en om interferentie te onderdrukken met een vermogen dat ten minste equivalent is aan dat van de technieken die zijn beschreven in de geharmoniseerde normen welke zijn vastgesteld in het kader van Richtlijn 1999/5/EG zijn verplicht. Eventueel kan ook een maximale duty cycle(7) van 1 % worden gebruikt
Andere analoge audiotoepassingen dan spraak worden uitgesloten. Analoge videotoepassingen worden uitgesloten
1 november 2010
Niet-specifieke korteafstandsapparatuur
2 400-2 483,5 MHz
10 mW equivalent isotroop uitgestraald vermogen (e.i.r.p.)
1 juni 2007
5 725-5 875 MHz
25 mW e.i.r.p.
1 juni 2007
24,150-24,250 GHz
100 mW e.i.r.p.
1 oktober 2008
61,0-61,5 GHz
100 mW e.i.r.p.
1 oktober 2008
Breedband datatransmissiesystemen
2 400-2 483,5 MHz
100 mW e.i.r.p.
en 100 mW/100 kHz e.i.r.p.-dichtheid is van toepassing wanneer gebruik wordt gemaakt van een frequencyhoppingmodulatie, 10 mW/MHz e.i.r.p.-dichtheid is van toepassing wanneer gebruik wordt gemaakt van andere soorten modulatie
Technieken om toegang te krijgen tot spectrum en om interferentie te onderdrukken met een vermogen dat ten minste equivalent is aan dat van de technieken die zijn beschreven in de geharmoniseerde normen welke zijn vastgesteld in het kader van Richtlijn 1999/5/EG zijn verplicht
1 november 2009
57,0-66,0 GHz
40 dBm e.i.r.p.
en 13 dBm/MHz e.i.r.p.-dichtheid
Technieken om toegang te krijgen tot spectrum en om interferentie te onderdrukken met een vermogen dat ten minste equivalent is aan dat van de technieken die zijn beschreven in de geharmoniseerde normen welke zijn vastgesteld in het kader van Richtlijn 1999/5/EG zijn verplicht
Vaste installaties buitenshuis worden uitgesloten
1 november 2010
Alarmsystemen
868,600-868,700 MHz
10 mW e.r.p.
Kanaalraster: 25 kHz
De hele band mag ook als één kanaal worden gebruikt voor zeer snelle datatransmissie
Maximale duty cycle(7): 1,0 %
1 oktober 2008
869,250-869,300 MHz
10 mW e.r.p.
Kanaalraster: 25 kHz
Maximale duty cycle(7): 0,1 %
1 juni 2007
869,300-869,400 MHz
10 mW e.r.p.
Kanaalraster: 25 kHz
Maximale duty cycle(7): 1,0 %
1 oktober 2008
869,650-869,700 MHz
25 mW e.r.p.
Kanaalraster: 25 kHz
Maximale duty cycle(7): 10 %
1 juni 2007
Sociale alarmsystemen(8)
869,200-869,250 MHz
10 mW e.r.p.
Kanaalraster: 25 kHz
Maximale duty cycle(7): 0,1 %
1 juni 2007
Inductieve toepassingen(9)
9,000-59,750 kHz
72 dBμA/m op 10 m afstand
1 november 2010
59,750-60,250 kHz
42 dBμA/m op 10 m afstand
1 juni 2007
60,250-70,000 kHz
69 dBμA/m op 10 m afstand
1 juni 2007
70-119 kHz
42 dBμA/m op 10 m afstand
1 juni 2007
119-127 kHz
66 dBμA/m op 10 m afstand
1 juni 2007
127-140 kHz
42 dBμA/m op 10 m afstand
1 oktober 2008
140-148,5 kHz
37,7 dBμA/m op 10 m afstand
1 oktober 2008
148,5-5 000 kHz
In de hieronder vermelde specifieke banden zijn hogere maximale veldsterktes en aanvullende gebruiksbeperkingen van toepassing:
–15 dBμA/m op 10 m afstand in alle bandbreedtes van 10 kHz
De totale veldsterkte is voorts – 5 dΒμΑ/m op 10 m afstand voor systemen met een bandbreedte van meer dan 10 kHz
1 oktober 2008
Inductieve toepassingen
400-600 kHz
– 8 dBμA/m op 10 m afstand
Deze gebruiksvoorwaarden zijn alleen van toepassing op RFID(10)
1 oktober 2008
3 155-3 400 kHz
13,5 dBμA/m op 10 m afstand
1 oktober 2008
5 000-30 000 kHz
In de hieronder vermelde specifieke banden zijn hogere maximale veldsterktes en aanvullende gebruiksbeperkingen van toepassing:
– 20 dBμA/m op 10 m afstand in alle bandbreedtes van 10 kHz
De totale veldsterkte is voorts – 5 dΒμΑ/m op 10 m afstand voor systemen met een bandbreedte van meer dan 10 kHz
1 oktober 2008
6 765-6 795 kHz
42 dBμA/m op 10 m afstand
1 juni 2007
7 400-8 800 kHz
9 dBμA/m op 10 m afstand
1 oktober 2008
10 200-11 000 kHz
9 dBμA/m op 10 m afstand
1 oktober 2008
Inductieve toepassingen
13 553-13 567 kHz
42 dBμA/m op 10 m afstand
1 juni 2007
60 dBμA/m op 10 m afstand
Deze gebruiksvoorwaarden zijn alleen van toepassing op RFID(10) en EAS(11)
1 oktober 2008
26 957-27 283 kHz
42 dBμA/m op 10 m afstand
1 oktober 2008
Actieve medische implantaten(12)
9-315 kHz
30 dBμA/m op 10m afstand
Maximale duty cycle(7): 10 %
1 oktober 2008
30,0-37,5 MHz
1 mW e.r.p.
Maximale duty cycle(7): 10 %
Deze reeks gebruiksvoorwaarden is uitsluitend van toepassing op actieve medische membraanimplantaten met ultralaag vermogen voor het meten van de bloeddruk
1 november 2010
402-405 MHz
25 μW e.r.p.
Kanaalraster: 25 kHz
Individuele zenders kunnen aangrenzende kanalen combineren voor meer bandbreedte tot ten hoogste 300 kHz
Andere technieken om toegang te krijgen tot spectrum of om interferentie te onderdrukken, met inbegrip van bandbreedtes van meer dan 300kHz, kunnen worden gebruikt mits zij een vermogen hebben dat ten minste equivalent is aan dat van de technieken die zijn beschreven in de geharmoniseerde normen welke zijn vastgesteld in het kader van Richtlijn 1999/5/EG zodat deze verenigbaar zijn met andere gebruikers en met name met meteorologische radiosondes
1 november 2009
Actieve medische implantaten en randapparatuur daarvan(13)
401-402 MHz
25 μW e.r.p.
Kanaalraster: 25 kHz
Individuele zenders kunnen aangrenzende kanalen combineren voor meer bandbreedte tot ten hoogste 100 kHz
Technieken om toegang te krijgen tot spectrum en om interferentie te onderdrukken met een vermogen dat ten minste equivalent is aan dat van de technieken die zijn beschreven in de geharmoniseerde normen welke zijn vastgesteld in het kader van Richtlijn 1999/5/EG zijn verplicht. Eventueel kan ook een maximale duty cycle(7) van 0,1 % worden gebruikt
1 november 2010
405-406 MHz
25 μW e.r.p.
Kanaalraster: 25 kHz
Individuele zenders kunnen aangrenzende kanalen combineren voor meer bandbreedte tot ten hoogste 100 kHz
Technieken om toegang te krijgen tot spectrum en om interferentie te onderdrukken met een vermogen dat ten minste equivalent is aan dat van de technieken die zijn beschreven in de geharmoniseerde normen welke zijn vastgesteld in het kader van Richtlijn 1999/5/EG zijn verplicht. Eventueel kan ook een maximale duty cycle(7) van 0,1 % worden gebruikt.
1 november 2010
Implantaten voor dieren(14)
315-600 kHz
– 5 dΒμΑ/m op 10 m afstand
Maximale duty cycle(7): 10 %
1 november 2010
12,5-20,0 MHz
– 7 dΒμΑ/m op 10 m afstand in een bandbreedte van 10 kHz
Maximale duty cycle(7): 10 %
Deze gebruiksvoorwaarden zijn alleen van toepassing op toepassingen binnenshuis
1 november 2010
FM-zenders met een laag vermogen(15)
87,5-108,0 MHz
50 nW e.r.p.
Maximaal kanaalraster: 200 kHz
1 november 2010
Draadloze audiotoepassingen(16)
863-865 MHz
10 mW e.r.p.
1 november 2010
Radiodeterminatietoepassingen(17)
2 400-2 483,5 MHz
25 mW e.i.r.p.
1 november 2009
17,1-17,3 GHz
26 dBm e.i.r.p.
Technieken om toegang te krijgen tot spectrum en om interferentie te onderdrukken met een vermogen dat ten minste equivalent is aan dat van de technieken die zijn beschreven in de geharmoniseerde normen welke zijn vastgesteld in het kader van Richtlijn 1999/5/EG zijn verplicht
Deze gebruiksvoorwaarden zijn alleen van toepassing op terrestrische systemen
1 november 2009
Tankniveau-sondering radar(18)
4,5-7,0 GHz
24 dBm e.i.r.p.(19)
1 november 2009
8,5-10,6 GHz
30 dBm e.i.r.p.(19)
1 november 2009
24,05-27,0 GHz
43 dBm e.i.r.p.(19)
1 november 2009
57,0-64,0 GHz
43 dBm e.i.r.p.(19)
1 november 2009
75,0-85,0 GHz
43 dBm e.i.r.p.(19)
1 november 2009
Modelcontrole(20)
26 990-27 000 kHz
100 mW e.r.p.
1 november 2009
27 040-27 050 kHz
100 mW e.r.p.
1 november 2009
27 090-27 100 kHz
100 mW e.r.p.
1 november 2009
27 140-27 150 kHz
100 mW e.r.p.
1 november 2009
27 190-27 200 kHz
100 mW e.r.p.
1 november 2009
Radiofrequentie-identificatie (RFID)
2 446-2 454 MHz
100 mW e.i.r.p.
1 november 2009
Wegvervoer en verkeer telematica
76,0-77,0 GHz
55 dBm piek e.i.r.p. en 50 dBm gemiddelde e.i.r.p. en 23,5 dBm gemiddelde e.i.r.p. voor gepulseerde radarsystemen
Deze reeks gebruiksvoorwaarden is uitsluitend van toepassing op terrestrische voertuig- en infrastructuursystemen
1 november 2010