Home

Besluit 2010/440/GBVB van de Raad van 11 augustus 2010 houdende verlenging van het mandaat van de speciale vertegenwoordiger van de Europese Unie voor het gebied van de Grote Meren in Afrika

Besluit 2010/440/GBVB van de Raad van 11 augustus 2010 houdende verlenging van het mandaat van de speciale vertegenwoordiger van de Europese Unie voor het gebied van de Grote Meren in Afrika

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag betreffende de Europese Unie, en met name op artikel 28, artikel 31, lid 2, en artikel 33,

Gezien het voorstel van de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid,

Overwegende hetgeen volgt:

  1. De Raad heeft op 15 februari 2007 Gemeenschappelijk Optreden 2007/112/GBVB(1) vastgesteld, houdende benoeming van de heer Roeland VAN DE GEER tot speciale vertegenwoordiger van de Europese Unie (hierna „SVEU”) voor het gebied van de Grote Meren in Afrika.

  2. De Raad heeft op 22 februari 2010 Besluit 2010/113/GBVB(2) houdende verlenging van het mandaat van de SVEU tot en met 31 augustus 2010 vastgesteld.

  3. Het mandaat van de SVEU moet worden verlengd tot en met 31 augustus 2011. Het mandaat van de SVEU kan evenwel eerder worden beëindigd, indien de Raad daartoe besluit ingevolge een voorstel van de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid (hierna „HV”) naar aanleiding van de inwerkingtreding van het besluit betreffende de oprichting van de Europese dienst voor extern optreden.

  4. De SVEU zal zijn mandaat uitvoeren in een mogelijk verslechterende situatie die de doelstellingen van het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid, als uiteengezet in artikel 21 van het Verdrag, zouden kunnen schaden,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1 Speciale vertegenwoordiger van de Europese Unie

Het mandaat van de heer Roeland VAN DE GEER als SVEU voor het gebied van de Grote Meren in Afrika wordt verlengd tot en met 31 augustus 2011. Het mandaat van de SVEU kan eerder worden beëindigd, indien de Raad daartoe besluit ingevolge een voorstel van de HV naar aanleiding van de inwerkingtreding van het besluit betreffende de oprichting van de Europese dienst voor extern optreden.

Artikel 2 Beleidsdoelstellingen

Het mandaat van de SVEU is gebaseerd op de beleidsdoelstellingen van de Europese Unie (hierna „de EU” of „de Unie”) ten aanzien van de verdere stabilisering en consolidering van de post-conflictsituatie in het gebied van de Grote Meren in Afrika, met bijzondere aandacht voor de regionale dimensie van de ontwikkelingen in de betrokken landen. Deze doelstellingen, waarmee met name wordt beoogd de naleving te bevorderen van de grondbeginselen van democratie en goed bestuur, met inbegrip van de eerbiediging van de mensenrechten en de rechtsstaat, zijn onder meer:

  1. actief en effectief bijdragen tot een samenhangend, duurzaam en verantwoordelijk beleid van de EU voor het gebied van de Grote Meren in Afrika, waarbij een samenhangende en alomvattende Unie-aanpak in de regio wordt voorgestaan. De SVEU steunt het werk van de HV in het gebied;

  2. zorgen voor het voortdurende engagement van de Unie voor de stabilisatie- en wederopbouwprocessen in de regio, door actieve aanwezigheid op het terrein en in de betrokken internationale fora, permanente contacten met de voornaamste spelers en een bijdrage tot de crisisbeheersing;

  3. bijdragen tot de post-overgangsfase in de Democratische Republiek Congo (DRC), met name wat betreft het politieke proces tot consolidering van de nieuwe instellingen en tot bepaling van een breder internationaal kader voor politiek overleg en coördinatie met de nieuwe regering;

  4. bijdragen, in nauwe samenwerking met de Verenigde Naties/MONUC, aan de internationale inspanningen ter ondersteuning van een grootscheepse hervorming van de veiligheidssector in de DRC, met name in het licht van de coördinerende rol die de Unie in dat verband op zich wenst te nemen;

  5. bijdragen tot passende maatregelen voor de follow-up van de Internationale Conferentie over het gebied van de Grote Meren, met name door nauwe contacten te leggen met het secretariaat voor het gebied van de Grote Meren en met de uitvoerend secretaris daarvan, en met de trojka van het follow-upmechanisme, alsmede door goede nabuurschapsbetrekkingen in de regio te bevorderen;

  6. aanpakken van het nog steeds aanzienlijke probleem van de over de grenzen heen opererende gewapende groeperingen, die de landen van de regio dreigen te destabiliseren en hun binnenlandse problemen dreigen te verergeren;

  7. bijdragen tot de stabilisering na de conflicten in Burundi, Rwanda en Uganda, met name door de vredesonderhandelingen met gewapende groeperingen, zoals het FNL en het LRA, te begeleiden.

Artikel3 Mandaat

Ter verwezenlijking van deze beleidsdoelstellingen krijgt de SVEU het mandaat om:

  1. nauwe contacten te leggen en te onderhouden met de landen van het gebied van de Grote Meren, de Verenigde Naties, de Afrikaanse Unie, cruciale Afrikaanse landen en de voornaamste partners van de DRC en de Unie, alsmede de regionale en de subregionale Afrikaanse organisaties, andere relevante derde landen en andere cruciale regionale leiders;

  2. advies en verslag uit te brengen over de mogelijkheden tot ondersteuning door de Unie van het proces van stabilisering en consolidering en over de wijze waarop initiatieven van de Unie het best kunnen worden ontplooid;

  3. advies en bijstand te verlenen voor de hervorming van de veiligheidssector in de DRC;

  4. bij te dragen tot de follow-up van de Internationale Conferentie over het gebied van de Grote Meren, met name door het ondersteunen van de beleidsmaatregelen die in de regio worden getroffen in het streven naar geweldloosheid en wederzijdse defensie bij het oplossen van conflicten, alsook, met betrekking tot de regionale samenwerking, ter bevordering van de mensenrechten en de democratisering, goed bestuur, justitiële samenwerking, en de bestrijding van straffeloosheid en de illegale exploitatie van natuurlijke hulpbronnen;

  5. bij te dragen tot een beter begrip van de rol van de Unie bij de opiniemakers in de regio;

  6. op verzoek bij te dragen tot de onderhandelingen over en de uitvoering van vredesakkoorden en staakt-het-vuren-akkoorden tussen de partijen, en diplomatiek met hen in verbinding te treden indien de voorwaarden van die akkoorden niet nagekomen worden; in het geval van de lopende LRA-onderhandelingen moeten deze activiteiten in nauwe samenwerking met de SVEU voor Soedan worden verricht;

  7. bij te dragen tot de uitvoering van het mensenrechtenbeleid van de EU en de EU-richtsnoeren inzake mensenrechten, met name de richtsnoeren van de EU over kinderen en gewapende conflicten, en het beleid van de EU met betrekking tot Resolutie 1325 (2000) van de VN-Veiligheidsraad over vrouwen, vrede en veiligheid, mede door de ontwikkelingen op dat gebied te volgen en er verslag over uit te brengen.

Artikel 4 Uitvoering van het mandaat

1.

De SVEU is onder het gezag van de HV verantwoordelijk voor de uitvoering van het mandaat.

2.

Het Politiek en Veiligheidscomité (hierna „PVC”) onderhoudt een bevoorrechte relatie met de SVEU en vormt het eerste contactpunt van de SVEU met de Raad. Onverminderd de bevoegdheden van de HV zorgt het PVC binnen het kader van het mandaat voor strategische aansturing en politieke leiding ten behoeve van de SVEU.

Artikel 5 Financiering

Artikel 6 Vorming en samenstelling van het team

Artikel 7 Voorrechten en immuniteiten van de SVEU en zijn personeel

Artikel 8 Beveiliging van gerubriceerde gegevens van de EU

Artikel 9 Toegang tot informatie en logistieke steun

Artikel 10 Veiligheid

Artikel 11 Rapportage

Artikel 12 Coördinatie

Artikel 13 Evaluatie

Artikel 14 Inwerkingtreding