Home

Besluit van de Commissie van 20 juli 2010 tot oprichting van een Gebruikersgroep financiële diensten

Besluit van de Commissie van 20 juli 2010 tot oprichting van een Gebruikersgroep financiële diensten

Besluit van de Commissie

van 20 juli 2010

tot oprichting van een Gebruikersgroep financiële diensten

2010/C 199/02

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gelet op het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Overwegende hetgeen volgt:

(1) Een van de hoofddoelstellingen van de Unie is het verzekeren van de goede werking van de interne markt, waarvan financiële diensten een essentieel onderdeel zijn.

(2) Overeenkomstig de beginselen van betere regelgeving hecht de Commissie er veel belang aan in alle stadia van de ontwikkeling van haar beleid inzake financiële diensten een evenredige vertegenwoordiging van de gebruikers te verzekeren. Daartoe moet de Commissie een beroep doen op een adviesorgaan van deskundigen.

(3) In de mededeling van de Commissie van 4 maart 2009"Op weg naar Europees herstel" [1] wordt gesteld dat de Commissie zal verzekeren dat over alle financiële kwesties de stem van de Europese beleggers veel sterker wordt gehoord.

(4) In 2004 hebben de diensten van de Commissie een forum van gebruikers van financiële diensten (het FIN-USE) opgericht om deskundige inbreng vanuit het perspectief van de gebruiker in de beleidsvorming inzake financiële diensten van de Europese Commissie te waarborgen zodat een meer actieve en geïnformeerde betrokkenheid van de gebruikers kan worden bereikt. Het tweede driejarige mandaat van deze groep loopt in juni 2010 af.

(5) In 2006 hebben de diensten van de Commissie de Consumentengroep financiële diensten (FSCG) als subgroep van de Europese Consumenten Adviesgroep (ECCG) opgericht met het doel de vertegenwoordigers van de consumentenorganisaties uit elke lidstaat bijeen te brengen om beleid op het gebied van financiële diensten en voorstellen die voor consumenten bijzonder relevant zijn te bespreken. Het eerste driejarige mandaat van die groep is in november 2009 afgelopen.

(6) Het FIN-USE heeft een belangrijke rol gespeeld om het perspectief van de gebruikers van financiële diensten over te brengen door aan de Commissie kwaliteitsadvies te verstrekken. De FIN-USE-leden zijn ook de dialoog aangegaan met een aantal stakeholders, hebben een nuttige bijdrage geleverd tot het verspreiden van de standpunten van de gebruikers van financiële diensten en hebben aldus de algemene kwaliteit van het besluitvormingsproces verbeterd.

(7) De FSCG was een nuttig kanaal voor communicatie met de nationale en Europese consumentenverenigingen en heeft specifieke problemen onder de aandacht gebracht die voor de consumenten van belang zijn.

(8) Er bestaat behoefte aan om de inbreng van gebruikers van financiële diensten verder te coördineren en consumenten en retailbeleggers, dat wil zeggen natuurlijke personen die buiten hun handel, bedrijf of beroep beleggen, beter in staat te stellen tot de initiatieven ervan bij te dragen. Dit besluit is genomen in het licht van de door de Commissie ten aanzien van de werking van het FIN-USE en de FSCG opgedane ervaring, de externe evaluaties van het functioneren van beide instanties en de relevantie van het beleid op het gebied van financiële diensten van de EU voor het leven van de burgers.

(9) Bijgevolg moet een groep van gebruikers van financiële diensten worden opgericht en moeten de taken, samenstelling en structuur ervan in een formele wettelijke handeling worden vastgesteld.

(10) De groep moet bestaan uit deskundigen op het gebied van financiële diensten zoals personen die zijn aangesteld om de belangen van consumenten te vertegenwoordigen, retailbeleggers of micro-ondernemingen, maar ook individuele deskundigen die over een bijzondere expertise inzake gebruikersbehoeften en prioriteiten op het gebied van financiële diensten beschikken, bijvoorbeeld advocaten die consumenten vertegenwoordigen, vertegenwoordigers van werknemers, of academici. De groep moet een adequate geografische dekking hebben binnen de Unie.

(11) De groep dient de Commissie bij te staan bij het opstellen en monitoren van beleid op het gebied van financiële diensten met een mogelijke impact op de gebruikers van financiële diensten. De groep moet deskundige inbreng van hoge kwaliteit door vertegenwoordigers van gebruikers van financiële diensten en individuele deskundigen inzake financiële diensten in de initiatieven op het gebied van financiële diensten van de Commissie waarborgen.

(12) Om de doelstellingen, namelijk de inbreng van gebruikers van financiële diensten verder te coördineren en consumenten, retailbeleggers en micro-ondernemingen beter in staat te stellen aan de initiatieven op het gebied van financiële diensten ervan bij te dragen, te bereiken, is het aangewezen aan de groep adequate financiële ondersteuning te verlenen in de vorm van jaarlijkse vergoedingen voor de leden ervan, vergoeding van reis- en verblijfkosten en een specifiek budget voor onderzoek.

(13) Aangezien de beste expertise inzake het zeer complexe gebied van financiële diensten moet worden aangetrokken uit stakeholders die geen professionals van de financiële sector zijn en gezien de beloning van leden van vergelijkbare instanties op nationaal niveau en de jaarlijkse vergoedingen van het FIN-USE en de periodieke herziening ervan moeten de leden van de groep een jaarlijkse vergoeding ontvangen om ervoor te zorgen dat zij over adequate middelen beschikken om aan de Commissie de vereiste substantiële inbreng te verstrekken, bestaande uit een werklast van ongeveer 35 dagen naast hun deelname aan de vergaderingen van de groep.

(14) Aangezien extern onderzoek noodzakelijk zou kunnen zijn om leden in staat te stellen de taken van de groep te vervullen, mag de Commissie op verzoek van de groep daartoe een onderzoeksbudget toekennen indien zij dit verzoek gerechtvaardigd acht.

(15) Er dienen regels te worden vastgesteld over de bekendmaking van informatie door leden van de groep, onverminderd de veiligheidsregels die bij Besluit 2001/844/EG, EGKS, Euratom als bijlage bij het reglement van orde van de Commissie zijn toegevoegd [2].

(16) Persoonsgegevens over de leden van de groep moeten worden verwerkt overeenkomstig Verordening (EG) nr. 45/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2000 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de instellingen en organen van de Gemeenschap en betreffende het vrije verkeer van die gegevens [3],

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Gebruikersgroep financiële diensten

Er wordt een Gebruikersgroep financiële diensten, hierna "de groep", opgericht.

Artikel 2

Taken

1. De groep heeft tot taak:

a) de Commissie te adviseren bij de opstelling van wettelijke handelingen of andere beleidsinitiatieven die op gebruikers van financiële diensten, met inbegrip van consumenten, retailbeleggers en micro-ondernemingen van invloed zijn;

b) inzicht in en advies over de praktische uitvoering van dat beleid te verschaffen;

c) te trachten proactief essentiële kwesties op het gebied van financiële diensten aan te wijzen die op gebruikers van financiële diensten van invloed zijn;

d) in voorkomend geval in overeenstemming met de Commissie te overleggen met en informatie te verstrekken aan vertegenwoordigers en representatieve organisaties van gebruikers van financiële diensten op het niveau van de Europese Unie en op nationaal niveau alsook aan andere door de Commissie geleide adviesgroepen zoals de Europese Consumenten Adviesgroep, de Deskundigengroep inzake de markt voor betalingssystemen, de Europese Deskundigengroep voor effectenmarkten en de Deskundigengroep voor financiële educatie.

2. De groep mag worden geraadpleegd over alle beleidsgebieden inzake financiële diensten, met name retailbanking, consumenten- en hypotheekkrediet, betaalmiddelen en -systemen, levens- en niet-levensverzekeringen, pensioenen, retailbeleggingsproducten, effectenmarkten en financieel toezicht.

Artikel 3

Samenstelling - Benoeming

1. De groep bestaat uit 20 leden, van wie er ten minste 11 de belangen van consumenten en retailbeleggers vertegenwoordigen als gespecificeerd in lid 2, onder a) en b), van dit artikel.

2. De Commissie stelt de leden van de groep aan na een oproep tot het indienen van blijken van belangstelling. De leden zijn:

a) personen die zijn aangesteld om de belangen van consumenten te vertegenwoordigen; of

b) personen die zijn aangesteld om de belangen van retailbeleggers te vertegenwoordigen; of

c) personen die zijn aangesteld om de belangen van micro-ondernemingen te vertegenwoordigen in de zin van Aanbeveling 2003/361/EG [4] van de Commissie, maar met uitsluiting van ondernemingen waarvan de voornaamste zakelijke activiteit de verrichting van financiële diensten is; of

d) particuliere deskundigen met expertise op het gebied van financiële diensten vanuit het perspectief van de gebruiker van financiële diensten, met uitsluiting van personen die momenteel in dienst zijn van of handelen namens de financiëledienstensector.

3. Op basis van lid 2, onder d), van dit artikel geselecteerde leden worden op persoonlijke titel benoemd.

4. De ambtstermijn van de leden van de groep bedraagt drie jaar. De termijn mag tweemaal worden verlengd.

5. Leden die niet langer een effectieve bijdrage aan de beraadslagingen van de groep kunnen leveren, die ontslag nemen of die niet aan de voorwaarden van de leden 2 en 3 van dit artikel of artikel 339 van het Verdrag voldoen, kunnen gedurende de rest van hun ambtstermijn worden verwijderd of vervangen.

6. De op persoonlijke titel benoemde leden ondertekenen elk jaar een verklaring waarin zij zich ertoe verbinden in het algemeen belang te handelen, alsmede een verklaring waaruit blijkt dat zij geen belangen hebben die afbreuk kunnen doen aan hun objectiviteit.

7. De namen van de leden worden bekendgemaakt in het register van deskundigengroepen van de Commissie en op de desbetreffende websites van de Commissie.

8. De namen van de leden worden verzameld, verwerkt en bekendgemaakt overeenkomstig Verordening (EG) nr. 45/2001.

Artikel 4

Werkwijze

1. De groep kiest uit zijn midden met gewone meerderheid een voorzitter en een vicevoorzitter. Zowel de voorzitter als de vicevoorzitter worden jaarlijks opnieuw gekozen. Zij zijn beiden herbenoembaar.

2. Met instemming van de Commissie mogen subgroepen worden opgericht om op basis van een door de groep opgesteld mandaat specifieke kwesties te onderzoeken. Deze subgroepen worden ontbonden zodra hun mandaat is uitgevoerd.

3. In overeenstemming met de Commissie mag de groep deskundigen met specifieke kennis uitnodigen om aan de werkzaamheden van de groep en de subgroepen deel te nemen.

4. De leden van de groep en hun vertegenwoordigers alsook gastdeskundigen dienen te voldoen aan de bij de Verdragen en de uitvoeringsregels ervan vastgestelde verplichtingen tot geheimhouding alsook aan de veiligheidsvoorschriften van de Commissie betreffende de bescherming van gerubriceerde EU-informatie die zijn neergelegd in de bijlage bij Besluit 2001/844/EG, EGKS, Euratom. Bij niet-nakoming van die verplichtingen mag de Commissie alle passende maatregelen nemen.

5. De groep vergadert ongeveer achtmaal per jaar, gewoonlijk in de kantoren van de Commissie in Brussel, in de vorm en overeenkomstig het tijdschema die door de Commissie worden vastgesteld. Op verzoek van de leden mag per jaar één vergadering in een andere lidstaat worden gehouden.

6. De Commissie verzorgt het secretariaat voor de groep. Functionarissen van de Commissie mogen de vergaderingen van de groep en zijn subgroepen bijwonen.

7. De groep stelt zijn reglement van orde vast op basis van het standaardreglement van orde voor deskundigengroepen.

8. De Commissie mag op het internet alle schriftelijke output van de groep publiceren in de oorspronkelijke taal van het document.

Artikel 5

Beloning en vergoeding van onkosten

1. De leden van de groep worden voor hun diensten beloond met een jaarlijkse vergoeding van 10000 EUR. Het niveau van de vergoeding wordt na drie jaar herzien.

2. Onkosten worden vergoed binnen de grenzen van het jaarlijkse budget dat door de verantwoordelijke diensten van de Commissie aan de groep wordt toegewezen.

3. Reiskosten en, in voorkomend geval, verblijfkosten die de leden in het kader van de werkzaamheden van de groep maken, worden door de Commissie vergoed overeenkomstig de bij de Commissie geldende bepalingen. Voor zover mogelijk mogen de diensten van de Commissie reis- en eventuele verblijfkosten van op ad-hocbasis uitgenodigde deskundigen vergoeden met voorafgaande goedkeuring van de diensten van de Commissie en overeenkomstig de regels van de Commissie voor de vergoeding van externe deskundigen.

4. In voorkomend geval mag de groep om de uitvoering van extern onderzoek verzoeken teneinde zijn taken te kunnen vervullen. Indien de Commissie deze verzoeken gerechtvaardigd acht, mag zij besluiten hiertoe een deel van haar jaarlijks onderzoeksbudget tot maximaal 150000 EUR beschikbaar te stellen. Dit budget wordt door de Commissie beheerd overeenkomstig haar desbetreffende regels en procedures.

Gedaan te Brussel, 20 juli 2010.

Voor de Commissie

Michel Barnier

Lid van de Commissie

[1] COM(2009) 114 definitief.

[2] PB L 317 van 3.12.2001, blz. 1.

[3] PB L 8 van 12.1.2001, blz. 1.

[4] PB L 124 van 20.5.2003, blz. 36.

--------------------------------------------------